Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Beleidsregels invordering gemeentelijke belastingen 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels invordering gemeentelijke belastingen 2014
CiteertitelBeleidsregels invordering gemeentelijke belastingen 2014
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 231, 249, 250, 252-257
  2. Invorderingswet 1990

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-01-201401-01-201401-01-2015Nieuwe regeling

12-11-2013

Elektronisch gemeenteblad

13N00810

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels invordering gemeentelijke belastingen 2014

De in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar van de

gemeente Kerkrade, verder te noemen de invorderingsambtenaar;

 

Gelet op het bepaalde in de artikelen:

  • -

    160, eerste lid, onderdeel b, 231 tweede lid, onderdeel c, 249, 250, 252 tot en met 257 van de Gemeentewet;

  • -

    Invorderingswet 1990;

 

Overwegende:

 

dat het wenselijk is beleid vast te stellen inzake de invordering van gemeentelijke belastingen;

 

dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten een model-leidraad invordering gemeentelijke belastingen heeft vastgesteld, die grotendeels overeenkomt met de Leidraad invordering Rijksbelastingen vastgesteld door de Staatssecretaris van Financiën bij besluit van 12 juni 2008, nr.CPP2008/1137M;

 

besluit:

 

vast te stellen dat:

 

de gemeente Kerkrade deze model-leidraad van de VNG van toepassing verklaart, waarbij

A) op de navolgende punten is afgeweken van deze model-leidraad;

B) door de VNG voorgestelde optionele bepalingen, bij van toepassing, te bekrachtigen;

C) dat de tussen [vierkante haken] geplaatste tekst wordt overgenomen met uitzondering van de hieronder genoemde wijzigingen.

Artikel 3 Bevoegdheden ontvanger

3.5. Faillissementsaanvraag

Deze optie wordt als zodanig overgenomen:

“Bij een faillissementsaanvraag wordt vooraf toestemming gevraagd aan het college. Dit geldt ook bij een eventuele steunvordering”.

Artikel 4 Bevoegdheden belastingdeurwaarder

4.3. Legitimatie

Deze optie wordt als zodanig overgenomen:

“Voor de uitoefening van de aan hem opgedragen invorderingstaken kan de belastingdeurwaarder op verzoek zich legitimeren aan de belastingschuldige en/of zijn/haar gemachtigden”.

Artikel 7 Betaling en afboeking

7.1. Tijdstip betaling

Onderstaande tekst vervangt de gehele tekst van de modelleidraad inclusief de opties.

  • -

    Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente Kerkrade. Dit geldt ook voor stortingen van contant geld op het postkantoor.

  • -

    Bij betaling aan de kas van de gemeente Kerkrade van contant geld of door middel van een pin- of creditcardtransactiegeldt als tijdstip van betaling de dag van debetalingaan de kas.

  • -

    Bij betaling aan de belastingdeurwaarder geldtals tijdstip van betaling de eerste werkdag volgend op de dag van betaling aan de deurwaarder.

 

7.9. Mededeling afboeking betaling

In afwijking van artikel 7.9 wordt belastingschuldige niet schriftelijk op de hoogte gesteld van een afboeking op een betaling met uitzondering van een betaling van invorderingsrente.

 

7.10. Betaling van kleine bedragen

Deze optie wordt als zodanig overgenomen:

“Betalingen van belastingaanslagen in kleinere bedragen dan die van de termijnen worden niet geweigerd, tenzij dit door de ontvanger aangemerkt wordt als nodeloze overlast. In dat geval treedt hij in contact met de belastingschuldige om de betalingswijze aan te passen”.

 

7.11. Ontvangen bedragen uit wettelijke schuldsaneringsregeling en faillissement

Deze optie wordt als zodanig overgenomen:

“Uit de wettelijke schuldsaneringsregeling of uit faillissement ontvangen bedragen dienen steeds te worden afgeboekt overeenkomstig de gegevens van de uitdelingslijst, met in achtneming van artikel 7.2 van de leidraad”.

 

7a.1. Aanwijzen rekeningnummer voor uitbetaling

Voor uitbetalingen wordt het laatst bekende rekeningnummer dat op naam staat van de belastingschuldige in het belastingsysteem van de Gemeente Kerkrade, aangewezen als rekening welke gebruikt wordt voor het doen van uitbetalingen.

