Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
| | | |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project (conceptaanvraag) in het kader van de Wabo vergunbaar is | 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning zouden worden vastgesteld, met een minimum van € 200,00 en een maximum van € 8.656,00. | |
2.2.2 | Het tarief genoemd in onderdeel 2.2.1 wordt - wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro - verminderd met: | 25% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
| | | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de bouwkosten: | | |
2.3.1.1.1 | minder dan € 6.559,00 bedragen | 374,00 | |
2.3.1.1.2 | € 6.559,00 of meer, doch minder dan € 56.222,00 bedragen | 374,00 | + 3,04% van de bouwkosten voorzover deze € 6.559,00 te boven gaan |
2.3.1.1.3 | € 56.222,00 of meer, doch minder dan € 170.268,00 bedragen | 1.884,00 | + 2,48% van de bouwkosten voorzover deze € 56.222,00 te boven gaan |
2.3.1.1.4 | € 170.268,00 of meer, doch minder dan € 853.328,00 bedragen | 4.713,00 | + 2,15% van de bouwkosten voorzover deze € 170.268,00 te boven gaan |
2.3.1.1.5 | € 853.328,00 of meer bedraagt | 19.399,00 | + 1,46% van de bouwkosten voorzover deze € 853.328,00 te boven gaan |
2.3.1.1.6 | Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel 2.3.1.1 wordt - wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro - verminderd met: | 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
| | | |
| Welstandstoets | | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden, indien een aanvraag door Welstandszorg Noord-Holland (WZNH) wordt getoetst aan welstandscriteria, de leges verhoogd danwel aangevuld met de volgende bedragen: | | |
2.3.1.2.1 | bij een toetsing door de volledige commissie | 0,18% van de bouw-kosten | + € 30,00 administratie-kosten, totaal maximaal € 2.000,00 per plan |
2.3.1.2.2 | bij een toetsing door de gemandateerde | 0,08% van de bouw-kosten | + € 30,00 administratie-kosten, totaal maximaal € 2.000,00 per plan |
2.3.1.2.3 | bij een toetsing door de kleine commissie | 0,12% van de bouwkosten | plus € 30,00 administratie-kosten, totaal maximaal € 2.000,00 per behandeling |
2.3.1.2.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, voor een extra welstandstoets - indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is - verhoogd met: | 40% opslag op de vergoeding zoals berekend voor de eerste welstands beoordeling | plus € 30,00 administratie-kosten, totaal maximaal € 2.000,00 per behandeling |
2.3.1.2.5 | een stempel voor definitieve goedkeuring welstandstoets | 30,00 | |
2.3.1.2.6 | Indien vooroverleg met de WZNH supervisor in de volledige commissie, en/of de kleine commissie en/of met de gemandateerde plaatsvindt, wordt een korting verleend van: | 50% van de op grond van 2.3.1.2.1 en/of 2.3.1.2.2 en/of 2.3.1.2.3 en/of berekende leges. | plus € 30,00 administratie-kosten, totaal maximaal € 2.000,00 per behandeling |
2.3.1.2.7 | vast tarief reclame objecten | 60,00 | |
2.3.1.2.8 | vast tarief reclame sloopvergunningen | 100,00 | |
2.3.1.2.9 | vast tarief handhavingszaken/exessenregeling | 120,00 | |
2.3.1.2.10 | Voor een herhalingsbehandeling van reclame- sloop- handhaving- en excessenregelingen bedraagt het tarief: | 40% van de oorspronkelijk op grond van 2.3.1.2.7 en/of 2.3.1.2.8 en/of 2.3.1.2.9 en/of berekende leges. | |
| | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | | |
2.3.1.3.1 | een advies voor een bestaand bedrijf | 725,00 | |
2.3.1.3.2 | een advies voor een nieuw bedrijf | 850,00 | |
| | | |
| Achteraf ingediendeaanvraag | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 25% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
| | | |
| Beoordelingaanvullendegegevens | | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | 48,50 | |
| | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de aanlegkosten: | | |
2.3.2.1 | minder dan € 5.200,00 bedragen | 185,00 | |
2.3.2.2 | € 5.200,00 of meer, doch minder dan € 52.000,00 bedragen | 257,00 | |
2.3.2.3 | € 52.000,00 of meer, doch minder dan€ 155.000,00 bedragen | 360,00 | |
2.3.2.4 | € 155.000,00 of meer, doch minder dan € 1.040.000,00 | 383,00 | |
2.3.2.5 | € 1.040.000,00 of meer, doch minder dan € 2.080.000,00 bedragen | 1.048,00 | |
2.3.2.6 | € 2.080.000,00 of meer bedraagt | 1.352,00 | |
2.3.2.7 | Onverminderd het overigens in onderdeel 2.3.2. bepaalde bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang gereedkomen van de aanlegactiviteit: | 25% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
2.3.2.8 | Onverminderd het overigens in onderdeel 2.3.2. bepaalde bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | 48,50 | |
| | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | 304,00 | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | 304,00 | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | 3.024,00 | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | 455,00 | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | 1.863,00 | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | 3.024,00 | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 3.024,00 | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 1.863,00 | |
2.3.3.9 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en er tevens een hogere waarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder nodig is, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en onderdeel 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8: | 182,00 | |
| | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
