Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

• a.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo.

• b.

  Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

• c.

  WWB: Wet werk en bijstand.

• d.

  Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang: voorzieningen zoals omschreven in de Wmo, artikel 1c en 1d.

• e.

  Voltijdsopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn, inclusief kortdurende crisisopvang en vrouwenopvang. Deze voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding.

• f.

  Instelling: een professionele organisatie die maatschappelijke opvang of vrouwenopvang aanbiedt en met de gemeente Venlo een subsidie- of inkooprelatie heeft.

• g.

  Cliënt: een persoon van 18 jaar of ouder die, eventueel samen met minderjarige kinderen, in Venlo gebruik maakt van een opvangvoorziening van een instelling.

• h.

  Bijstandsnorm: de van toepassing zijnde normen, inclusief gemeentelijke toeslagen c.q. verlagingen en inclusief vakantietoeslag, e.e.a. als bedoeld in de artikelen 20 t/m 30 van de WWB.

• i.

  Norm persoonlijke uitgaven: de van toepassing zijnde normen ingevolge artikel 23 lid 1 van de WWB bij verblijf in een inrichting (zak- en kleedgeld, artikel 23 lid 1 van de WWB) vermeerderd met de netto kosten zorgverzekering (premie minus zorgtoeslag cf. artikel 23 lid 2 van de WWB);

• j.

  Eigen bijdrage: de financiële bijdrage die een cliënt verschuldigd is voor voltijds opvang door een instelling zoals bedoeld in deze verordening.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening heeft betrekking op cliënten die gebruik maken van de instellingen die door de centrumgemeente Venlo bekostigde voltijdsopvang aanbieden in de regio Noord- en Midden-Limburg.

Artikel 3 Bevoegdheid college

• 1.

  Het college is bevoegd om voor de individuele cliënt de geldende eigen bijdrage voor voltijdsopvang vast te stellen en te innen.

• 2.

  Het college kan nadere regels stellen voor de uitvoering van deze verordening.

Artikel 4 Hoogte eigen bijdrage

• 1.

  De eigen bijdrage voor de voltijdsopvang is gelijk aan het verschil tussen de voor de cliënt geldende bijstandsnorm en de norm persoonlijke uitgaven. Indien de instelling geen voeding verstrekt wordt de norm persoonlijke uitgaven verhoogd met een bedrag voor voeding, gelijk aan het bedrag dat het Nibud hiervoor hanteert.

• 2.

  Voor cliënten jonger dan 21 jaar en voor cliënten van de vrouwenopvang, wordt de eigen bijdrage vastgesteld door het college.

• 3.

  De eigen bijdrage voor voltijdsopvang wordt voor de cliënt bepaald per maand, waarbij de bijdrage is verschuldigd voor iedere dag dat de cliënt gebruik maakt van de voltijdsopvang.

• 4.

  Over de hoogte van de eigen bijdrage ontvangt de cliënt een beschikking.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van bepalingen in deze verordening, indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014 en is van toepassing op cliënten die na deze datum in de voltijdsopvang worden toegelaten.

• 2.

  Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening eigen bijdrage MO/VO”.