Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 18-12-2014 | R2013.0172e | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 31-10-2013 Kempenaer 27-11-2013 | R2013.0172e |
De raad van de gemeente Bladel;
overwegende dat middels een gefaseerde verhoging 2012-2014 van de tarieven over de periode 2012-2014 gekomen dient te worden tot het landelijk gemiddelde tarief;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2014
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;
vaste seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomen, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam “toeristenbelasting” een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing.
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen bepaald op 3;
b. mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste seizoenplaatsen bepaald op 2,4;
c. mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen of bepaald op 2,4.
d. mobiele kampeeronderkomens op toeristische plaatsen bepaald op:
1o 2,4, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;
2o 2,4, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;
3o 2,2, indien sprake is van een naseizoenarrangement;
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:
a. in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op: 60;
b. in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op: 50;
c. in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op: 50.
d. in geval van het eerste lid, sub d, bepaald op:
1o 29, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;
2o 39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;
3o 14, indien sprake is van een naseizoenarrangement;
Opteren voor een niet-forfaitaire maatstaf van heffing.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Geen belastingaanslagaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachtingen verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.
Inwerkingtreding en citeertitel.
De “Verordening toeristenbelasting 2013” vastgesteld door de raad van de gemeente Bladel bij besluit van 1 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid ge- noemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zichvoor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2013.