Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening hondenbelasting 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 11-11-2013 Gemeenteblad, 2013, 62 | 2013/116 |
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van één of meer honden binnen de gemeente.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingschuld in de loop van het belastingjaar
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belasting jaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, wordt geheel of gedeeltelijke ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden resteren.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
a. die zijn opgeleid tot en dienen als assistentiehond en als zodanig door een blind persoon of een persoon met een lichamelijke en/of geestelijke beperking worden gehouden of die verblijven bij een opleider van een hulp- of geleidehondorganisatie om te worden opgeleid tot assistentiehond.
b.Onder assistentiehonden wordt verstaan:
Artikel 9 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening hondenbelasting 2014"
De redactie van artikel 9 is aangepast aan de VNG modelverordening en de betalingssystematiek van de gemeente.
Ten opzichte van 2013 stijgen de tarieven hondenbelasting met 9,15 %. Voor 2014 wordt een totale opbrengst hondenbelasting verwacht van € 1.768.000,--. Dit is inclusief een extra te realiseren opbrengst van € 389.000,-- vanuit het in 2011 genomen besluit tot opbrengstenverhoging.
De totale kosten bedragen naar verwachting € 1.379.000,--. De toerekening aan de hondenbelasting laat een stijging zien van € 6.000,-- ten opzichte van 2013.
Tariefontwikkeling hondenbelasting