Artikel 8 Bekendmaking aanslag

8.2. Verzending aanslagbiljetten via PostNL en/of andere postbedrijven

Voor de verzending van de aanslagbiljetten en andere bescheiden maakt de ontvanger gebruik van de diensten van de PostNL en/of andere postbedrijven.

Artikel 9 Betalingstermijnen

9.4. Dagtekening aanslagbiljet

De dagtekening van het aanslagbiljet wordt normaliter zodanig bepaald dat de belastingschuldige het biljet uiterlijk op de dag van dagtekening van het aanslagbiljet ontvangt. Hiervan kan worden afgeweken als op grond van artikel 10 Invorderingswet 1990 versnelde invordering wordt toegepast.

 

9.7. Regeling betalingstermijnen

Deze optie wordt als zodanig overgenomen:

“De gemeente heeft voor iedere belastingsoort de betalingstermijn(en) in de belastingverordening geregeld. Is in de belastingverordening niets geregeld, dan zijn de betalingstermijnen uit de wet van toepassing. In aansluiting op artikel 9, tiende lid Invorderingswet 1990 wordt de Algemene Termijnenwet in beide gevallen niet van toepassing verklaard.

Op elke belastingaanslag wordt (worden) de betalingstermijn(en) aangegeven. Uiterlijk op die datum moet de belastingschuldige hebben betaald”.

 

9.8. Automatische incasso

Voor bepaalde belastingaanslagen is het mogelijk de aanslag(en) te voldoen via automatische incasso.

Indien ten aanzien van een belastingaanslag tweemaal een stornering plaatsvindt, wordt de automatische incasso ten aanzien van deze debiteur per direct eenzijdig beëindigd.

Artikel 11 Aanmaning

11.3. Geen minimumbedrag waarvoor aanmaning tot betaling wordt verstuurd.

Indien de belastingschuldige na de vervaldatum van de betaaltermijn(en) van het aanslagbiljet de verschuldigde belasting niet of niet volledig heeft voldaan, zal, ongeacht de hoogte van het verschuldigde bedrag, zonder voorafgaande betalingsherinnering of waarschuwing, een aanmaning tot betaling worden verstuurd. Op grond van en overeenkomstig artikel 2 Kostenwet invordering rijksbelastingen worden kosten in rekening gebracht voor het verzenden van een aanmaning tot betaling.

 

11.3.1 Aanmaning en betaling kruisen elkaar.

Als reeds is betaald kan de aanmaning als niet-verzonden worden beschouwd. Belangrijk daarbij is dat het bedrag van de verschuldigde belasting ten gunste van de bankrekening van de Gemeente Kerkrade moet zijn bijgeschreven vóór de datum van dagtekening van de aanmaning. Ook indien het initiatief tot betaling reeds is genomen – bijvoorbeeld door middel van het geven van een opdracht aan de bank – vóór ontvangst van de aanmaning, maar de betaling niet ten gunste van de bankrekening van de Gemeente Kerkrade is bijgeschreven vóór de datum van dagtekening van de aanmaning, zijn de kosten verschuldigd.

Artikel 13. Betekening van het dwangbevel

13.1.2. Dwangbevel en betaling kruisen elkaar

Als reeds is betaald kan het dwangbevel als niet-verzonden worden beschouwd. Belangrijk daarbij is dat het bedrag van de verschuldigde belasting ten gunste van de bankrekening van de Gemeente Kerkrade moet zijn bijgeschreven vóór de datum van de betekening van het dwangbevel. Ook indien het initiatief tot betaling reeds is genomen – bijvoorbeeld door middel van het geven van een opdracht aan de bank – vóór ontvangst van het dwangbevel, maar de betaling niet ten gunste van de bankrekening van de Gemeente Kerkrade is bijgeschreven vóór de datum van de betekening van het dwangbevel, zijn de kosten verschuldigd.

