Organisatie | Schinnen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening gemeente Schinnen 2014 |
Citeertitel | Erfgoedverordening gemeente Schinnen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2014 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 19-12-2013 Goed Nieuws, 8 januari 2014 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2. BEELDBEPALEND PAND
Artikel 2. Het gebruik van het beeldbepalend pand
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het beeldbepalend pand.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een beeldbepalend pand de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd beeldbepalend pand ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het beeldbepalend pand niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 12 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5. Termijnen advies en aanwijzingsbesluit
De advisering zal plaatsvinden tijdens de eerstvolgende vergadering van de dorpsbouwmeester. De monumentencommissie wijst uit haar midden een of meer deskundigen aan die belast worden met de advisering en die daartoe zullen deelnemen aan de beraadslagingen van de dorpsbouwmeester. De advisering zal resulteren in een integraal advies van de dorpsbouwmeester en monumentencommissie.
Artikel 6. Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
INSTANDHOUDING BEELDBEPALEND PAND
Artikel 11. De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2 van het Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in drievoud ingediend.
Artikel 12. Termijnen advies en vergunningverlening
De advisering zal plaatsvinden tijdens de eerstvolgende vergadering van de dorpsbouwmeester. De monumentencommissie wijst uit haar midden één lid of één plaatsvervangend lid aan die belast worden met de advisering en die daartoe zullen deelnemen aan de beraadslagingen van de dorpsbouwmeester. De advisering zal resulteren in een integraal advies van de dorpsbouwmeester met in achtneming van het advies van de monumentencommissie.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het beeldbepalend pand.
Hoofdstuk 2. gemeentelijk monument
AANWIJZING GEMEENTELIJKE MONUMENT
Artikel 15. Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 12 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 18. Termijnen advies en aanwijzingsbesluit
De advisering zal plaatsvinden tijdens de eerstvolgende vergadering van de dorpsbouwmeester. De monumentencommissie wijst uit haar midden een of meer deskundigen aan die belast worden met de advisering en die daartoe zullen deelnemen aan de beraadslagingen van de dorpsbouwmeester. De advisering zal resulteren in een integraal advies van de dorpsbouwmeester en monumentencommissie.
Artikel 19. Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
INSTANDHOUDING VAN GEMEENTELIJKE MONUMENT
Artikel 23. Instandhoudingbepaling
Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voorzover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 24. De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2 van het Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in drievoud ingediend.
Artikel 25. Termijnen advies en vergunningverlening
De advisering zal plaatsvinden tijdens de eerstvolgende vergadering van de dorpsbouwmeester. De monumentencommissie wijst uit haar midden één lid of één plaatsvervangend lid aan die belast worden met de advisering en die daartoe zullen deelnemen aan de beraadslagingen van de dorpsbouwmeester. De advisering zal resulteren in een integraal advies van de dorpsbouwmeester met in achtneming van het advies van de monumentencommissie.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 28. Vergunning voor beschermd rijksmonument
De advisering zal plaatsvinden tijdens de eerstvolgende vergadering van de dorpsbouwmeester. De monumentencommissie wijst uit haar midden één lid of één plaatsvervangend lid aan die belast worden met de advisering en die daartoe zullen deelnemen aan de beraadslagingen van de dorpsbouwmeester. De advisering zal resulteren in een integraal advies van de dorpsbouwmeester met in achtneming van het advies van de monumentencommissie.
Hoofdstuk 5. GEMEENTELIJK BESCHERMD DORPSGEZICHT
Artikel 29. Aanwijzen gemeentelijk beschermd stads- dorpsgezicht
De gemeenteraad kan op voordracht van het bevoegd bezag een deel of delen van de gemeente aanwijzen als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht, welke gelijk gesteld is aan een gemeentelijk monument, ten behoeve van de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke karakteristieken in dit gebied.
Artikel 31. Aanwijzen gemeentelijk beschermd dorpsgezicht
Voor zover in een gebied dat is aangewezen als een beschermend stads- of dorpsgezicht nog geen bestemmingsplan als bedoeld in dit artikel van kracht is, is het verboden bouwwerken en andere werken te plaatsen, op te richten, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen zonder schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag.
Artikel 32 Instandhoudingbepaling
Hoofdstuk 5. Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 33. Instandhoudingbepaling
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;
het bevoegd bezag nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de gemeentelijke archeologische waardenkaart of de gemeentelijke beleidsadvieskaart, dan wel bij het ontbreken daarvan, de provinciale Archeologische Monumentenkaart of de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden;
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 36. Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd bezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe, indien de schade in relatie staat tot:
Artikel 39. Intrekken oude regeling
De Erfgoedverordening 2009 van de gemeente Schinnen, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 8 juli 2010 en daaraan voorafgaande aanverwante verordeningen en navolgende wijzigingen (onder meer d.d. 20 juni 1996 en d.d. 15 september 1999), worden ingetrokken.