Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Exploitatieverordening gemeente Roermond 2007 |
Citeertitel | Exploitatieverordening gemeente Roermond 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Op basis van raadsbesluit 3 juli 2008 geldt deze verordening alleen nog voor situaties van voor 1 juli 2008.
Artikel 14 bevat overgangsbepalingen.
Deze regeling vervangt de Exploitatieverordening gemeente Roermond 2000, zoals vastgesteld op 20 augustus 2000; en de Exploitatieverordening gemeente Swalmen, zoals vastgesteld op 26 januari 1995.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-01-2007 | nieuwe regeling | 02-01-2007 Trompetter, 09-01-2007 | 2007/1/2 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
voorzieningen van openbaar nut: onder andere de in artikel 2 vermelde werken en werkzaamheden binnen een exploitatiegebied, alsmede het verrichten daarvan buiten het exploitatiegebied voor zover door deze werken en werkzaamheden de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken direct dan wel indirect gebaat zijn;
Artikel 2 Wijzen van medewerking van de gemeente
Tot de medewerking van de gemeente aan het in exploitatie brengen van grond wordt onder meer gerekend:
Het uitvoeren van voorbereidings-, ontwikkelings-, toezicht- en beheershandelingen met betrekking tot de binnen het exploitatiegebied geprojecteerde of gelegen (bouw)grond waarop geen voorzieningen voor doeleinden van openbaar nut worden aangebracht. Deze handelingen omvatten mede het totstandbrengen van planologische maatregelen inclusief vrijstellingsbesluiten en bouwvergunningen en het behandelen en afwikkelen van daaraan verbonden schadeclaims en kostenclaims ongeacht de daaraan ten grondslag liggende rechtsgronden en schaderegelingen.
Het in enigerlei vorm inbrengen van gemeentelijke gronden binnen of buiten het exploitatiegebied. Daartoe behoren in elk geval gronden die naar het oordeel van het college hetzij mede strekken of mede kunnen strekken ten behoeve van de uitvoering van de onder 1 tot en met 4 bedoelde bouwwerken en werkzaamheden, hetzij anderszins geheel of ten dele dienstbaar kunnen zijn aan dan wel geheel of ten dele mede tot gebruik kunnen strekken van de exploitant, hetzij dienen ter afronding van of het bereiken van een samenhangend exploitatiegebied. Het inbrengen van gronden verschaft de exploitant geen (exclusieve) gebruiks- of genotsrechten hierop, tenzij zulks uitdrukkelijk is overeengekomen dan wel voortvloeit uit ter zake te sluiten separate grondtransacties waarbij zakelijke rechten worden overgedragen, het vestigen van huur en pachtrechten en persoonlijke gebruiksrechten daaronder begrepen.
Artikel 3 Uitvoering van de medewerking
De gemeente zal tot de - verdere - uitvoering van de medewerking overgaan op de wijzen als bedoeld in artikel 2 nadat de grond waarop die uitvoering van medewerking noodzakelijk of gewenst is, aan de gemeente is of wordt afgestaan en de ingevolge artikel 12 door exploitant verschuldigde exploitatiebijdrage is voldaan, dan wel onder voldoende garantie en zekerheden een regeling is getroffen met de exploitant waarbij de voldoening van de exploitatiebijdrage en de afstand van grond zijn gewaarborgd.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het college de uitvoering van de aldaar bedoelde medewerking geheel of gedeeltelijk aan de exploitant toevertrouwen, indien naar het oordeel van het college een doelmatige en tijdige uitvoering onder voldoende garantie en zekerstellingen is gewaarborgd. Het college kan voorwaarden stellen aan de uitvoering door de exploitant. De overige bepalingen van de verordening vinden in dit geval toepassing op een voor zoveel nodig aan deze afwijking aangepaste wijze en de exploitatiebijdrage als bedoeld in artikel 12 kan gedeeltelijk in geld en natura worden vastgesteld.
