Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Coördinatieverordening Hollands Kroon 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCoördinatieverordening Hollands Kroon 2012
CiteertitelCoördinatieverordening Hollands Kroon 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 Gemeentewet
  2. artikel 3:30 Wet ruimtelijke ordening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-2013Nieuwe regeling

27-09-2012

CTR 23-01-2013

Agendapunt 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Coördinatieverordening Hollands Kroon 2012

De gemeenteraad van Hollands Kroon

 

Gelezen het voorstel van het College van 24 juli 2012

 

Besluit:

Met inachtneming van het mondeling door het CDA ingediende amendement A 2012 28  tot wijziging van de verwijzing naar “lid 4” in artikel 4 onder c in “lid 5”, de navolgende coördinatie verordening Hollands Kroon 2012 vast te stelle:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    besluit: besluit als bedoeld in artikel 3:30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    coördineren: het gelijktijdig en in samenhang voorbereiden van besluiten in één gezamenlijke procedure volgens de coördinatieregeling van Afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • c.

    bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • d.

    uitwerkingsplan, wijzigingsplan: een uitwerkingsplan, respectievelijk wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • e.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • f.

    Wro: Wet ruimtelijke ordening;

  • g.

    bouwen: bouwen als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Wabo;

  • h.

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo of een fase daarvan, als bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo;

  • i.

    aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag om omgevingsvergunning heeft ingediend.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • a.

    Deze verordening is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan tezamen met een besluit over één of meer daarmee samenhangende omgevingsvergunningen.

  • b.

    De in lid a bedoelde omgevingsvergunning bevat in ieder geval de component bouwen.

  • c.

    Aan de in lid a en b bedoelde gecoördineerde voorbereiding van besluiten kan tevens de voorbereiding van één of meerdere besluiten als bedoeld in artikel 3 gerelateerd zijn.

Artikel 3 Vergunningen en ontheffingen die naast de omgevingsvergunning deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan vast te stellen

  • a.

    een verkeersbesluit, als bedoeld in de artikelen 15 en 18 lid 1 van de Wegenverkeerswet en artikel 12 van de Administratieve bepalingen voor het wegverkeer;

  • b.

    het besluit tot vaststelling van een hogere waarde als bedoeld in artikel 45, 47, 55, 61, 83, 85 en/of 100a van de Wet geluidhinder.

Artikel 4 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd

In de volgende gevallen en onder de volgende condities bevordert het college van burgemeester en wethouders een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2, de aanvrager is in geen geval verplicht tot coördinatie:

  • a.

    het besluit over een aanvraag om een omgevingsvergunning, die op het moment van indienen op grond van artikel 2.10, lid 1, sub c of artikel 2.11 lid 1 van de Wabo geweigerd zou moeten worden en die slechts op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo kan worden verleend, en het besluit over het bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan dat de omgevingsvergunning mogelijk maakt, maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten en

  • b.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat het besluit als bedoeld onder a gecoördineerd kan worden voorbereid en

  • c.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat zich geen belemmering als bedoeld in artikel 5 voordoet en

de aanvrager heeft verzocht om een wijziging van het bestemmingsplan en zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de gecoördineerde voorbereiding en met de gevolgen die dat voor de aanvrager heeft.

Artikel 5 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening mogelijk is

In de volgende gevallen is een gecoördineerde voorbereiding op grond van deze verordening niet mogelijk:

  • a.

    er moet op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    als blijkt dat de planologische mutatie schade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager niet bereid is deze schade voor zijn rekening te nemen.

Artikel 7 Procedureregeling

  • a.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een procedureregeling vaststellen ten behoeve van een goede uitvoering van de coördinatieregeling;

  • b.

    De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in aanmerking te kunnen komen;

  • c.

    de procedure kan bepalen hoe het college van burgemeester en wethouders toepassing geeft aan artikel 3.20 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling als bedoeld onder lid a heeft vastgesteld, is, aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet;

  • e.

    Bij de toepassing van lid d is het college van burgemeester en wethouders het aangewezen coördinerend orgaan als bedoeld in artikel 3.22 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    Als de gemeenteraad besloten heeft dat het wenselijk is dat de coördinatieregeling wordt toegepast in een of meer andere gevallen dan die welke in deze verordening zijn genoemd, dan zijn de leden a tot en met d van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die gevallen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Coördinatieverordening Hollands Kroon 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 september 2012.

De raad voornoemd,

Griffier Voorzitter