Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunschoten

Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening reinigingsrechten Bunschoten 2014
CiteertitelVerordening reinigingsrechten Bunschoten 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Deze verordening vervangt per 24 december 2013 de Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-201323-12-2014nieuwe regeling

20-12-2013

Gemeenteblad 2013,11

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2014

De raad van de gemeente Bunschoten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 2013, nr. 915;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

“Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2014”

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven voor:

  • a.

    het door of vanwege de gemeente periodiek of incidenteel ophalen van huishoudelijke afvalstoffen;

  • b.

    voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats;

  • c.

    voor het achterlaten van afvalstoffen, andere dan huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 1, gebruik maakt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De rechten bedoeld in de hoofdstukken 1.2, 1.3 en 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, stortpas of andere schriftuur.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in de hoofdstukken 1.2, 1.3 en 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Andere aanslagen dan die genoemd in het eerste en tweede lid, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.

  • 4.

    In afwijking van het eerste, tweede en derde lid geldt voor aanslagen, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder of gelijk is aan € 20,00, dat het verschuldigde bedrag moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld;

  • 5.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de rechten bedoeld in hoofdstukken 1.2 en 1.3 van de tarieventabel:

    • a.

      contant worden betaald. Hiertoe moeten voorafgaand aan het daadwerkelijke storten c.q. halen, de benodigde stortpassen c.q. knippen bij de centrale balie op het gemeentehuis worden aangeschaft;

    • b.

      ingeval op verzoek van de aanbieder het recht voor het storten van het afval, in afwijking van artikel 8.4.a, achteraf in rekening wordt gebracht middels toezending van een schriftelijke kennisgeving van het verschuldigde bedrag, binnen 1 maand na de dagtekening van die kennisgeving.

  • 6.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5, tweede lid, schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 7.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reinigingsrechten.

Artikel 10 Kwijtschelding

Van de geheven reinigingsrechten is slechts kwijtschelding mogelijk voor het basistarief, zoals vermeld in artikel 1.1.1. van de tarieventabel behorende bij deze verordening. Voor het toekennen van kwijtschelding gelden de uitgangspunten, zoals is verwoord in de “Kwijtscheldingsregeling gemeente Bunschoten 2013”.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2013” van 13 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2014".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 12 december 2013

de griffier, de voorzitter,

E. Hoogstraten M. v.d. Groep

Tarieventabel behorende bij de “Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2014”

Algemeen

De bedragen genoemd in hoofdstuk 2 van deze tabel zijn inclusief omzetbelasting.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

1.1.1

 

Het recht voor het door of vanwege de gemeente periodiek ophalen van huishoudelijke afvalstoffen bedraagt per belastingjaar:

 

 

a.

voor een uit meer dan twee personen bestaande huishouding

€ 132,24;

 

b.

voor een uit twee personen bestaande huishouding

€ 120,84;

 

c.

voor een uit één persoon bestaande huishouding

€ 112,80.

1.1.2

 

Het aantal personen waaruit de huishouding bestaat wordt beoordeeld naar de situatie op het tijdstip van ontstaan van de belastingplicht.

 

1.1.3

 

Het recht als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één of meer éxtra kliko’s:

 

 

a.

bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra kliko

€ 32,88;

 

b.

bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra kliko

€ 98,64.

 

 

 

 

Hoofdstuk 1.2 Achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op verzamelplaats

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt het recht voor het achterlaten van grof huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats, indien het betreft:

 

 

 

a. puin

€ 9,95

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

 

b. bouw/sloopafval

€ 29,90

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

 

c. overig grof huishoudelijk afval

€ 1,65

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan.

1.2.2

De tarieven vermeld in artikel 1.2.1 worden verhoogd met € 10,00 administratiekosten, indien betaling op verzoek van de aanbieder achteraf middels een factuur plaatsvindt.

 

 

Hoofdstuk 1.3 Halen van overig grof huishoudelijk afval

1.3.1 Voor het halen van overig grof huishoudelijk afval bedraagt het recht € 1,65 per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan, verhoogd met € 12,00 per ophaalbeurt.

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

2.1 Het recht voor het achterlaten van afvalstoffen, andere dan huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats bedraagt, indien het betreft:

a.

glas

€ 13,45

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

b.

papier

€ 8,80

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

c.

puin

€ 11,95

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

d.

bouw/sloopafval

€ 35,85

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

e.

hout

€ 11,90

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

f.

asbest

€ 54,05

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

g.

tuinafval

€ 17,70

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

h.

tuinafval (niet composteerbaar)

€ 33,80

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

i.

afgewerkte olie

€ 0,15

per liter of een gedeelte daarvan;

j.

ijskasten, koelkasten en dergelijke

€ 30,10

per stuk;

k.

overige niet-huishoudelijke afvalstoffen

€ 10,75

per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan.

 

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 12 december 2013

De griffier van Bunschoten, Drs. A.S. Dijkstra

Toelichting behorende bij de “Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2013”

UITLEG TARIEFSOPBOUW HOOFDSTUK 1.1 TARIEVENTABEL

Basistarief éénpersoons-, tweepersoons- of meerpersoonshuishoudens

De situatie op 1 januari (of bij het begin van de belastingplicht) is bepalend tot welke categorie men wordt gerekend. Veranderingen van het aantal bewoners in de loop van het jaar hebben geen invloed op de hoogte van de aanslag. Aan de hand van de hiervoor geschetste situatie wordt men aangeslagen voor het basistarief reinigingsrecht voor een éénpersoons-, tweepersoons- of meerpersoonstarief.

Waarom is er sprake van verschillende basistarieven?

Eénpersoons- en tweepersoonshuishoudens bieden gemiddeld minder afval aan dan meerpersoonshuishoudens. Het voert vanuit efficiëncy-oogpunt te ver om hier afzonderlijke klikopakketten voor aan te bieden met kleinere kliko’s. Zij krijgen daarom hetzelfde basispakket kliko’s als meerpersoonshuishoudens aangeboden tegen een lager tarief.

Voor het basistarief mag men (maximaal) beschikken over het volgende basispakket aan kliko’s

  • -

    een 140 liter Groente-, Fruit en Tuinafvalkliko (GFT);

  • -

    een 240 liter restafvalkliko;

  • -

    een 140 of 240 liter papierkliko, en;

  • -

    een milieubox.

Scholen, kerken, verenigingen en overige niet-woningen niet zijnde bedrijven

  • -

    Bedrijven mogen geen gebruik maken van de ophaalservice van de gemeentelijke reinigingsdienst omdat zij bedrijfsafval produceren en geen huishoudelijk afval;

  • -

    Scholen, kerken, verenigingen en overige niet-woningen worden aangemerkt als meerpersoonshuishoudens die huishoudelijk afval aanbieden. Voor deze categorie geldt dat zij de optie hebben om over twee extra GFT- en/of restafvalkliko’s te beschikken binnen het basispakket zonder bijkomende kosten.

Tabel: basispakketten, basistarieven en toeslagen voor extra kliko’s boven geldende basispakket

Type huishouden

GFT-kliko (bruin)

Restafvalkliko (grijs)

Papierkliko (blauw)

Milieubox

Tarief 2014 Rein.recht

Éénpersoonshuishouden

1

1

1

1

€ 112,80

Tweepersoonshuishouden

1

1

1

1

€ 120,84

Meerpersoonshuishouden

1

1

1

1

€ 132,24

Meerpersoonshuishouden - scholen, kerken, verenigingen en overige niet woningen (geen bedrijven)

maximaal 4 (*)

1

1

€ 132,24

Toeslag boven het geldende basispakket voor een:

 

 

 

 

 

- extra GFT-kliko (bruin)

1

 

 

 

€ 32,88

- extra restafvalkliko (grijs)

 

1

 

 

€ 98,64

(*) = hiervan is in ieder geval 1 kliko een GFT-kliko

Behoort bij het raadsbesluit van 12 december 2013  

De griffier van Bunschoten,

E. Hoogstraten