Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Midden-Drenthe

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Midden-Drenthe
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

vervangt de verordening uit 2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 lid 1, aanhef en onder a en b Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-201304-12-2014Nieuwe regeling vervangt de verordening van 2009

07-11-2013

Gemeenteberichten in de Krant van Midden-Drenthe van 20 november 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014.

De raad van de gemeente Midden-Drenthe;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet ;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2014)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaatsen in de gemeente;

  • b.

    graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    grafkelder: ieder gemetselde, betonnen of daarmee gelijk te stellen ruimte waarin een stoffelijk overschot kan worden geplaatst.

  • d.

    urnengraf/ruimte: grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De onderhoudsrechten, bedoeld in de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

Andere rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan de onderhoudsrechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. a. In afwijking van lid 1 kunnen op verzoek de totaal verschuldigde rechten worden betaald in ten hoogste 12 maandelijkse termijnen;

  • b. Het college is bevoegd om op verzoek in individuele gevallen een ruimere betalingsregeling toe te staan.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12 Intrekking / overgangsrecht

De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2010' van 5 november 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 maart 2013, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2014.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad,

gehouden op 7 november 2013.

de griffier, C.J. Onderwater

de voorzitter, J. Broertjes

Tarieventabel behorende bij de lijkbezorgingsrechten 2014.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten    
       
1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:    
1.1.1 1.1.2-voor een periode van 10 jaar -voor een periode van 25 jaar€ € 689,00 1.722,00
1.1.3-voor een periode van 35 jaar2.411,00
       
1.2Voor het verlenen van het recht als bedoeld in onderdeel 1.1. ten behoeve van een kind, overleden beneden de twaalf jaar wordt geheven: (50% van de in onderdeel 1.1 genoemde bedragen)    
1.2.1 1.2.2-voor een periode van 10 jaar -voor een periode van 25 jaar€ €345,00 861,00
1.2.3-voor een periode van 35 jaar1.206,00
       
1.3Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:    
1.3.1 1.3.2-voor een periode van 10 jaar -voor een periode van 25 jaar€ €345,00 861,00
1.3.3-voor een periode van 35 jaar1.206,00
       
1.4Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:    
1.4.1 1.4.2-voor een periode van 10 jaar -voor een periode van 25 jaar€ € 416,00 1.040,00
1.4.3-voor een periode van 35 jaar1.457,00
       
1.5Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.1 tot en met 1.4 wordt geheven voor het: (voor het verlengen met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan 40% van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van die rechten voor 25 jaar):    
       
1.5.1-verlengen van het recht op een graf overledene 12 jaar en ouder:    
1.5.1.1 1.5.1.2 1.5.1.3 1.5.1.4-met 5 jaar -met 10 jaar -met 15 jaar -met 20 jaar€ € € €344,50 689,00 1.033,50 1.378,00
1.5.2.-verlengen van het recht op een graf overledene jonger dan 12 jaar:    
1.5.2.1 1.5.2.2 1.5.2.3 1.5.2.4-met 5 jaar -met 10 jaar -met 15 jaar -met 20 jaar€ € € €172,00 344,50 517,00 689,00
1.5.3.-verlengen van het recht op een urnengraf:    
1.5.3.1 1.5.3.2 1.5.3.3 1.5.3.4-met 5 jaar -met 10 jaar -met 15 jaar -met 20 jaar€ € € €172,00 344,50 517,00 689,00
1.5.4-verlengen van het recht op een urnennis:    
1.5.4.1 1.5.4.2 1.5.4.3 1.5.4.4-met 5 jaar -met 10 jaar -met 15 jaar -met 20 jaar€ € € €208,00 416,00 624,00 832,00
       
Hoofdstuk 2 Begraven    
       
2.1Voor het begraven van een lijk van een persoon van 1 jaar of ouder wordt geheven520,00
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven260,00
2.3Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1 en 2.2 verhoogd met260,00
2.4Onder buitengewone uren wordt verstaan: voor 10.00 uur en na 16.00 uur en in het weekend    
       
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen    
       
3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven    
3.1.1-in een (urnen)grafruimte160,00
3.1.2-in een urnennis157,00
       
Hoofdstuk 4 Grafkelders    
       
4.1Voor het plaatsen van een grafkelder wordt per grafruimte geheven153,00
       
Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud    
       
5.1Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Midden-Drenthe”, wordt geheven: voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis153,00
5.2Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in 5.1.1 wordt geheven:    
5.2.1-per jaar77,00
 -voor een periode van 25 jaar (afkoopsom)1.481,00
       
Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen    
       
6.1Voor het inschrijven en overboeken van eigen graf- of urnenruimten in een daartoe bestemd register wordt geheven5,00
       
Hoofdstuk 7 Opgraven, schudden, ruimen, verstrooien    
       
7.1Voor het na opgraven of schudden weer opnieuw begraven van een lijk wordt geheven397,00
7.2Voor het verkrijgen van toestemming voor het schudden van een graf, wordt geheven1.126,00
7.3.1Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn wordt geheven:    
 -uit een grafruimte45,00
 -uit een urnennis194,00
7.3.2Bij het weer terugplaatsen van de asbus of urn wordt geheven:    
 -in een grafruimte160,00
 -in een urnennis69,00
7.4Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven61,00
7.5Voor het plaatsen van een gedenkteken op een gedenkmuur bij het strooiveld141,00
       
Hoofdstuk 8 Overige heffingen    
       
8.1Voor het aanbrengen van een bloemenstandaard bij een urnennis wordt geheven154,00
8.2Voor het voorlopen door een gemeenteambtenaar bij een begrafenis wordt geheven91,00

Behorende bij raadsbesluit van 7 november 2013;

de griffier,