2.3.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | 304,00 | |
2.3.4.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | 304,00 | |
2.3.4.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | 3.024,00 | |
2.3.4.1.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | 455,00 | |
2.3.4.1.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | 1.863,00 | |
2.3.4.1.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | 3.024,00 | |
2.3.4.1.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 3.024,00 | |
2.3.4.1.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 1.863,00 | |
2.3.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: | | |
2.3.4.2.1 | het verstrekken van een gedoogbeschikking bouw of ruimtelijke ordening | 1.288,00 | |
2.3.4.2.2 | het verstrekken van een gedoogbeschikking bouw of ruimtelijke ordening waarin sprake is van calamiteiten, overmacht of andere omstandigheden, die niet aan de aanvrager kunnen worden toegerekend | 321,00 | |
| | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor: | | |
2.3.5.1.1 | bouwwerken met een bruto vloeroppervlak van 0 t/m 100 m² | 697,00 | |
2.3.5.1.2 | bouwwerken met een bruto vloeroppervlak van 101 t/m 500 m² | 612,00 | + 1,27 per m² |
2.3.5.1.3 | bouwwerken met een bruto vloeroppervlak van 501 t/m 2000 m² | 1.053,00 | + 0,47 per m² |
2.3.5.1.4 | bouwwerken met een bruto vloeroppervlak van 2001 t/m 5000 m² | 1.821,00 | + 0,12 per m² |
2.3.5.1.5 | bouwwerken met een bruto vloeroppervlak van 5001 t/m 50.000 m² | 2.300,00 | + 0,031 per m² |
2.3.5.1.6 | bouwwerken met een bruto vloeroppervlak van meer dan 50.000 m² | 3.365,00 | + 0,012 per m² |
2.3.5.2 | Indien het verzoek betrekking heeft op uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, wordt het legestarief als vermeld in 2.3.5.1 berekend, met dien verstande dat de verhoging per m² uitsluitend berekend wordt over de oppervlakte van de uitbreiding. | | |
2.3.5.3 | Indien het verzoek betrekking heeft op herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de hele inrichting, dan wel een gedeelte van de inrichting, met dien verstande dat de herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat, wordt 50% van het legestarief als vermeld in onderdeel 2.3.5.1 berekend, met dien verstande dat de verhoging per m² uitsluitend berekend wordt over de oppervlakte van de uitbreiding. | | |
2.3.5.4 | Indien binnen vier weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld onder 2.3.5.1, die aanvraag door aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken, wordt op verzoek teruggaaf verleend van 50% van de geheven leges, mits de intrekking gecombineerd wordt met de intrekking aanvraag bouwvergunning. | | |
2.3.5.5 | Als op een later tijdstip dan genoemd onder 2.3.5.4 na het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld onder 2.3.5.1 die aanvraag door aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken, wordt op verzoek teruggaaf verleend van 35% van de geheven leges, mits de intrekking gecombineerd wordt met de intrekking aanvraag omgevingsvergunning. | | |
2.3.5.6 | Indien een vergunning als bedoeld in 2.3.5.1 is verleend wordt na intrekking geen restitutie verleend. | | |
2.3.5.7 | Indien op de aanvraag als bedoeld in 2.3.5.1 afwijzend wordt beslist, wordt op verzoek van aanvrager teruggaaf verleend van 25% van de geheven leges. | | |
| | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument, bij restauratie- en/of sloopkosten van: | | |
2.3.6.1.1.1 | minder dan € 6.559,00 | 254,00 | |
2.3.6.1.1.2 | € 6.559,00 of meer, doch minder dan € 56.222,00 | 254,00 | +1,69% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 6.559,00 te boven gaan |
2.3.6.1.1.3 | € 56.222,00 of meer, doch minder dan € 170.268,00 | 1.075,00 | + 1,95% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 54.798,00 te boven gaan |
2.3.6.1.1.4 | € 170.268,00 of meer, doch minder dan € 853.328,00 | 3.241,00 | + 1,69% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 170.268,00 te boven gaan |
2.3.6.1.1.5 | € 853.328,00 of meer | 14.512,00 | + 0,51% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 853.328,00 te boven gaan |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bij een schadebedrag van: | | |
2.3.6.1.2.1 | minder dan € 6.559,00 | 508,00 | |
2.3.6.1.2.2 | € 6.559,00 of meer, doch minder dan € 56.222,00 | 508,00 | +3,38% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 6.559,00 te boven gaan |
2.3.6.1.2.3 | € 56.222,00 of meer, doch minder dan € 170.268,00 | 2.149,00 | + 3,9% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 56.222,00 te boven gaan |
2.3.6.1.2.4 | € 170.268,00 of meer, doch minder dan € 853.328,00 | 6.482,00 | + 3,39% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 170.268,00 te boven gaan |
2.3.6.1.2.5 | € 853.328,00 of meer | 29.025,00 | + 1,0% van de bouw- of sloopkosten voorzover deze € 853.328,00 te boven gaan |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | 124,00 | |
2.3.6.3 | In afwijking in zoverre van de onderdelen 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2 worden geen leges geheven voor een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een gemeentelijk monument als de restauratiesom minder bedraagt dan € 150.000,00. Over het meerdere zijn leges verschuldigd overeenkomstig de artikelen 2.3.6.1.1.1 t/m 2.3.6.1.1.5. | | |
2.3.6.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6 wordt het tarief, voor de omgevingsvergunnning - indien de volledige monumentencommissie uit Alkmaar moet worden ingeschakeld - verhoogd met: | € 480,00 per door de monumentencommissie bestede (gedeelten van) uren | |
