Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Hulst en Terneuzen |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie Hulst en Terneuzen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikelen 81o en 81oa van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Nieuwe regeling | 19-09-2013 Zeeuws-Vlaams Advertentieblad 18-12-2013 | 9964 |
De raad van de gemeente Terneuzen;
gelezen het voorstel van het Presidium;
gelet op hoofdstuk IVb van de Gemeentewet;
1. samen met de gemeente Hulst een gezamenlijke rekenkamercommissie in te stellen;
2. de Samenwerkingsovereenkomst gezamenlijke rekenkamercommissie vast te stellen;
3. de Verordening op de Rekenkamercommissie Terneuzen 2012 in te trekken met ingang van 1 januari 2014;
4. de Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Hulst en Terneuzen vast te stellen;
5. de heer F.A. van Oorschot en de heer B.H. Beumer te benoemen als leden van de Begeleidingscommissie voor de rekenkamercommissie.
De raden van de gemeenten Hulst en Terneuzen;
gelezen het voorstel van de Presidia van de gemeenten Hulst en Terneuzen;
gelet op de artikelen 81o en 81oa van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Hulst en Terneuzen
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling ter kennisneming naar de raad.
Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
Jaarlijks voor het einde van het kalenderjaar bepaalt de commissie, na raadpleging van de begeleidingscommissie, de onderwerpen welke zij in het volgende jaar wil onderzoeken, formuleert per onderwerp de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. De commissie doet hiervan schriftelijk mededeling aan de raad.
De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen vier weken in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij de raad hiervan met vermelding van de gronden in kennis stellen.
De voorzitter draagt zorg voor:
De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langst zittende lid op als voorzitter, dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de gemeenteambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.
De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Besloten in de openbare vergadering van de raad van gemeente Terneuzen op
19 september 2013.
griffier,
mr. J.H.P. de Jong
voorzitter,
J.A.H. Lonink
Besloten in de openbare vergadering van de raad van gemeente Hulst op
27 juni 2013.
griffier,
drs. D.J.M. Van Bunder
voorzitter,
J.F. Mulder
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. Deze begrippen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, moeten zij op grond van artikel 81oa van de Gemeentewet regels vaststellen voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Een ander begrip hiervoor is rekenkamercommissie, waarvoor in deze verordening ook is gekozen. De term ‘door het gemeentebestuur gevoerde beleid en beheer’ wil niet zeggen dat het onderzoek alleen betrekking heeft op het college. Ook kunnen onderzoeken van de rekenkamercommissie ineffectiviteit, ongewenste neveneffecten en inefficiënties aantonen die mede het gevolg zijn van beslissingen die de raad heeft genomen.
In deze verordening is ervoor gekozen om de betekenis van de begrippen doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 2 zelf op te nemen. Deze begrippen kunnen als volgt worden geïnterpreteerd:
Artikel 3 Begeleidingscommissie
Dit artikel regelt de instelling van een begeleidingscommissie. De begeleidingscommissie bestaat uit twee leden van elk van de deelnemende raden. Deze leden kiezen zelf de voorzitter en diens plaatsvervanger uit hun midden.
Artikel 4 Benoeming van de leden
De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie op voordracht van de begeleidingscommissie. Voor de leden gelden dezelfde beperkingen als voor leden van een rekenkamer. Er is voor gekozen om de benoemingstermijn op drie jaar te stellen met eenmalig de mogelijkheid tot herbenoeming voor een periode van drie jaar.
De leden leggen een eed of verklaring en belofte af overeenkomstig het bepaalde in artikel 81g van de Gemeentewet.
Artikel 5 Ontslag en non-activiteit
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties. Dit zijn de enig mogelijke redenen van ontslag. Hiermee wordt voorkomen dat de raad commissieleden ‘willekeurig’ ontslaat.
Artikel 6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de commissie
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 7 Ambtelijk secretaris
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren. Daarom is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.
Artikel 81i van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde kunnen zaken worden geregeld als de volgorde van aftreden, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts.
Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
De rekenkamercommissie dient haar onderzoeken zo te kiezen dat sprake is van een rechtvaardige verdeling van de onderzoeken (en daaruit voortkomende resultaten) over de deelnemende gemeenten. Daarbij geldt dat dit niet elk jaar het geval behoeft te zijn, maar wel binnen de zittingsperiode van drie jaar.
De onderwerpen van de onderzoeken van de rekenkamercommissie worden aan de begeleidingscommissie bekend gemaakt, zodat zij kan aangeven welke onderwerpen meer of minder belangrijk worden gevonden. De rekenkamercommissie is echter niet verplicht om gehoor te geven aan de ‘wensen en bedenkingen’ van de begeleidingscommissie. Indien zij het programma wenst te bespreken, dan is het wenselijk om de voorzitter van de rekenkamercommissie uit te nodigen om aan de bespreking deel te nemen. De commissie kan immers niet worden geacht het programma te verdedigen.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) conceptonderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. In dit artikel is geregeld welke kosten ten laste van het budget mogen worden gebracht.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.