Artikel 25 Uitstel van betaling

25.1.3. Redenen afwijzing verzoek om uitstel

De opties j t/m n worden als zodanig overgenomen:

  • j.

    voor zover de aanslag betrekking heeft op: bedrijfsreinigingsrecht, (bouw)leges, toeristenbelasting, parkeerbelastingen, marktgelden, precariobelasting, reclamebelasting;

  • k.

    voor zover het een bezwaar betreft dat direct of indirect gericht is tegen een onherroepelijk vaststaande WOZ-beschikking;

  • l.

    indien de belastingschuldige reeds eerder een regeling heeft genoten, maar deze niet is nagekomen;

  • m.

    indien ter zake van de aanslag reeds een beslagopdracht naar de belastingdeurwaarder is uitgegaan dan wel door de belastingdeurwaarder reeds beslag is gelegd;

  • n.

    in geval van een vordering op grond van artikel 19 Invorderingswet 1990;

 

25.1.5. Beëindigen van een betalingsregeling met meer dan één termijn

Vervallen

 

25.2. Uitstel in verband met bezwaar tegen een belastingaanslag

25.2.2.Bezwaarschrift en beroepschrift gelden niet als verzoek om uitstel

Deze optie wordt als zodanig overgenomen:

“Voor het bestreden bedrag van een aanslag moet de belastingschuldige een verzoek om uitstel van betaling indienen. Het indienen van een bezwaarschrift en beroepschrift geldt niet tevens als een verzoek om uitstel van betaling”.

 

25.5. Betalingsregeling particulieren

25.5.1. Duur betalingsregeling particulieren

De ontvanger verleent de belastingschuldige uitstel van betaling voor een periode van ten hoogste drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de ontvanger de betalingsregeling bij beschikking toestaat.

Slechts als er volgens de ontvanger bijzondere omstandigheden zijn, kan hij de belastingschuldige een langere termijn gunnen dan drie maanden.

Voor het bestreden gedeelte van de bouwleges wordt maximaal twee jaar uitstel van betaling verleend.

 

25.5.3. Kort uitstel particulieren

Vervallen

 

25.5.10. Belastingschuldige stelt zelf een betalingsregeling voor

Als een belastingschuldige uitstel vraagt en tegelijkertijd een betalingsregeling voorstelt welke afwijkt van hetgeen de invorderingsambtenaar heeft berekend, dan hoeft een niet al te grote afwijking niet te leiden tot afwijzing van het verzoek.

Als de regeling die door de belastingschuldige is voorgesteld voor de invorderingsambtenaar niet aanvaardbaar is, maar een andere regeling wel ingewilligd kan worden, dan deelt de invorderingsambtenaar onder afwijzing van het verzoek de belastingschuldige mee welke regeling hij desgevraagd wel kan verlenen.

 

25.6. Betalingsregeling voor ondernemers

 

25.6.1. Geen betalingsregeling ondernemers

Voor betalingsregelingen verschuldigd door ondernemers bestaat er – anders dan bij particulieren – geen aanleiding tot het toestaan van een betalingsregeling. Het verlenen van uitstel aan een ondernemer kan immers betekenen dat het ondernemersrisico feitelijk wordt gedragen door de gemeente en dat deze dan optreedt als

oneigenlijke kredietverlener. Tevens zou een betalingsregeling voor schuld van een ondernemer concurrentieverstorend kunnen werken ten opzichte van andere ondernemers die wel tijdig hun verplichtingen nakomen.

Onder het begrip “ondernemer” wordt in dit verband verstaan: rechtspersonen en natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen, niet zijnde natuurlijke personen die een uitkering genieten ingevolge de Wet werk en inkomen kunstenaars. Onder het begrip “particulier” wordt in dit verband verstaan: natuurlijke personen die geen ondernemer zijn.

 

25.6.2.Voorwaarden betalingsregeling ondernemers

Vervallen

Artikel 26 Kwijtschelding van belastingen

Bij Raadsbesluit van 20 november 2006 zijn de kwijtscheldingsnormen, met betrekking tot het vaststellen van het forfaitaire percentage van de kosten van bestaan van de genormeerde bijstandsuitkering van de categorie waartoe belastingschuldige behoort, gesteld op 100 %.

 

Bij Raadsbesluit van 19 oktober 2011 is vastgesteld dat, met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2011, kwijtschelding uitsluitend wordt verleend van privé-belastingen aan de ondernemer als bedoeld in artikel 2, Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, die in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, respectievelijk naar de toestand aan het begin waarvan de belasting wordt geheven, in aanmerking komt voor algemene bijstand in de zin van de wet werk en bijstand en onvoldoende vermogen ter beschikking heeft in de zin van artikel 11 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

 

Bij Raadsbesluit van 17 februari 2012 is vastgesteld dat, met ingang van 2012 de kosten van kinderopvang mede in aanmerking te nemen als uitgaven in de zin van artikel 14 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 op het besteedbare inkomen voor de kwijtscheldingstoets gemeentelijke belastingen.

