Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Verordening afvalstoffenheffing 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 18-12-2014 | R2014.121b | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 31-10-2013 Kempenear, 27-11-2013. | R2013.072 |
De raad van de gemeente Bladel;
overwegende dat de in de Programmabegroting 2014 opgenomen ramingen met betrekking tot vuilophaal- en afvoer de basis vormen voor de berekening van de tarieven afvalstoffenheffing;
dat per saldo de lasten voor vuilophaal- en afvoer stijgen met € 45.232,00 (exclusief BTW);
dat de geraamde omvang van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing de maximumomvang van € 50.000,00 met € 379.895,00 overschrijdt en dat deze overschrijding in een periode van 3 jaar aan de burger wordt teruggegeven in de vorm van een extra verlaging van het vastrecht afvalstoffenheffing;
dat de doelstelling van 50% kostendekkendheid van de variabele kosten van de milieustraat met de huidige tarieven nog steeds wordt behaald;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
“Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2014”.
Aard van de belasting en belastbaar feit.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Maatstaf van heffing en belastingtarief.
De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water moet worden betaald.
In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.
Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing terzake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde stoffen.
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Inwerkingtreding en citeertitel.
De “Verordening afvalstoffenheffing 2013”, vastgesteld door de raad van de gemeente Bladel bij besluit van 2 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar vangt, in afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2014 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2014 lopende verbruiksperiode eindigt.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2013.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2014
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Paragraaf 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per maand van het belastingtijdvak € 6,21
1.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting per
1.1.2.1 25-liter container, bestemd voor restafval € 0,90
1.1.2.2 80-liter container, bestemd voor restafval € 3,39
1.1.2.3 140-liter container, bestemd voor restafval € 4,92
1.1.2.4 240-liter container, bestemd voor restafval € 8,44
1.1.2.5 25-liter container, bestemd voor gft-afval € 0,69
1.1.2.6 80-liter container, bestemd voor gft-afval € 2,75
1.1.2.7 140-liter container, bestemd voor gft-afval € 3,91
1.1.2.8 240-liter container, bestemd voor gft-afval € 6,70
1.1.3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt belasting per
inworp in een ondergrondse container € 2,10
1.1.4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting
voor het ter beschikking stellen van een gemeentelijk restafvalzak:
van 60 liter € 2,10 van 30 liter € 1,05
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van afval in de milieustraat: