Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffen en reinigingsrechten 2014 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel tarieventabel |
Deze Verordening vervangt de Verordening reinigingsheffingen 2013.
De Verordening reinigingsheffingen 2013 is met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2014 | 01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2013 Westerkwartier, 24-12-2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Zuidhorn;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zuidhorn d.d. 12 november 2013;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014"
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de overige leden van dit artikel.
Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel, dan wel groep van percelen wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing van het in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabell genoemd gedifferentieerd gedeelte van de belasting.
De vaststelling van het totale gewicht van het in het belastingjaar ingezamelde groente‑, fruit‑ en tuinafval van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente‑, fruit‑ en tuinafval van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van het periodiek ingezamelde groente-, fruit‑ en tuinafval per inzamelbeurt per perceel, dan wel groep van percelen wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
De vaststelling van het totale gewicht van de in het belastingjaar ingezamelde overige afvalstoffen van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
Voor de berekening van het gedeelte van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabel wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van de weegapparatuur op de wegende inzamelauto.
In afwijking van het bepaalde in lid 3.3 wordt het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat behoort tot een groep van percelen vastgesteld als een naar het aantal geregistreerde percelen van de betrokken groep van percelen evenredig gedeelte van het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt van de betrokken groep van percelen.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste containerweeg‑ of containerherkennings‑ of containerregistratieapparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt, in afwijking van voorgaande leden van dit artikel, voor de betreffende inzamelbeurt van het desbetreffende perceel bij de berekening van het verschuldigde gedeelte van de belasting als bedoeld in de onderdelen 2.1.1 en 2.1.2 van de bij de verordening behorende tarieventabel ervan uitgegaan dat geen kilogrammen zijn aangeboden.
Met betrekking tot de belasting welke per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsbelang
De belasting als bedoeld in de onderdelen 1. 1. en 2.2. van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
De belasting als bedoeld in de onderdelen 2.1 en 2.3 tot en met 2.6. van de tarieventabelis verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Tijdstip van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van de voorgaande leden moet de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdelen 2.3 tot en met 2.6 van de tarieventabel worden betaald:
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 3 van de tarieventabelen met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel.
Voor de berekening van het recht wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De rechten worden geheven bij wege van schriftelijke, gedagtekende kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.
Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De rechten als bedoeld in de onderdelen 3.1. tot en met 3.2. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013" van 17 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.