Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Weert

Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Weert
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van staangeld 2014
CiteertitelVerordening staangeld 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen en leges

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De bijlage (tarieventabel staangeld 2014) is op 5 november 2013 vastgesteld door het college van Burgemeesters en wethouders van de gemeente Weert

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, lid 2
  2. Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015Nieuwe regeling

11-12-2013

Gemeenteblad, 18-12-2013

RAD-000893

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2014

RAADSBESLUIT

De raad der gemeente Weert;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

van 5 november 2013;

gelet op artikel 156, tweede lid, onderdeel f, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen in de openbare vergadering van 11 december 2013 de

Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2014.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Woning­wet (Stb. 1991, 439);

  • b.

    woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Woning­wet;

  • c.

    huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats c.a., waarin de huurbepalingen voor de stand­plaats zi.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene, die de standplaats heeft. Als degene, die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van een vergunning, bedoeld in artikel 14 van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98) dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Vrijstelling

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor het hebben van de standplaats een huurovereenkomst geldt.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijd­vak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaan­den overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalender­maanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. Het recht moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er, met inbegrip van de maand van de dagtekening van de kennisgeving, nog maanden in het belas­tingtijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van de kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval van dagtekening van de kennisgeving na het einde van het belastingtijdvak dat het recht moet worden betaald, uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig worden opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabe.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De “Verordening staangeld 2013” vastgesteld bij besluit van 12 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum, de ingetrokken verordeningen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van staangelden in die periode plaatsvindt.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening staangeld 2014".

Artikel 14 Bekendmaking

De bekendmaking van deze verordening zal geschieden door het plaatsen van een publicatie in het huis-aan-huisblad “De Trompetter / Land van Weert” onder de vermelding dat de verordening voor eenieder kosteloos voor de tijd van twaalf weken ter inzage ligt bij het infocentrum in de hal van het Stadhuis.

Daarnaast zal de geconsolideerde tekst van deze verordening worden geplaatst op de website van de gemeente Weert.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering 11 december 2013,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage Tarieventabel staangeld 2014 (behorende bij de Verordening staangeld 2014)

Artikel 1 Tarieven betrekking hebbende op woonwagenlocaties

 

WoonwagenlocatieStaangeld per maand
  20142013
Industrieweg 17€ 132,15 € 128,97
Industrieweg 19€ 132,15 € 128,97
     
Oude Laarderweg 2f€ 91,45€ 128,13
     
Savelveld 2€ 121,85€ 118,76
Savelveld 4€ 121,85€ 118,76
Savelveld 6€ 121,85€ 118,76
Savelveld 8€ 121,85€ 118,76

 

Artikel 2 Tarieven betrekking hebbende op overige standplaatsen

 

standplaats:Staangeld per maand
 20142013
a. met berging en zonder sanitaire voorzieningen€ 108,00€ 108,00
b. met berging en met sanitaire voorzieningen€ 123,55€ 123,55

Artikel 3 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De tarieventabel 2013, behorende bij de “Verordening staangeld 2013”, vastgesteld bij besluit van 6 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De ingangsdatum van deze tarieventabel is 1 januari 2014.

  • 4.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze tarieventabel ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken tarieventabel gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van reinigingsheffingen in die periode plaatsvindt.

  • 5.

    Deze tarieventabel wordt aangehaald als “Tarieventabel staangeld 2014”.

  

Artikel 4 Bekendmaking

De bekendmaking van deze verordening zal geschieden door het plaatsen van een publicatie in het huis-aan-huisblad “De Trompetter / Land van Weert” onder de vermelding dat de verordening voor eenieder kosteloos voor de tijd van twaalf weken ter inzage ligt bij het infocentrum in de hal van het Stadhuis.

 

Daarnaast zal de geconsolideerde tekst van deze verordening worden geplaatst op de website van de gemeente Weert.

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

5 november 2013,

 

de secretaris, de burgemeester,

 

 

datum collegebesluit, datum publicatie

5 november 2013, 18 december 2013