Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Verordening Reclameheffing Centrum Vught 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Reclameheffing Centrum Vught 2014
CiteertitelVerordening Reclameheffing Centrum Vught 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ''Verordening op de heffing en invordering van Reclameheffing Centrum Vught 2013” van 15 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van 01 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014Nieuwe regeling

20-12-2013

Het Klaverblad, 31-12-2013

GRIFBW/13 - 001058Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Reclameheffing Centrum Vught 2014

De raad van de gemeente Vught;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;

 

B e s l u i t :

 

Vast te stellen de volgende verordening en bijbehorende kaart:

 

Verordening op de heffing en invordering van Reclameheffing Centrum Vught 2014

 

(Verordening Reclameheffing Centrum Vught 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, ofeen combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal ofander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirectmet de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op degrond;

  • c.

    onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wetwaardering onroerende zaken (WOZ);

  • d.

    jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente

Vught zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclameheffing’ wordt binnen het gebied als bedoeld in

artikel 2 een directe reclamebelasting geheven ter zake van openbare

aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

1.De reclameheffing wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak,waarop en / of waarbij één of meer reclameobjecten worden aangetroffen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclameheffing wordt geheven per onroerende zaak.

  • 2.

    De heffingsmaatstaf is afhankelijk van de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waarderingonroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor hetkalenderjaar met toepassing van artikel 220e van de Gemeentewet.

  • 3.

    Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteldop de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt deheffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van hetbepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waarderingonroerende zaken.

  • 4.

    Het tarief van de heffing is € 1,26 voor elke volle € 1.000,00 van de WOZ-waarde.

  • 5.

    De heffing bedraagt minimaal € 126,00 en maximaal € 1.250,00.

  • 6.

    Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar benedenwordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagereWOZ-waarde leidt tot een lager bedrag voor de reclameheffing.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt,ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is dereclameheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor datjaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van deaanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt deaanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfdegedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in datjaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog vollekalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclameheffing wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclameheffing wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • b.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan degemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan degemeente verschuldigd is;

  • c.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordtgediend, kunnen worden aangemerkt;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst ofaangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt teruitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijkte stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekkinghebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk,charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of centrummanagement,

  • g.

    waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een sticker, vlag, banier of zuil metde naam van de winkeliersvereniging of het centrummanagement;

  • g.

    aangebracht op of in de directe nabijheid van bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • h.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • i.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelenen producten in een etalage of in de winkel;

  • j.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien dezeaanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhurenzaak;

  • k.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, en onroerende zaken in hoofdzaak bestemd voor de openbare eredienst of het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • l.

    zijnde aankondigingen zonder commercieel- of bedrijfsmatig oogpunt, die onlosmakelijk vanuit historisch oogpunt zijn verbonden met de onroerende zaak.

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagenworden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van demaand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en detweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, indien is gekozen voor automatische incasso en wordt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement automatische incasso dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gesteldetermijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van reclameheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met

betrekking tot de heffing en invordering van de reclameheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ''Verordening op de heffing en invordering van Reclameheffing Centrum Vught 2013” van 15 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Reclameheffing Centrum Vught 2014’.

ldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 19 december 2013.

de raadsgriffier,

Mw. K.I. Goossens

de voorzitter,

R.J. van de Mortel