Organisatie | Vianen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van staangeld Lexmondsestraatweg 2014 |
Citeertitel | Verordening staangeld Lexmondsestraatweg 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Het Kontakt, 24 december 2013 | belastingverordeningen 2014 |
De raad van de gemeente Vianen;
gezien het voorstel van het college van Vianen d.d. 19 november 2013;
gelet op artikel 156, tweede lid, onderdeel h en artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van staangeld Lexmondsestraatweg 2014.
Onder de naam ‘staangeld woonwagens’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Vianen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de locatie Lexmondsestraatweg 6.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2 is gelijk aan een periode van twaalf maanden welke aanvangt op 1 januari van een jaar en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.
Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een standplaats op de locatie Lexmondsestraatweg 6:
De belasting en rechten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening worden geheven bij wege van aanslag.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht van het in artikel 2 bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het hele tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht van het in artikel 2 bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijn van betaling
Op basis van afgifte van een machtiging door belastingplichtige kan het recht ook betaald worden door middel van automatische incasso. De aanslag moet worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden tot 31 december van het kalenderjaar waarin de aanslag wordt opgelegd overblijven. Met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien termijnen bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijn telkens een maand later.
3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het staangeld.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2013.