Artikel 5 Aanvraag voor medewerking
Ingeval een aanvraag voor een bouw- of aanlegvergunning en/of een aanvraag voor vrijstelling of bestemmingswijziging wordt ingediend door de exploitant, waarbij de verlening van de bouw- of aanlegvergunning of de medewerking aan de vrijstelling of bestemmingsplanherziening afhankelijk is van of verband houdt met of is aan te merken als of zou kunnen leiden tot wenselijk of noodzakelijk geachte medewerking op de wijzen als bedoeld in artikel 2, wordt hiervan zo spoedig mogelijk doch in ieder geval voor de beslissing op de hier bedoelde aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager.
Daarbij kan een (voorlopige) raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking dan wel tot het aanvaarden van een gemeentelijk aanbod tot medewerking.
Artikel 6 Beslissing omtrent medewerking
Indien op aanvraag dan wel op aanbod tot medewerking wordt besloten, doet het college die beslissing in tweevoud vergezellen van een ontwerp-exploitatieovereenkomst. De exploitant krijgt in geval van overeenstemming met de exploitatieovereenkomst, vier weken de gelegenheid om de ontwerpovereenkomst ondertekend aan het college toe te zenden. Het college zendt uiterlijk vier weken na ontvangst van de door de exploitant ondertekende ontwerpovereenkomst een door hen ondertekend exemplaar aan de exploitant.
Door ondertekening van de ontwerpovereenkomst door het college en de exploitant is de overeenkomst rechtsgeldig en bindend tot stand gekomen inclusief en onverminderd de daarin opgenomen voorwaarden en bedingen, waaronder begrepen voorbehouden verband houdende met noodzakelijke goedkeuring door de gemeenteraad of andere overheidsorganen dan wel verband houdende met de noodzakelijke aanwijzing van het desbetreffende exploitatiegebied en/of vaststelling van de bijbehorende exploitatieopzet of herzieningen daarvan.
Artikel 7 Aanhouding aanvraag voor medewerking
De reactie op de aanvraag voor medewerking kan worden aangehouden:
Artikel 8 Weigeringsgronden voor een exploitatieovereenkomst
De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft onder meer niet te worden verleend indien:
Artikel 9 Inhoud exploitatieovereenkomst
De exploitatieovereenkomst bevat - voor zover van toepassing - onder meer bepalingen inzake:
in gevallen waarbij het college besluit de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de door de gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant op te dragen: de opdracht of aanlegverplichting en sluitende waarborgen voor tijdige en kwalitatief goede uitvoering en voor de nakoming van de financiële verplichtingen van de exploitant;
Artikel 10 Kosten van exploitatie
Voor de berekening van kosten en de vaststelling van exploitatiebedragen, wordt onder kosten van in exploitatie brengen begrepen:
De inbrengwaarde van de binnen het exploitatiegebied door de gemeente in te brengen gronden, bestaande uit:
De waarden bedoeld in sub 1 en 2 worden vastgesteld op basis van marktwaardeberekening, doch niet lager dan het totaal van de gemeentelijke kosten van verwerving, beheer inclusief renteverliezen ter zake van die gronden en opstallen.
De kosten van aanleg of uitvoering door de gemeente van de onder artikel 2 omschreven wijzen van medewerking, tenzij die wijzen van medewerking geen verband houden met of invloed hebben op het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied, met zonodig vermelding van het aandeel dat ten laste van de gronden in het exploitatiegebied wordt gebracht. Onder de in artikel 2 genoemde wijzen van medewerking dienen mede te worden begrepen de investeringslasten van de reeds in het verleden binnen of mede ten behoeve van het exploitatiegebied uitgevoerde (bovenwijkse) voorzieningen c.q. wijzen van medewerking voor zover bedoelde investeringslasten niet inmiddels bij exploitanten of bij gronduitgifte of bij wege van baatbelasting op voet van artikel 222 van de Gemeentewet zijn verhaald.
