Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rekenkamercommissie Land van Cuijk 2014 |
Citeertitel | Verordening Rekenkamercommissie Land van Cuijk 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Vaststelling Rekenkamercommissie Land van Cuijk.pdf |
Geen
Hoofdstuk IVb van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2019 | Nieuwe verordening | 10-10-2013 Boxmeers weekblad d.d. 24 december 2013 | RIS 2013-436 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Paragraaf 2Taak, samenstelling en lidmaatschap van de Rekenkamercommissie
Artikel 2.1 Taak van de Rekenkamercommissie
De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 2.2 Samenstelling Rekenkamercommissie
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”
De Rekenkamercommissie benoemt uit haar midden één van de leden genoemd in lid 1 als voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij onderhoudt contacten met een vertegenwoordiging van de gemeenteraden, ambtelijke organisatie, pers en naburige rekenkamer(commissie)s. Hij stuurt ondersteunende medewerkers van de Rekenkamercommissie aan. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.
Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap
De leden van de Rekenkamercommissie kunnen voorts door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen. De toepassing van de laatstgenoemde ontslaggrond vindt plaats na overleg met de voorzitter van de Rekenkamercommissie.
Artikel 2.5 Verboden handelingen
De leden van de Rekenkamercommissie zijn niet werkzaam bij een bedrijf dat werkzaamheden uitvoert in opdracht van de deelnemende gemeenten of bij een door de gemeenten gesubsidieerde instelling, dan wel hebben geen andere (neven)betrek-kingen die hun onafhankelijke positie ten aanzien van de gemeenten zouden kunnen schaden.
Artikel 2.6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de Rekenkamercommissie
De leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden (bruto all in, inclusief reiskosten). Deze vergoeding is gelijk aan het maximumbedrag voor een raadslid in een gemeente klasse 6 dat staat vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden zoals dat jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken is vastgesteld.
Artikel 3.1 Reglement van orde
De Rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraden.
Artikel 3.2 Overleg met de gemeenteraden
De Rekenkamercommissie, dan wel een vertegenwoordiging hiervan, heeft minimaal een keer per jaar overleg met de gezamenlijke en individuele gemeenteraden, dan wel een vertegenwoordiging daarvan, en voorts zo vaak als de gemeenteraden of individuele gemeenteraad dit nodig acht. In dit overleg wordt de voortgang van de onderzoeken besproken en geïnventariseerd in hoeverre de gemeenteraden gebruik wil maken van hun bevoegdheid een verzoek in te dienen.
Artikel 3.4 Selectie van onderzoeksonderwerpen
Bij de selectie van onderzoeksonderwerpen dient zoveel mogelijk aan de volgende criteria te worden voldaan.
Artikel 3.5 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
De Rekenkamercommissie is bevoegd van alle bestuursorganen en van alle ambtenaren van de aangesloten gemeenten de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan (griffie)medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De bestuursorganen en ambtenaren van de aangesloten gemeenten zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
A- De Rekenkamercommissie is bevoegd indien en voor zover de aangesloten gemeente(n) uit anderen hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende instellingen onderzoek te doen: a. openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de aangesloten gemeente(n) deelneemt, over de jaren dat de aangesloten gemeente(n) deelneemt in de regeling; b. naamloze vennootschappen en beperkte vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de aangesloten gemeente(n) meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt; c. andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de aangesloten gemeente(n) of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtsreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt, ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.
B- de Rekenkamercommissie is bevoegd mondeling en schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b en c genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de commissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheden tot eigen onderzoek.
De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
De Rekenkamercommissie stelt burgemeester en wethouders in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op de rapportage inclusief de conclusies en aanbevelingen kenbaar te maken. In de onderzoeksopzet kan in overleg van deze bepaling worden afgeweken.
Na vaststelling door de Rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden, onder gelijktijdige toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen. De raad stelt de eindconclusies vast.
Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers
Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de Rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de (voorzitter van de) Rekenkamercommissie.