Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaal

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening, afdeling 8A

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWijziging Algemene Plaatselijke Verordening, afdeling 8A
CiteertitelWijziging Algemene Plaatselijke Verordening, afdeling 8A
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Algemene Plaatselijke Verordening 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Drank-en Horecawet, art. 4, lid 1
  3. Drank-en Horecawet, art. 4, lid 2
  4. Drank-en Horecawet, art. 4, lid 3
  5. Drank-en Horecawet, art. 25a
  6. Drank-en Horecawet, art. 25b
  7. Drank-en Horecawet, art. 25c
  8. Drank-en Horecawet, art. 25d

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-201425-12-2014intrekking

12-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 24-12-2014

Z-14-07365 / INT-14-03184
01-01-201425-12-2014Toevoeging afdeling 8A

12-12-2013

Lingewaaljournaal, 16-12-2013

2013-082

Tekst van de regeling

Intitulé

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening, afdeling 8A

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening, afdeling 8A

Hoofdstuk 1  

Na afdeling 8 van Hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lingewaal 2013 wordt een afdeling ingevoegd, luidend:

Afdeling 8A Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en horecawet

Artikel 2.34a Schenktijden paracommerciële inrichtingen

Paracommerciële rechtspersonen mogen uitsluitend alcoholhoudende drank verstrekken gedurende de periode beginnende met één uur voor aanvang en eindigende met één uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon en niet buiten 12:00 uur en 24:00 uur.

Artikel 2.34b Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

  • 1

    In een paracommerciële inrichting is het toegestaan alcoholhoudende drank te schenken ten tijde van activiteiten die verband houden met de doelstelling zoals omschreven in de statuten van de instelling.

  • 2

    In de onderstaande niet limitatieve opsomming wordt aan de hand van typen paracommerciële horeca-inrichtingen aangegeven in welke gevallen het is toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken:

    a. Sportieve/recreatieve instellingen

    - Wedstrijden, toernooien en sportdagen

    - Trainingsdagen

    - Sociale activiteiten die aansluiten bij de doelstelling van de vereniging (bv sponsorbijeenkomsten en toernooien

    - Bijeenkomsten/vergaderingen/ jubileum of afscheidsfeest van het bestuur

    - Het geven van sportcursussen

    - Het maken van het clubblad

    - Regionale bijeenkomsten van sportinstellingen

    - Verenigingsjubileumfeest

    - Kampioensfeesten/recepties die betrekking hebben op de functionaliteit van de instelling;

    - Afscheidsfeest van het bestuur/een bestuurslid

    - Kerstviering

    - Nieuwjaarsborrel

    - Maximaal 6 keer per jaar een feestavond voor vrijwilligers of voor leden, mits hiervan 10 werkdagen voorafgaand aan de feestavond melding wordt gedaan bij de burgemeester. Tijdens de feestavond voor vrijwilligers of leden mag ook worden afgeweken van de schenktijden tot sluitingstijd De melding betreft dan tevens de afwijking van de schenktijden tot sluitingstijd.  

    b. Sociaal-culturele instellingen

    - Indien sprake van een dorpshuis: kleinschalige lief-en leed bijeenkomsten van buurtbewoners (inwoners van de kern waar instelling is gevestigd)

    - Bijeenkomsten/vergaderingen/ jubileumfeesten van het bestuur van de inrichting

    - Bijeenkomsten/vergaderingen / jubileumfeesten van de besturen van de verenigingen en stichtingen die gebruik maken van de inrichting

    - Sociaal-culturele evenementen

    - Kerstviering

    - Nieuwjaarsborrel

    - Maximaal 6 keer per jaar een feestavond voor vrijwilligers of voor leden, mits hiervan 10 werkdagen voorafgaand aan de feestavond melding wordt gedaan bij de burgemeester. Tijdens de feestavond voor vrijwilligers of leden mag ook worden afgeweken van de schenktijden tot sluitingstijd. De melding betreft dan tevens de afwijking van de schenktijden tot sluitingstijd. 

  • 3

    In een paracommerciële inrichting zijn activiteiten met alleen koffie/fris/thee altijd toegestaan, mits er geen sprake van strijdigheid met het geldende bestemmingsplan is. 

Artikel 2.34c Ontheffingen privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden en schenktijden

  • 1

    De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard op aanvraag voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de in artikel 2:34a en 2:34b gestelde verboden en beperkingen.

  • 2

    2. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffingen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 2.34d Intrekkingsgronden ontheffing

De in artikel 2:34c bedoelde ontheffingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, of

b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat c. intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist, of

d. zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, of

e. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen, of

f. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn, of

g. indien de houder van de ontheffing dit verzoekt.

