Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2014. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet milieubeheer, art. 15.33
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2013 | 12-01-2015 | Nieuwe regeling | 16-12-2013 Zoetermeer Dichtbij, 19 december 2013 | 2013-005254 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruikmaken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandighedenbeoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikmaakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in artikel 3 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het na het invoeren van de gevraagde gegevens in de daartoe bestemde automaat betalen bij de pinpaal op het Zelfbrengdepot op de daartoe bestemde wijze.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belasting bedoeld in artikel 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht van de belasting bedoeld in artikel 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 19,19. De aanvraag tot aanspraak op ontheffing wordt ingediend bij de heffingsambtenaar binnen een termijn van zes weken na het eindigen van de belastingplicht.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 geldt ingeval op het aanslagbiljet dat de aanslag afvalstoffenheffing bevat een totaalbedrag staat van meer dan € 2000,--, dat de aanslag(en) moeten worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 geldt ingeval op het aanslagbiljet dat de aanslag afvalstoffenheffing bevat een totaalbedrag staat dat gelijk is aan of minder is dan € 2000,--, dat de aanslag(en) moeten worden betaald in één termijn, welke vervalt drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het tweede lid geldt ingeval op het aanslagbiljet dat de aanslag afvalstoffenheffing bevat een totaalbedrag staat dat gelijk is aan of minder is dan € 2000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag(en) moeten worden betaald in zes gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de 26e dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de 26e dag van elke volgende maand.
In afwijking van artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen moet de belasting bedoeld in artikel 3 van de tarieventabel overeenkomstig de aangifte worden betaald direct na het doen van aangifte. Als dit niet mogelijk blijkt wordt de belasting onder voorwaarde van vertoon van legitimatie betaald per eenmalige automatische incasso, door middel waarvan de belasting binnen 3 weken na de datum waarop aangifte is gedaan van de betaalrekening van belastingplichtige wordt afgeschreven.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1 indien het perceel bij de aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon € 230,30;
2 indien het perceel bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door twee personen € 259,79;
3 indien het perceel bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door drie of meer personen € 272,92.
Artikel 2 Inzamelen van grof huishoudelijk afval en grof tuinafval aan huis
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van deze tarieventabel bedraagt de belasting voor het in behandeling nemen van een verzoek om buiten de vastgestelde ophaaldagen grof huishoudelijk afval en/ of grof tuinafval in te zamelen € 39,75, voor de eerste 2m³ van deze soorten afval.
Artikel 3 Afgifte van grond, zand, bouw- of sloopafval op de gemeentelijke verzamelplaats (het Zelfbrengdepot)
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van deze tarieventabel bedraagt de belasting voor de afgifte van grond, zand, bouw- of sloopafval of een combinatie van voorgaande soorten afval op een daartoe door de gemeente aangewezen plaats € 6,85 per zak, met de uitzondering dat de eerste drie zakken per huishouden per dag gratis zijn.
De benaming van de soorten afval sluit aan bij de benaming in het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening.
Behoort bij en maakt deel uit van de Verordening afvalstoffenheffing 2014 vastgesteld bij raadsbesluit 2013-000863 van 16 december 2013