Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Bedrijventerreinen 2014 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2014 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Kaart 1. Het Laar Kaart 2. Kanaalzone Noord Kaart 3. Kanaalzone Zuid Kaart 4. Katsbogten Kaart 5. Kraaiven Kaart 6. Loven Kaart 7. Vossenberg |
Nieuwe verordening ivm invoeren Reclamebelasting Bedrijventerreinen.
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 16-12-2013 Gemeenteblad, 2013, 78 | 2013/136 |
De verordening is van toepassing binnen de hierna genoemde bedrijventerreinen en zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.
Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen de in artikel 2 van deze verordening aangegeven gebieden, een directe belasting geheven ter zake van het hebben van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de belastingplicht eindigt voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van belastingplichtige ontheffing verleent over zoveel twaalfde gedeelten van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden van het belastingtijdvak resteren.
Artikel 8 Tarief en berekening van de belasting
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, wordt voor de berekening van de reclamebelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij artikel 6 van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).
4.Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.
Artikel 13 Nadere regels door college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Kaarten zijn als aparte bijlage bijgevoegd.Volgorde en nummering zijn conform artikel 2 Gebiedsomschrijving.
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2014"
Heffing reclamebelastingBedrijventerreinen
Door middel van Parkmanagement willen we in Tilburg de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen vitaal maken en houden. Dit is belangrijk voor het vestigingsklimaat op de bedrijventerreinen en de waarde van het vastgoed van de ondernemer.
Vanuit de afvaardiging van deze ondernemers, het BORT, is gevraagd om de reclamebelasting als inninginstrument voor het uitvoeren van Parkmanagement in te zetten.
Bij het inzetten van de reclamebelasting als inninginstrument is voldoende draagvlak een voorwaarde. Dit borgen we door van het BORT op de algemene ledenvergadering een besluit met overgrote meerderheid, voor invoering van de reclamebelasting, te vragen. Dit besluit is op donderdag 28 november 2013 tijden een ALV van het BORT genomen. Hier waren 82 ondernemers aanwezig waarvan 78 voor hebben gestemd. Dit is slechts een klein deel van de ondernemers die uiteindelijk te maken gaan krijgen met deze belasting. Daarom worden er per bedrijventerrein bijeenkomsten georganiseerd waarbij alle ondernemers (Bort leden en niet Bort leden) genodigd worden en waarbij de structuur van het ondernemersfonds wordt uitgelegd.
De tarieven voor 2014 zijn, in overleg met het BORT vastgesteld.
De opbrengst van de reclamebelasting wordt na aftrek van de door de gemeente gemaakte kosten overgemaakt aan de nog op te richten stichting t.b.v. het Parkmanagement.