Artikel 2.34e verbod happy hours

Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Hoofdstuk 2 Overgangsrecht

1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen:

a. de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld;

b. de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend;

c. de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening, afdeling 8A’.

Gemeente Lingewaal, 12-12-2013

Toelichting 1 Wijzigingen in de toelichting

De toelichting bij de APV wordt gewijzigd als volgt:

A

In de toelichting bij artikel 6:1, Strafbepaling, wordt de laatste zin van de paragraaf met het kopje “Medebewindvoorschriften” gewijzigd als volgt:

Dat betreft

•artikel 2:6; overtreding van deze voorschriften is strafbaar gesteld in artikel 437 en 437ter van het WvSr (boete van de tweede respectievelijk derde categorie) en

•de voorschriften uit afdeling 8a van de APV. Zie daarvoor het algemene gedeelte van de toelichting bij die afdeling.

B

Aan de toelichting bij artikel 6:2, Toezichthouders, wordt onder het kopje “Bijzondere wetten” de volgende zin toegevoegd na “Ook in artikel 100 van de Woningwet …….. zonder toestemming van de bewoners”:

In artikel 42 van de Drank- en Horecawet krijgen de toezichthouders die belast zijn met het toezicht op het bepaalde bij en krachtens die wet (het gaat hier om hoofdstuk 8a van de APV) eveneens de bevoegdheid om een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoners, als daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt aan particulieren of als zij vermoeden dat dat daar gebeurt.

Bij artikelsgewijze toelichting wordt na artikel 2:34 ingevoegd afdeling 8A aldus:

C

Aan de toelichting wordt na artikel 2:34 ingevoegd als volgt:

AFDELING 8A BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET

Algemeen

Deze verordening bevat medebewindbepalingen die zijn gebaseerd op de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet (DHW). Het heeft de vorm van een wijzigingsverordening waarmee een nieuwe afdeling 8A wordt ingevoegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

Toezichthouders

De toezichthouders worden benoemd door de burgemeester. Zij kunnen worden vermeld in artikel 6:2 van de APV. Op grond van artikel 42 van de DHW hebben zij de bevoegdheid om woningen binnen te treden zonder toestemming van de bewoners, als de toezichthouder vermoedt dat daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt of als dat daadwerkelijk gebeurt.

Definities

De begripsbepalingen uit de DHW werken door in de op de DHW gebaseerde regelgeving en dienen dus niet herhaald te worden. Met betrekking tot afdeling 8A van de APV zijn de volgende van belang.

• Alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat.

• Horecabedrijf (komt in deze verordening overigens alleen in een opschrift voor): de activiteit die bestaat uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. In afdeling 8 van deze APV (toezicht op openbare inrichtingen) wordt de term horecabedrijf niet gebruikt, maar de term openbare inrichting. Uit de definitie in artikel 2:27 van deze APV blijkt dat onder openbare inrichtingen niet alleen horecabedrijven als bedoeld in de DHW vallen, maar ook bedrijven waar alleen alcoholvrije drank wordt geschonken, of rookwaar voor gebruik ter plaatse wordt versterkt (coffeeshops), of zwak-alcoholhoudende drank om mee te nemen wordt verkocht (snackbars en dergelijke). Op de horecabedrijven in de zin van de DHW is dus zowel afdeling 8 als afdeling 8a van de APV van toepassing.

• Horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

• Inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.

• Paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.

• Sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn.

• Slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen.

• Zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank.

Artikelsgewijs toelichting

Artikel 2:34a Schenktijden paracommerciële inrichtingen

Achtergrond

De wijziging van de Drank- en Horecawet per 1 januari 2013 legt gemeenten de plicht op om in een verordening de schenktijden van de paracommerciële inrichtingen te reguleren. Door invoering van deze maatregel vervalt de in november 2000 in de Drank- en Horecawet opgenomen eis dat paracommerciële rechtspersonen in een bestuursreglement (huisreglement) schenktijden opnemen. Ook vervalt de eis dat dagen en tijdstippen waarop geschonken wordt duidelijk zichtbaar zijn. Met het reguleren van de schenktijden van de paracommerciële horeca kan worden bewerkstelligd dat het verstrekken van alcoholhoudende drank een nevenactiviteit van de vereniging blijft naast de primaire activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. Deze maatregel past binnen het uitgangspunt van de wijziging van de DHW om de verantwoordelijkheid voor het lokale alcoholbeleid, en dus ook de schenktijden van paracommerciële inrichtingen, meer een zaak van de gemeenteraad te laten worden dan tot op heden het geval was. Het waren tot nu toe in de praktijk toch veelal de paracommerciële rechtspersonen zelf die hun schenktijden bepaalden (en vastlegden in het bestuursreglement). Het gevolg was dat veel inrichtingen een enorm ruime schenktijd hanteerden die regelmatig overeenkwam met de commerciële horeca.