 

Bij Raadsbesluit van 19 december 2012 is vastgesteld dat, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 de kwijtscheldingsnormen voor personen van 65 jaar of ouder te baseren op de toepasselijke netto AOW-bedragen in plaats van op de toepasselijke bijstandsnormen.

 

26.1. Algemene uitgangspunten kwijtscheldingsbeleid

 

26.1.0. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de volgende belastingen/heffingen:

Afvalstoffenheffing, vast tarief,

en het bedrag van het aantal aanbiedingen in een kalenderjaar tot een maximum van € 69,50;

Rioolbelasting;

Onroerende Zaakbelasting.

 

26.1.01. Geen kwijtschelding voor invorderingskosten

Indien vóór de aanvraag om kwijtschelding invorderingskosten in rekening zijn gebracht, wordt over deze invorderingskosten geen kwijtschelding verleend. Alvorens het verzoek om kwijtschelding in behandeling wordt genomen door de ontvanger moeten de invorderingskosten betaald worden.

 

26.1.02. Termijn indienen aanvraag om kwijtschelding

De aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend vóór de laatste vervaldatum van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen.

Aanvragen die binnenkomen ná deze datum worden afgewezen.

 

26.1.03. Kwijtschelding en verrekening van belasting

Wanneer de aanslag gemeentelijke belastingen volledig of gedeeltelijk wordt kwijtgescholden en een teveel betaald bedrag terugbetaald moet worden, zal dit eerst met eventuele openstaande (en nog te betalen) aanslagen verrekend worden. Als er dan nog een verschil overblijft, wordt dat bedrag teruggestort.

 

26.1.1. Kwijtschelding van betaalde belastingschulden

wordt gewijzigd als volgt:

De ontvanger verleent ook kwijtschelding van belastingaanslagen die al zijn betaald, indien de belastingschuldige het verzoek om kwijtschelding indient binnen 3 maanden nadat een betaling op de belastingaanslag heeft plaatsgevonden. Deze laatste betaling moet hebben plaatsgevonden in het jaar van oplegging van de belastingaanslag waarvoor kwijtschelding is aangevraagd.

Als de ontvanger het verzoek toewijst, betaalt hij de belastingschuldige, na verrekening ( zie 26.1.03.),

het bedrag terug waarvoor kwijtschelding is verleend.

 

26.6. Automatische kwijtschelding

Rechthebbende automatische kwijtschelding

Particulieren die zijn aangeslagen voor de gemeentelijke heffingen voor afvalstoffen, rioolrechten en onroerende zaakbelasting kunnen in aanmerking komen voor automatische kwijtschelding indien zij:

op het moment van de dagtekening van de aanslag een bijstandsuitkering ontvangen en in de twee voorafgaande belastingjaren volledige kwijtschelding hebben ontvangen enhun vermogen niet meer bedraagt dan de vermogensgrenzen zoals die gelden in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Na twee achtereenvolgende belastingjaren met automatische kwijtschelding dient opnieuw een verzoek tot kwijtschelding ingediend te worden door middel van het daartoe bestemde formulier.

Particulieren die niet in aanmerking komen voor de automatische kwijtschelding kunnen uiterlijk vóór de laatste vervaldatum van de aanslag via een daartoe bestemd aanvraagformulier een aanvraag indienen voor kwijtschelding gemeentelijke heffingen.

Artikel 75 Kosten van vervolging

75.5. Niet in rekening brengen van vervolgingskosten

Voor het herhaald betekenen van een dwangbevel worden conform artikel 3, lid 2 van de Kostenwet invordering Rijksbelastingen kosten in rekening gebracht.

 

75.10. Geen kwijtschelding van vervolgingskosten

Voor vervolgingskosten bij kwijtschelden van de hoofdsom wordt verwezen naar artikel 26.1.01 van deze beleidsregels.

 

Slotbepaling

  • -

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de vijfde dag na die van de bekendmaking op de in artikel 3:42 Awb voorgeschreven wijze.

  • -

    Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels invordering gemeentelijke belastingen 2013”.

Aldus vastgesteld op 12 november 2013

De invorderingsambtenaar,

H.J. Bejas.