2.3.1.2 | Welstandstoets | |
2.3.1.2.1 | In gevallen waarin de aanvraag om een (omgevings)vergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en het bouwplan op grond van een wettelijk voorschrift moet worden getoetst aan redelijke eisen welstand (ambtelijk of door een commissie of door een adviseur), wordt het verschuldigde bedrag op grond van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.6 verhoogd met een bedrag van per toetsing. (Toetsing vindt ook (opnieuw) plaats bij een (kleine) wijziging van het uiterlijk van een bouwwerk) | € 120,-- |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie) | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of na gereedkomen van de bouwactiviteit: | 200 % |
| van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges. | |
2.3.1.5 | Beoordeling aanvullende gegevens | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen en die een (op onderdelen) gewijzigd plan tot gevolg hebben: | 10 % |
| van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges. | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 244,-- |
| | |
2.3.3 | Planologische strijdig gebruik | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onderdeel c, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde het bepaalde in andere artikelen in deze verordening: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 420,-- |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 420,-- |
2.3.3.3 | Indien artikel 2.12 eerste lid, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking: projectbesluit) | € 3.480,-- |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 542,-- |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | € 1.347,-- |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): te vermeerderen met rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): exclusief rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) (of indien een voorbereidingsbesluit wordt doorbroken). | € 248,-- |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 213,-- |
| Het bedrag van € 160,75 wordt verhoogd wanneer de oppervlakte van een bouwwerk meer dan 100 m2 bedraagt. De verhoging bedraagt: | |
2.3.5.1 | voor het aantal m2 waarmee de 100 m2 wordt overschreden per m2 | € 1,27 |
2.3.5.2 | voor het aantal m2 waarmee de 500 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,47 |
2.3.5.3 | voor het aantal m2 waarmee de 2.000 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,12 |
2.3.5.4 | voor het aantal m2 waarmee de 5.000 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,03 |
2.3.5.5 | voor het aantal m2 waarmee de 50.000 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,02 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 278,-- |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 278,-- |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 174,-- |
2.3.7.2 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.6 wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning betrekking heeft op een bouwwerk dat wordt gesloopt en is gelegen tegen een of meerdere bestaande en niet te slopen panden, of dat grenst aan een openbare weg, verhoogd met | € 301,-- |
| | |
| Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 174,50 |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | € 174,50 |
2.3.7.2 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.7 wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning betrekking heeft op een bouwwerk dat wordt gesloopt en is gelegen tegen een of meerdere bestaande en niet te slopen panden, of dat grenst aan een openbare weg, verhoogd met | € 301,-- |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening op grond van een bepaling van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 31,40 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 40,60 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of op grond van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 15,80 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie (of de gemeente), waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of op grond van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 30,40 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 30,40 |
| | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: Te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: Te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 135,-- |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € 135,-- |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling rapporten / uitvoeren inspectie /extra toetsing | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief: | |
2.3.16.1 | indien krachtens wettelijk voorschrift of krachtens gemeentelijk beleid een milieukundig bodemrapport moet worden overgelegd en beoordeeld: per afzonderlijk rapport | € 161,-- |
2.3.16.2 | indien krachtens wettelijk voorschrift of krachtens gemeentelijk beleid een archeologisch onderzoeksrapport of een programma van eisen moet worden overgelegd en beoordeeld per afzonderlijk rapport c.q. per programma van eisen: | € 301,-- |
2.3.16.3 | voor het schriftelijk (digitaal/analoog) verstrekken van gegevens over de bodemkwaliteit van bebouwde en onbebouwde percelen bedraagt per rapport | € 27,-- |
2.3.16.4 | voor het beoordelen van een geluidsrapport dat op basis van de Wet geluidhinder moet worden opgesteld in het kader van de hogere grenswaardenprocedure | € 248,-- |
2.3.16.5 | voor een groeveonderzoek: Indien onder of in de nabijheid van het perceel waar een activiteit wordt uitgevoerd een groeve aanwezig is, zal onderzoek worden gedaan naar de gevolgen die deze activiteit op de stabiliteit van de groeven heeft. Het tarief voor dit onderzoek bedraagt: Indien vooraf zonder enig onderzoek duidelijk is dat de activiteit geen invloed heeft op de stabiliteit van de groeven zal het tarief niet in rekening worden gebracht. | € 269,-- |
2.3.16.6 | voor het beoordelen van een door de aanvrager aangedragen gelijkwaardige oplossing en/of een door de aanvrager gevraagde ontheffing van het Bouwbesluit en/of van de Bouwverordening: per beoordeling | € 269,-- |
| | |
| Advies | |
2.3.17 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: Te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3; | € 62,70 |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 523,-- |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 : | € 62,70 |