Het bestuursreglement (artikel 9 Drank- en Horecawet)  blijft overigens wel verplicht. In het reglement dient in elk geval vastgelegd te worden welke normen het bestuur stelt aan de voorlichtingsinstructie die de barvrijwilligers krijgen. Ook moet in het bestuursreglement opgenomen worden hoe wordt toegezien op de naleving van het reglement.

Omdat de horecafunctie een ondersteunende rol vervult aan de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon, kunnen ook schenktijden worden vastgesteld op één uur voor, tijdens en één uur na deze hoofdactiviteit. Dat is tot nu toe een veel voorkomende bepaling. Dit geeft echter aanleiding tot allerlei creatieve constructies om de schenktijden op te rekken. De ‘één uur voor, tijdens en na’- bepaling alleen is dan ook niet te handhaven. Derhalve is ervoor gekozen om in combinatie hiermee ook de vaste schenktijden te hanteren.

2.34a

Vanuit met name de paracommerciële horeca met sportieve doelstelling is aangegeven dat het wenselijk is dat geen absolute tijden worden opgenomen voor het schenken van alcohol, maar dat het beter is om het schenken direct te koppelen aan de activiteiten.  (bv. één uur voor en één uur na de voetbaltraining of de samenkomst bewoners voor een cursus koken). Dit voorstel is overgenomen met dien verstande dat vanwege handhaving ook absolute schenktijden worden vastgelegd waarbinnen alcohol mag worden verstrekt. Het zal immers moeilijk zijn voor een toezichthouder om precies te weten wanneer een activiteit is gestart of gestopt. In ieder geval is met het oog op alcoholmatiging als standpunt ingenomen dat alleen tussen 12:00 en 24:00 uur alcohol mag worden.

De schenktijden gelden voor alle paracommerciële horeca-inrichtingen en staan los van de sluitingstijden. Als sprake is van ruimere openingstijden mag de paracommerciële horeca-inrichting gewoon geopend zijn. Buiten 12:00 uur en 24:00 uur is het alleen niet toegestaan om alcohol te schenken.

Voor bepaalde typen paracommerciële horeca mag onderscheid worden gemaakt. Het regionaal model maakt onderscheid voor paracommerciële inrichtingen met een sportieve doelstelling en voor paracommerciële inrichtingen gericht op senioren.

Dit onderdeel is in het voorstel van Lingewaal niet overgenomen. Naar aanleiding van de bijeenkomsten is besloten om de schenktijden zo te verruimen dat paracommerciële horeca, ongeachte het type, tussen 12:00 uur en 24:00 uur alcohol mogen schenken.

Artikel 2:34b Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

Achtergrond

Artikel 4 van de Drank- en Horecawet bevat onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Deze regels moeten onder meer betrekking hebben op in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard (artikel 4, derde lid onder b, van de wet) en op in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn (artikel 4, derde lid onder c, van de wet).

Met dit artikel in deze verordening wordt aan de verplichting om dit bij gemeentelijke verordening te regelen voldaan.

Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op: bijeenkomsten, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Voor zover die bijeenkomsten ook een zakelijk karakter hebben dat direct verband houdt met de activiteiten van de rechtspersoon, zoals het afscheid van de voorzitter van een vereniging, vallen deze niet onder het bereik van deze bepaling.

Met bijeenkomsten van derden worden bijeenkomsten bedoeld die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn kan worden gedacht aan: activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven (voor niet-leden van de vereniging of niet-betrokkenen bij de stichting). Het gaat hier bijvoorbeeld ook over vergaderingen van een politieke partij of een goede doelen organisatie of over een bijeenkomst van een projectontwikkelaar die informatie verschaft over geplande bouwactiviteiten.

2:34b

Het verbod om tijdens privé bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden alcohol te schenken is niet nieuw. Het werd al gehanteerd bij het verlenen van een paracommerciële horeca-vergunning (bijvoorbeeld dorpshuis Asperen). Volgens het regionale model wordt dit verbod voortgezet. Het regionale model is door Lingewaal niet met zoveel woorden overgenomen. Er is voor gekozen om de verboden om te zetten in geboden. Omdat het niet mogelijk is om een limitatieve lijst op te stellen van activiteiten waarbij het is toegestaan om alcohol te schenken, is er voor gekozen om als eerste een bepaling op te nemen dat alleen alcohol mag worden geschonken tijdens activiteiten die passen binnen de doelstelling van de paracommerciële horeca-inrichting. Vervolgens is in het tweede artikel een niet limitatieve opsomming vastgelegd per type paracommerciële horeca-inrichtingen waarin wordt  aangegeven in welke gevallen het is toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken.

