Organisatie | Buren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde gemeenteraad Buren 2014 |
Citeertitel | Reglement van orde gemeenteraad Buren 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 06-07-2018 | Nieuw | 10-12-2013 | RV/13/00362 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 3. Waarneming van de voorzitter
De raad bepaalt in zijn eerste vergadering na de periodieke verkiezing van zijn leden:
Artikel 5. De gemeentesecretaris
De raad kan het college verzoeken de gemeentesecretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Artikel 8. Het fractievoorzittersoverleg
De raad heeft een fractievoorzittersoverleg. Het fractievoorzittersoverleg is een overleg- en adviesorgaan voor de voorzitter. Hierin kunnen vertrouwelijke onderwerpen worden besproken die (nog) niet openbaar behandeld kunnen worden en onderwerpen waarbij de privacy van personen in het geding is. Het fractievoorzittersoverleg stelt tweemaal per jaar de beleidsagenda van de raad vast.
Hoofdstuk 2. Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, dan voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, dan deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Indien één of meer leden van een of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, dan wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming vereist van de raad.
Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 11. Vergaderfrequentie
1.De vergaderingen van de raad vinden in de regel plaats op dinsdag, volgens een jaarlijks vooraf vast te stellen vergaderschema, worden gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis, vangen aan om 20.00 uur en worden in beginsel uiterlijk 23.00 uur beëindigd.
Indien blijkt dat het niet mogelijk is de agenda van de raadsvergadering binnen de genoemde eindtijd af te handelen, dan brengt de voorzitter op een door hem te bepalen moment tijdens de raadsvergadering een voorstel van orde in om:
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van de raad gezonden. Stukken conform artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet worden separaat aan de leden van de raad gezonden.
Artikel 15. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, dan wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 16.
Paragraaf 2. Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 20. Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 21. Notulen en besluitenlijst
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de gemeentesecretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de conceptnotulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.
De notulen bevatten tenminste:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Onverminderd het bepaalde in artikel 74 Gemeentewet wordt van de bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad en tot de competentie van de raad behorende ingekomen stukken (in de regel) vierwekelijks door de voorzitter van de raad een lijst opgesteld. Deze lijst wordt met een afdoeningvoorstel van de voorzitter van de raad via de griffier aan de leden van de raad toegezonden en voor een termijn van 7 dagen ter inzage gelegd.
Artikel 27. Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen
Artikel 32. Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Merkt het lid zijn vergissing pas later op, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 34. Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, dan worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 35. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 4. Rechten van leden
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 40. Initiatiefvoorstel
De agendacommissie plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij de vaststelling van de agenda wordt besloten over het voorstel tot agendering.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek tot interpellatie in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 43. Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, dan stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording plaatsvindt. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenkwartier vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 8 uur voor aanvang van de raadsvergadering bij de griffie. De voorzitter van de raad kan na overleg met de agendacommissie weigeren een onderwerp tijdens het vragenkwartier aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
Hoofdstuk 5. Burgerinitiatiefvoorstel
Artikel 47. Initiatiefgerechtigden
Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van 12 jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigd is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
Artikel 48. Onderwerpen waarover geen voorstel mogelijk is
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
De agendacommissie toetst in haar eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het verzoek voldoet aan de in artikel 49 genoemde eisen met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de agendacommissie over het verzoek toetst aan de vereisten.
De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering gedurende in totaal maximaal 30 minuten de gelegenheid om zijn burgerinitiatief-voorstel mondeling nader toe te lichten.
Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in de gemeentelijke rubriek van een huis-aan-huisblad, dan wel door plaatsing op de gemeentelijke website.
Hoofdstuk 6. Begroting en rekening
Artikel 51. Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de agendacommissie vaststelt.
Artikel 52. Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de agendacommissie vaststelt.
Hoofdstuk 7. Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 53. Verslag en verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de gemeentesecretaris die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht om verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie.
Hoofdstuk 8. Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
De besluitenlijst, dan wel de notulen, wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde besluitenlijst, dan wel de notulen, wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 57. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, dan wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 9. Toehoorders en pers
Artikel 59. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.