Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
vervangt verordening uit 2009
artikel 229, eerste lid, aanhef en sub a en b Gemeentewet en artikel 15.33 Wet milieubeheer
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2016 | 01-01-2018 | tweede wijziging, aanpassing tarieventabel per 1 januari 2017 | 03-11-2016 Gemeenteblad nr. 743958 d.d. 23 november 2016 | 743958 | |
19-11-2015 | 24-11-2016 | eerste wijziging, aanpassing tarieventabel per 1 januari 2016 | 05-11-2015 Gemeenteblad nr. 573185 d.d. 18 november 2015 | Onbekend | |
21-11-2013 | 19-11-2015 | nieuwe regeling ter vervanging van de verordening uit 2009 | 07-11-2013 Gemeenteberichten in de Krant van Midden-Drenthe d.d. 20 november 2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Midden-Drenthe;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 (Verordening reinigingsheffingen 2014)
Hoofdstuk II. Afvalstoffenheffing
Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
In afwijking van het tweede en derde lid moeten aanslagen, zolang en voor zover de totaal verschuldigde bedragen daarvan door middel van automatische incasso kunnen worden geïnd, worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand vermeld in de dagtekening van de aanslag maanden zijn, met dien verstande dat:
Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verschuldigd door een natuurlijk persoon die een bedrijf of een zelfstandig beroep uitoefent, zijn de afdelingen 1,2 en 5 van Hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing indien de belastingen geen verband houden met de uitoefening met van dat bedrijf of beroep.
Hoofdstuk III. Reinigingsrechten
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3.1.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 16. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 17. Termijnen van betaling
In afwijking van het tweede en derde lid moeten aanslagen, zolang en voor zover de totaal verschuldigde bedragen daarvan door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand vermeld in de dagtekening van de aanslag maanden zijn, met dien verstande dat:
Hoofdstuk IV. Aanvullende bepaling
Artikel 19. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 20. Intrekking/overgangsrecht
De ‘Verordening Reinigingsheffingen van 5 november 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 7 november 2013.
de griffier, C.J. Onderwater
de voorzitter, J. Broertjes
Tarieventabel behorende bij de Verordening tot eerste wijziging van de Verordening Reinigingsheffingen 2014
[betreft tarieventabel per 1 januari 2016. Artikel II van de verordening tot eerste wijziging van de Verordening Reinigingsheffingen 2014 bepaalt als overgangsrecht dat de bepalingen die ingevolge de wijzigingsverordening worden gewijzigd, van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2016 hebben voorgedaan. red]
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.