Sportieve doelstelling

Voor paracommerciële horeca met een sportieve doelstelling is het, na melding bij de gemeente, zes keer toegestaan een bijeenkomst van persoonlijke aard te houden. Bijeenkomsten van derden (zie hierboven) houden nooit verband met de doelstelling van paracommerciële inrichtingen en het schenken van alcohol tijdens een bijeenkomst van derden is dus in het geheel niet toegestaan. Tijdens de privé-bijeenkomsten zal vaak ook worden afgeweken van de schenktijden. Daarom is er voor gekozen dat de melding tevens de afwijking van de schenktijden tot sluitingstijd betreft.

 

Sociale doelstelling

Voor paracommerciële horeca met een sociale doelstelling zijn de activiteiten waarbij alcohol mag worden geschonken ook zo veel mogelijk omschreven. Bij dorpshuizen worden conform de huidige praktijk ook kleinschalige lief-en leed bijeenkomsten voor inwoners van de dorpskern toegestaan. Deze toevoeging is opgenomen omdat De Schildkamp tijdens de bijeenkomst voor commerciële horeca heeft aangegeven op de hoogte te zijn van budgetfeesten en partijen die in het Dorpshuis Asperen worden georganiseerd. Ook heeft De Schildkamp aangegeven deze budgetfeesten niet te willen organiseren. Hiervan hoeft de paracommerciële inrichting dus vooraf geen melding te doen bij de burgemeester.

Voor paracommerciële horeca met een sociale doelstelling is het, na melding bij de gemeente, zes keer toegestaan om een privé bijeenkomst te houden. Bijeenkomsten van derden houden nooit verband met de doelstelling van paracommerciële inrichtingen en het schenken van alcohol tijdens een bijeenkomst van derden is dus in het geheel niet toegestaan.

Tijdens de bijeenkomsten van persoonlijke aard zal vaak ook worden afgeweken van de schenktijden. Daarom is er voor gekozen dat de melding tevens de afwijking van de schenktijden tot sluitingstijd betreft.

De inhoud van lid 3 spreekt voor zich. In een paracommerciële inrichting zijn activiteiten met alleen koffie/fris/thee toegestaan, mits er geen sprake van strijdigheid met het geldende bestemmingsplan is. Het is dus bijvoorbeeld mogelijk om na 24:00 uur tot sluitingstijd een activiteit voort te zetten. Er mag dan alleen geen alcohol worden geschonken.

In artikel 2:34c van deze verordening is een ontheffingsmogelijkheid voor artikel 2:34b opgenomen.

Artikel 2:34c Ontheffingen schenktijden, privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

Achtergrond

Omdat de burgemeester deze bevoegdheid rechtstreeks aan de wet ontleent, kan de raad hier verder geen beperkingen aan stellen. De burgemeester kan hiervoor zelf uiteraard wel beleidsregels opstellen (artikel 4:81 van de Awb).

2:34 c

Los van de meldingen op grond van artikel 2:34b kan met het oog op een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard een ontheffing van de burgemeester worden gevraagd. Dit artikel vindt zijn grondslag in artikel 4, vierde lid van de DHW. Het beperken van de inhoud van dit artikel is niet mogelijk aangezien hogere wetgeving (DHW) voorgaat op lagere wetgeving (deze APV wijzigingsverordening). 

Er is (nog) geen beleid waaraan zo’n aanvraag kan worden getoetst. Onder een bijzondere gelegenheden wordt bijvoorbeeld verstaan een bijzonder evenement, carnaval en Koningsdag.

De te verlenen ontheffingen zorgen voor een extra belasting van het ambtelijk apparaat. De burgemeester zal aan de hand van een aanvraag beoordelen en motiveren of er sprake is van een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard waarvoor een ontheffing kan worden verleend.

De regeling zal na twee jaar worden geëvalueerd.

Tweede lid

In het tweede lid is bepaald dat de ontheffing, ook al is die mandatoir, niet stilzwijgend wordt verleend indien de burgemeester te laat of niet reageert op een aanvraag om een ontheffing . De lex silencio positivo is derhalve niet van toepassing.

Artikel 2:34d Intrekkingsgronden ontheffing

Alle ontheffingen, de mandatoire en de facultatieve, kunnen door de burgemeester worden ingetrokken of gewijzigd. De situaties waarin dat mogelijk is staan in artikel 2:34d van deze verordening opgesomd.

