Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen 2014 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelasting 2012, laatstelijk vastgesteld d.d. 20-12-2012; Tarieventabel verordening parkeerbelasting 2014 is opgenomen aan het eind van deze tekst
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 31-10-2013 | Rb2013/56H |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 24 september 2013;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2012;
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 20 1 4
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of
uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de
gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
a.een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en
wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b.een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
b.zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft
plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat
1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft
2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan
ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
3.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt
aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen
zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze
verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
1.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op
aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
2.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op
Artikel 7 Termijnen van betaling
1.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden
betaald bij de aanvang van het parkeren.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting
bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het
college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening parkeerbelasting 2012” , zoals vastgesteld bij besluit van 10 november 2011, laatstelijk gewijzigd 20 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 oktober 2013.
De Raadsvoorzitter, De Raadsgriffier,
Tarieventabel verordening parkeerbelastingen 2014
I Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
Ter zake van de daartoe aangewezen plaatsen en tijdstippen in Tabel A van bijlage 1 van het “Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en tot het stellen van voorschriften voor het in werking stellen van parkeerapparatuur”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de Verordening parkeerbelastingen 2012 en artikel 2 van de Parkeerverordening 2012:
Ter zake van de daartoe aangewezen plaatsen en tijdstippen in Tabel B van bijlage 1 van het “Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en tot het stellen van voorschriften voor het in werking stellen van parkeerapparatuur”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de Verordening parkeerbelastingen 2012 en artikel 2 van de Parkeerverordening 2012:
Ter zake van de daartoe aangewezen plaatsen en tijdstippen in Tabel C van bijlage 1 van het “Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en tot het stellen van voorschriften voor het in werking stellen van parkeerapparatuur”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouder ingevolge artikel 8 van de Verordening parkeerbelastingen 2012 en artikel 2 van de Parkeerverordening 2012:
- bij een parkeerautomaat € 0,80 per uur of gedeelte daarvan met een minimum van € 0,20;
II Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt: