Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 (reinigingsheffingen) |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Verordening reinigingsheffingen 2014 vervangt Verordening reinigingsheffingen 2013.
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 12-12-2013 Leusder Krant, 18-12-2013 | 215796 |
De raad van de gemeente Leusden;
gelezen het voorstel van het college d.d. 5 november 2013, nummer 215885;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 (reinigingsheffingen)
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder een perceel: een gebouwde onroerende zaak – of een gedeelte daarvan – dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt.
Met een perceel wordt gelijk gesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
In deze verordening wordt verstaan onder een bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan – geen perceel zijnde.
HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieven wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene, die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van
een perceel ten aanzien waarvan de gemeente verplicht is tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belastingplicht bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingbedrag als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingbedrag als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de belastingaanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.
Belastingaanslagen waarvan de dagtekening in het desbetreffende belastingjaar ligt en waarvoor de heffingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle danwel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan twee bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 neergelegde hoofdregel.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt, bedoeld in artikel 10.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en tarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingplicht en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingbedrag als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingbedrag als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de belastingaanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.
Belastingaanslagen waarvan de dagtekening in het desbetreffende heffingsjaar ligt en waarvoor de heffingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende heffingsjaar volle danwel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan twee bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 neergelegde hoofdregel.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
HOOFDSTUK IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 19 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening reinigingsheffingen 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 12 december 2013,
mevrouw mr. J.S.Y. Houtman mevrouw drs. A. Vermeulen
griffier voorzitter
Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening reinigingsheffingen 2014’
Hoofdstuk 1 Tarieven afvalstoffenheffing (huishoudelijk afval)
Hoofdstuk 2 Tarief reinigingsrechten (bedrijfsafval)
Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid bedraagt per belastingjaar € 185,13 per bedrijfspand inclusief 21% btw. | |
Hoofdstuk 3 Tarieven bouw-, sloop- en tuinafval en banden van voertuigen
Hoofdstuk 4 Tarieven ophalen grof huishoudelijk afval