2.3.6.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6 wordt het tarief, voor de omgevingsvergunnning - indien de gemandateerde monumentencommissie moet worden ingeschakeld - verhoogd met: | 50% opslag van het welstandstarief zoals bepaald conform artikel 2.3.1.2.1 van deze verordening | |
2.3.6.6 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6. wordt het tarief, voor de omgevingsvergunning - indien gemandateerd monumentenadvies in lokale commissie (kleine plannen) wordt behandeld- verhoogd met: | € 120,00 per bestede (gedeelten van) uren | |
| | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | 124,00 | |
| | | |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de gemeentelijke bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | geen leges | |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | 62,50 | |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | 62,50 | |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 en een ander bestuursorgaan bevoegd is, bedraagt het tarief: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 en een ander bestuursorgaan bevoegd is, bedraagt het tarief: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is en een ander bestuursorgaan bevoegd is, bedraagt het tarief: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.13.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 62,50 | |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.14.2.3 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.2.1 of 2.3.14.2.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen en wijziging van een omgevingsvergunning | | |
2.3.15.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase, bij bouw- en/of aanlegkosten van: | | |
2.3.15.1.1.1 | minder dan € 6.559,00 | 321,00 | |
2.3.15.1.1.2 | € 6.559,00 of meer, doch minder dan € 56.222,00 | 321,00 | + 3,04% van de bouwkosten voorzover deze € 6.559,00 te boven gaan |
2.3.15.1.1.3 | € 56.222,00 of meer, doch minder dan € 170.268,00 | 1.831,00 | + 2,48% van de bouwkosten voorzover deze € 56.222,00 te boven gaan |
2.3.15.1.1.4 | € 170.268,00 of meer, doch minder dan € 853.328,00 | 4.660,00 | + 2,15% van de bouwkosten voorzover deze € 170.268,00 te boven gaan |
2.3.15.1.1.5 | € 853.328,00 of meer | 19.346,00 | + 1,46% van de bouwkosten voorzover deze € 853.328,00 te boven gaan |
2.3.15.1.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: | 40% van de in de eerste fase berekende leges | |
2.3.15.2 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een verleende vergunning, bedoeld in 2.3.15.1.1, bedraagt het tarief, bij bouwkosten van: | | |
2.3.15.2.1 | minder dan € 6.559,00 | 220,00 | |
2.3.15.2.2 | € 6.559,00 of meer, doch minder dan € 56.222,00 | 220,00 | + 3,04% van de bouwkosten voorzover deze € 6.559,00 te boven gaan |
2.3.15.2.3 | € 56.222,00 of meer, doch minder dan € 170.268,00 | 1.730,00 | + 2,48% van de bouwkosten voorzover deze € 56.222,00 te boven gaan |
2.3.15.2.4 | € 170.268,00 of meer, doch minder dan € 853.328,00 | 4.559,00 | + 2,15% van de bouwkosten voorzover deze € 170.268,00 te boven gaan |
2.3.15.2.5 | € 853.328,00 of meer | 19.245,00 | + 1,46% van de bouwkosten voorzover deze € 853.328,00 te boven gaan |
| | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | 124,00 | |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch onderzoek | 124,00 | |
2.3.16.3 | voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek t.b.v. een hogere waarde procedure Wet geluidhinder | 124,00 | |
| | | |
2.3.17 | Advies | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | 304,00 | |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
| | | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.1.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 25% | van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
2.5.1.2 | Als een aanvrager op verzoek van de gemeente zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 100% | van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
| | | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.2.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 25% | van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
2.5.2.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
| | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | | |
| Er wordt geen teruggaaf verleend op grond van dit hoofdstuk indien het bedrag van de teruggaaf minder is dan | 207,00 | |
| | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
Hoofdstuk 6 Intrekking of buiten behandeling stellen omgevingsvergunning | | |
2.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is, | 110,00 | |
| | | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | 207,00 | |
| | | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | 3.024,00 | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | 1.863,00 | |
2.8.3 | Het tarief bedoeld in 2.8.1 van dit hoofdstuk wordt verhoogd met extra kosten die de gemeente maakt, zoals de kosten van extern advies, van het opstellen van een partiële bestemmingsplanherziening e.d. Het bedrag van deze extra kosten wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Bij de toepassing van deze bepaling wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de extra kosten ter kennis van de aanvrager zijn gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding | | |
2.9 | Vervallen | | |
| | | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | 207,00 | |
| | | |
einde titel 2 | | | |