Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrecht 2014 |
Citeertitel | Verordening woonwagenrecht 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrecht 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 13-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 08-12-2014 | VR 55/2014 | |
19-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 14-11-2013 www.officielebekendmakingen.nl, 18-12-2013 | VR 108/2013 |
De raad van de gemeente Schiedam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 08-10-2013 (kenmerk:BVBEL nr. 13INT00413), betreffende het vaststellen van de:
Verordening afvalstoffenheffing 2014, de Verordening havengeld pleziervaartuigen 2014, de Legesverordening 2014, de Verordening marktgelden 2014, de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014, de Verordening parkeerbelastingen 2014, de Precarioverordening 2014, de Verordening reinigingsrecht 2014, de Verordening rioolheffing 2014, de Verordening woonschepenrechten 2014 en de verordening woonwagenrecht 2014 van de gemeente Schiedam;
gelet op Gemeentewet, art. 229;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, met uitzondering van wagens die een eigen aandrijving hebben en wagens waarvoor voor het voortbewegen ervan over een weg geen ontheffing ingevolge de Wegenverkeerswet van bij of krachtens die wet gegeven voorschriften met betrekking tot verkeersregels en verkeerstekens is vereist;
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “woonwagenrecht” wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats met een woonwagen.
Het belastingtijdvak is gelijk aan een periode van 13 weken en loopt gelijk met een kalenderkwartaal.
Het recht voor het hebben van een standplaats bedraagt, rekening houdend met het aantal punten volgens het Besluit huurprijzen woonruimte, bijlage 1, onder C, het waarderingsstelsel voor woonwagens en standplaatsen, per kwartaal:
In dit bedrag zijn niet begrepen andere rechten en bedragen, verschuldigd wegens water-, gas- en stroomverbruik.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het tijdvak
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd vanaf de eerste week van verblijf, volgende op die van aankomst op een woonwagencentrum over zoveel volle weken als er in dat belastingtijdvak overblijven. Voor elke week is 1/13 van het kwartaaltarief verschuldigd.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt wordt, op aanvraag van de belastingplichtige, ontheffing verleend over het aantal volle weken van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, overblijft.
Het recht wordt niet geheven voor het hebben van een standplaats met een woonwagen krachtens een privaatrechtelijke overeenkomst.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het woonwagenrecht.
De "Verordening Woonwagenrecht 2013" vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.