Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oegstgeest

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE LEDEN VAN DE RAAD EN DE COMMISSIELEDEN-NIET-RAADSLEDEN VAN DE GEMEENTE OEGSTGEEST

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOegstgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE LEDEN VAN DE RAAD EN DE COMMISSIELEDEN-NIET-RAADSLEDEN VAN DE GEMEENTE OEGSTGEEST
CiteertitelGEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE LEDEN VAN DE RAAD EN DE COMMISSIELEDEN-NIET-RAADSLEDEN VAN DE GEMEENTE OEGSTGEEST
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 15, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-11-201302-11-2013intrekking

31-10-2013

Oegstgeester Courant, 01-11-2013

V114
10-06-200402-11-2013nieuwe regeling

27-05-2004

Oegstgeester Courant, 02-06-2004

IZ-T26

Tekst van de regeling

Intitulé

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE LEDEN VAN DE RAAD EN DE COMMISSIELEDEN-NIET-RAADSLEDEN VAN DE GEMEENTE OEGSTGEEST

De raad van de gemeente Oegstgeest;

 

gelezen het voorstel van de griffier d.d. 27 april 2004, nr. 49/04;

 

gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende

 

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR

DE LEDEN VAN DE RAAD EN

DE COMMISSIELEDEN-NIET-RAADSLEDEN

VAN DE GEMEENTE OEGSTGEEST

Deel I Functioneren in algemene zin

Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente, op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken. Een raadslid handelt hierbij zoveel mogelijk conform het programma van de partij op wiens lijst hij verkiesbaar was en conform het raadsprogramma, voorzover hij/zij zich hieraan heeft gecommitteerd.

 

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij/zij vervult in het bestuur.

 

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

 

Openheid

Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is.

 

Betrouwbaarheid

Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Een raadslid houdt zich aan zijn/haar afspraken. Kennis, informatie en invloed, waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, wendt hij/zij uitsluitend aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

 

Zorgvuldigheid

Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

 

Belangenverstrengeling

Een raadslid voorkomt dat er door het verrichten van nevenwerkzaamheden vermenging optreedt van het publieke belang met het persoonlijk belang van het raadslid of dat van derden, waarmee het raadslid banden heeft, waardoor een zuiver en objectief besluiten of handelen in het publieke belang niet langer is gewaarborgd.

Deel II Gedragscode bestuurlijke integriteit
1. Algemene bepalingen
1.1

Onder de raad wordt verstaan: de raad van de gemeente Oegstgeest.

1.2

Onder raadslid wordt voor wat betreft de toepassing van deze gedragscode ook begrepen een commissielid-niet-raadslid.

1.3

Deze gedragscode geldt voor de leden van de gemeenteraad en (voorzover aangegeven) voor de commissieleden-niet-raadslid.

1.4

In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raadsvergadering.

1.5

De code is openbaar en door derden te raadplegen.

1.6

De leden van de raad en de commissieleden-niet-raadslid ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

2. Belangenverstrengeling en aanbesteding
2.1

Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt, voorzover hij uit hoofde van deze belangen zeggenschap uit kan oefenen in deze ondernemingen en/of organisaties. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

2.2

Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3

Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn/haar ambtstermijn/commissielidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, tenzij de gemeenteraad anders besluit.

2.4

Een raadslid, dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

2.5

Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan, die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

3. Belangenverstrengeling en nevenfuncties
3.1

Een raadslid vervult geen nevenfuncties (al dan niet uit hoofde van zijn/haar ambt), waarbij sprake is of kan zijn van strijdigheid met het belang van de gemeente.

3.2

Een raadslid maakt aan de raad melding van al zijn/haar nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

3.3

De kosten die een raadslid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

4. Informatie
4.1

Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar ambt beschikt. Hij/zij verstrekt geen geheime informatie.

4.2

Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur of wegens strijd met het openbaar belang. Een raadslid behandelt vertrouwelijke informatie als zodanig, dat wil zeggen laat deze niet bewust of onbewust uitlekken, bewaart de informatie zorgvuldig en voorkomt dat onbevoegde derden er kennis van kunnen nemen.

4.3

Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn/haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5. Aannemen van geld of geschenken
5.1

Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt, worden gemeld aan de voorzitter van de raad en geregistreerd. De registratie omvat de datum van de ontvangst, een omschrijving van het geschenk of de gift, de naam van de schenker en de geschatte waarde.

5.2

Indien een raadslid één keer per jaar per relatie geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan € 50 vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd. Geschenken en giften met een bijzonder karakter of ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis die genoemd bedrag en/of genoemde frequentie te boven gaan, mogen worden aanvaard.

5.3

Geschenken en giften als bedoeld onder 5.1 worden niet op het huisadres ont-vangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in de raadsvergadering waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. Geschenken en giften als bedoeld onder 5.2 worden bij voorkeur niet ontvangen op het huisadres.

5.4

Indien evident is dat een concrete tegenprestatie wordt verwacht tegenover geschenken en giften, aanvaardt het raadslid deze niet.

6. Bestuurlijke uitgaven
6.1

Uitgaven die niet worden gedekt door de vaste (onkosten)vergoeding voor raadsleden, worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

6.2

Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

  • -

    met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en

  • -

    de uitgave vloeit voort uit de functie.

7. Declaraties
7.1

Het raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

7.2

Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

7.3

Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

7.4

Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgerekend.

7.5

De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van raadsleden worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

7.6

In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zo nodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.

8. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doel-einden is niet toegestaan, een en ander met inachtneming van hetgeen bij algemene maatregel van bestuur in afwijking van deze regel is of zal worden vastgesteld.

9. Reizen binnen- en buitenland
9.1

Een raadslid dat in het kader van zijn/ haar functie bij de gemeente het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft toestemming nodig van de gemeenteraad. Het gemeentelijk belang van de reis (functionaliteit) is doorslaggevend voor de besluitvorming.

9.2

Het raadslid dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

9.3

Indien het evident is dat tegenover de uitnodiging voor een reis, werkbezoek, excursie e.d. (in binnen- en buitenland) op kosten van derden een concrete tegenprestatie wordt verwacht of dat het raadslid door in te gaan op de uitnodiging bij zijn/haar werkzaamheden voor de raad wordt beïnvloed, aanvaardt het raadslid de uitnodiging niet. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken, excursies e.d. (in binnen- en buitenland) op kosten van derden worden altijd besproken in de vergadering van de gemeenteraad en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis (functionaliteit) is doorslaggevend voor de besluitvorming.

9.4

Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

9.5

Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de gemeenteraad betrokken.

9.6

Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de gemeenteraad betrokken.

9.7

Het verlengen van een (buitenlandse) dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de gemeenteraad. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het raadslid.

9.8

De in verband met de (buitenlandse) dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

10. Lunch, diner en voorstelling
10.1

Uitnodigingen voor lunch, diner of voorstelling op kosten van derden kunnen worden aanvaard, indien en voorzover:

  • -

    zij redelijkerwijs zijn te beschouwen als functioneel;

  • -

    het aanvaarden van de uitnodiging niet geacht kan worden het raadslid bij zijn/haar werkzaamheden voor de raad te beïnvloeden.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oegstgeest, gehouden op 27 mei 2004.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.