Artikel 2:34e verbod happy hours in horecabedrijven

Achtergrond

Met de nieuwe verordenende bevoegdheid krijgen gemeenten voor het eerst de mogelijkheid om

invloed uit te oefenen op prijsacties in de horeca. Prijs en betaalbaarheid zijn belangrijke factoren

voor alcoholconsumptie (Meijer, e.a., 2008). De conclusie uit verschillende onderzoeken naar het

effect van prijs op consumptie is helder: hoe lager de prijs hoe hoger de consumptie. Happy hours

zijn een bekend voorbeeld van een tijdelijke prijsverlaging van alcoholhoudende drank. Tijdens happy

hours wordt de consumptie van drank direct en actief gestimuleerd. Uit veldonderzoek is gebleken

dat prijsacties voorkomen in 26% van de Nederlandse cafés (STAP, 2009).

Het grote voordeel van de inzet van dit artikel is dat gemeenten een effectieve alcoholpreventiemaatregel in handen krijgen. De Wereldgezondheidsorganisatie geeft al jaren aan dat het beïnvloeden van de prijs het meest effectief is in het terugdringen van (schadelijk) alcoholgebruik.

Prijsbeleid zou daarom een kerndoel moeten zijn van elk effectief alcoholbeleid.

Consequentie van het toepassen van dit artikel is dat het ook gehandhaafd dient te worden. De

gemeente zal met de handhavers een werkwijze daarvoor moeten ontwikkelen. Deze werkwijze

hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar vraagt uiteraard wel om capaciteit.

Een verbod op prijsacties in de horeca geldt voor alle kopers, dus ook volwassenen.

2:34 e

In veel gemeenten zijn er uitgaansgelegenheden waar happy hours worden georganiseerd. De maatregel kan – zo bepaalt de Drank- en Horecawet - alleen betrekking hebben op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Met dit artikel kan de gemeente bijvoorbeeld ook prijsacties als ‘2 drankjes voor de prijs van 1’

verbieden. Ook kan men er bepaalde arrangementen mee tegengaan, zoals één avond onbeperkt

drinken voor € 15, althans als het onbeperkt drinken gedurende één avond normaal gesproken voor

meer dan € 25 wordt aangeboden en er in het kader van een actie tijdelijk een prijs van € 15 wordt

gevraagd. De zogenaamde ladies nights (avonden waarop vrouwen gratis mogen drinken) worden

met dit artikel ook verboden.

Gemeenten kunnen deze bepaling alleen inzetten ter bescherming van de volksgezondheid of in het

belang van de openbare orde. De maatregelen zullen in de gemeentelijke verordening duidelijk

moeten worden toegelicht vanuit dit perspectief.

2:34 f Overgangsrecht

De voorgestelde overgangsbepaling voor paracommerciële rechtspersonen is in lijn met het

overgangsrecht zoals dat is opgenomen in art III van de wet die de Drank- en Horecawet wijzigt.

Daarin is bepaald dat op het moment van inwerkingtreding van de plaatselijke verordening voor

paracommerciële rechtspersonen de voor die categorie inrichtingen nieuwe gemeentelijke

bepalingen van kracht zijn. Op verzoek zendt de burgemeester een paracommerciële rechtspersoon

een gewijzigde vergunning met daarin de aangepaste voorschriften en beperkingen.

Wijziging toelichting APV

De toelichting bij de APV wordt voorts gewijzigd als volgt:

A

In de toelichting bij artikel 6:1, Strafbepaling, wordt de laatste zin van de paragraaf met het kopje “Medebewindvoorschriften” gewijzigd als volgt:

Dat betreft

• artikel 2:6; overtreding van deze voorschriften is strafbaar gesteld in artikel 437 en 437ter van het WvSr (boete van de tweede respectievelijk derde categorie) en

• de voorschriften uit afdeling 8A van de APV. Zie daarvoor het algemene gedeelte van de toelichting bij die afdeling.

B

Aan de toelichting bij artikel 6:2, Toelichthouders, wordt onder het kopje “Bijzondere wetten” de volgende zin toegevoegd na “Ook in artikel 100 van de Woningwet …….. zonder toestemming van de bewoners”:

In artikel 42 van de Drank- en Horecawet krijgen de toezichthouders die belast zijn met het toezicht op het bepaalde bij en krachtens die wet (het gaat hier om hoofdstuk 8A van de APV) eveneens de bevoegdheid om een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoners, als daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt aan particulieren of als zij vermoeden dat dat daar gebeurt.