Alle geldelijke gevolgen voor de gemeente van overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, in ieder geval:
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding, planbeheer en plantoezicht. Onder deze kosten wordt ten minste verstaan: de kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen, structuurvisies, bestemmingsplannen, planmatige uitwerkingen of -wijzigingen, besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan en van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen, alsmede toe te kennen schade- en kostenvergoedingen. Onder schadevergoedingen als bedoeld in de vorige volzin zijn mede begrepen begrote en/of toegekende schadevergoedingen op basis van besluiten ingevolge artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en op basis van (zelfstandige) schadebesluiten ingevolge andere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke regelgeving, zowel met betrekking tot bouwgronden als de overige gronden waarop voorzieningen als bedoeld in artikel 2 worden getroffen en de daarmee verband houdende kosten.
De kosten als bedoeld onder a., b., c. en f. kunnen via een opslagpercentage worden bepaald.
Artikel 11 Wijze van toerekening
Onder de grondoppervlakte als bedoeld in het vorige lid, wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de in exploitatie te brengen grond of uitgeefbare grond. De grondoppervlakte kan desgewenst worden gecorrigeerd met een liggings- en bestemmingsfactor, waarin de mate van baat bij de voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Artikel 12 Vaststelling exploitatiebijdrage
De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, het bedrag dat volgens de voorgaande bepalingen aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten van eigendomsoverdracht van de gronden aan de gemeente bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut vallende en de kosten van kadastrale uitmeting.
Indien en voor zover artikel 11 onder 2. c.q. artikel 9, onder 2. sub d. van toepassing is, wordt de exploitatiebijdrage verminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de in lid a, tweede volzin, bedoelde grond die door de exploitant is ingebracht, wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld.
Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.
Van de exploitant kan een bijdrage worden verlangd in vanwege de raad ingestelde reserves of voorzieningen ten behoeve van buiten het exploitatiegebied aanwezige en/of te realiseren voorzieningen van openbaar nut dan wel ten behoeve van verrekening met exploitatiegebieden met eventuele tekorten in de exploitatie. De raad stelt de hoogte van de bijdragen aan dergelijke reserves of voorzieningen periodiek vast.
Artikel 13 Relatie baatbelasting
In een gebied waarvoor een bekostigingsbesluit is genomen ten behoeve van een eventuele heffing van baatbelasting, zal, indien de exploitant een exploitatieovereenkomst aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Indien een exploitant, in een gebied waarvoor een bekostigingsbesluit is genomen ten behoeve van een eventuele heffing van baatbelasting, niet bereid is tot het aangaan van de in artikel 6 genoemde overeenkomst, maakt het college aan exploitant bekend dat het kostenverhaal kan plaatsvinden door middel van een baatbelasting, zulks overeenkomstig de bepalingen als opgenomen in het bekostigingsbesluit.
Artikel 14 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening een exploitatiegebied is aangewezen en een exploitatieopzet is vastgesteld, een exploitatieovereenkomst is afgesloten of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden, de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voor zover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing.
Ten aanzien van exploitatiegebieden binnen het grondgebied van de voormalige gemeente Swalmen, waarvoor geldt dat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening door de gemeenteraad een bekostigingsbesluit is genomen, een exploitatieovereenkomst is afgesloten of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, blijft de Exploitatieverordening gemeente Swalmen 1994 van toepassing tot twee jaar nadat de ten behoeve van dat exploitatiegebied getroffen en/of te treffen voorzieningen van openbaar nut geheel zijn voltooid.
Aanvragen van exploitanten voor gemeentelijke medewerking aan het in bouwexploitatie brengen van gronden ingekomen vòòr het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog geen beslissing is genomen of waarop de beslissing is aangehouden, worden behandeld met inachtname van deze verordening.
Deze verordening treedt na vaststelling in werking op de dag na haar bekendmaking conform het bepaalde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.
Op dat zelfde tijdstip vervallen de “Exploitatieverordening gemeente Roermond 2000”, vastgesteld bij besluit van de Raad van de gemeente Roermond van 20 augustus 2000 en de “Exploitatieverordening gemeente Swalmen 1994”, vastgesteld bij besluit van de Raad van de gemeente Swalmen van 26 januari 1995, gewijzigd bij besluit van de Raad van de gemeente Swalmen van 16 oktober 1997.