Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERLEGREGELING ARNHEM |
Citeertitel | Verlegregeling Arnhem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Verordening Kabels en Leidingen gemeente Arnhem
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2013 | nieuwe regeling | 26-03-2013 Arnhemse Koerier, 18-12-2013 | B&W docnr. 2013.0.025.355 |
Paragraaf 2.2 Nadeelcompensatie indien de leiding van de leidingexploitant is gelegen in de openbare ruimte
Indien de leidingexploitant binnen vijf jaren na de inwerkingtreding van de vergunning een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag. Dit geldt zowel voor leidingen die in een droge omgeving liggen als voor leidingen die in een natte omgeving (waterwegen of waterkerende dijken) liggen.
Indien de leidingexploitant een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding in een droge omgeving in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 1.
Voor leidingen die liggen in een natte omgeving (waterwegen of waterkerende dijken) is de periode waarin schadevergoeding wordt gegeven gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning. De schadevergoeding wordt eveneens vastgesteld conform het bepaalde in bijlage 1 van deze afspraken.
Paragraaf 2.3 Nadeelcompensatie ingeval de leiding van de leidingexploitant niet ligt in de openbare ruimte
Rusten op de leiding van de leidingexploitant geen van de rechten als bedoeld in artikel 9, dan is
het bedrag waarover de nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de kosten
voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en
de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.
Paragraaf 2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie
Het college en de leidingexploitant zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de leiding van de leidingexploitant elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de leidingexploitant moet blijven dan uit de toepassing van paragraaf 2.2 of 2.3 voortvloeit, kan het college van de bepalingen uit die paragraaf gemotiveerd afwijken.
Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen van dezelfde leiding, is op de eerste tijdelijke verlegging deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente.
Geen nadeelcompensatie wordt toegekend als in de vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, waarop of waarboven de leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 6 van deze regeling wordt gegeven.
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 6 en 7 komen de kosten van het rijzen van een leiding als gevolg van de uitvoering van een werk ten laste van de leidingexploitant.
De nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van een vaste prijs als het voorlopig vastgestelde bedrag aan nadeelcompensatie lager is dan €10.000,00. In andere gevallen wordt de hoogte van de nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie, tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD
Het college maakt zijn voornemen van een werk bekend middels een schriftelijke mededeling aan de leidingexploitant. Hierin is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van noodzakelijk te verleggen leidingen. Indien sprake is van aanwezige leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de leidingexploitant de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.
Het college streeft ernaar overeenstemming te bereiken met de leidingexploitant over verlegging (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met leidingexploitant.
Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend dan wel op welke datum met het leggen is begonnen, dan wordt er vanuit gegaan dat de betreffende leiding langer dan 15 jaar aanwezig is voor zover deze in een droge omgeving ligt. Voor een leiding die in een natte omgeving ligt wordt een termijn van langer dan 30 jaar aangenomen.
Paragraaf 3.3 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie
De leidingexploitant dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één jaar na verzending van de aanwijzing van het college tot het verleggen van een leiding een verzoek in om voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 2.
Paragraaf 3.5 Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie
Het aanpassen van de leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond. Binnen een jaar na dat moment dient leidingexploitant een verzoek in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.
Paragraaf 3.6 Definitieve vaststelling nadeelcompensatie
Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie een besluit:
om het verzoek buiten behandeling te laten, indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de leidingexploitant in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan leidingexploitant;
Paragraaf 3.7 Betaling nadeelcompensatie
Indien het college heeft besloten om nadeelcompensatie toe te kennen, op een vaste prijs, dan dient de leidingexploitant na het gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ten hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen na ontvangst van de factuur door het college;
Indien het college heeft besloten om nadeelcompensatie toe te kennen op basis van voor- en nacalculatie, dan dient na vaststelling van de definitieve hoogte van de nadeelcompensatie en na gereedkoming van de werkzaamheden de leidingexploitant een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen na ontvangst van de factuur door het college.
HOOFDSTUK 4 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN
De hoogte van de kosten voor het verleggen van een leiding worden bepaald op basis van de hierna volgende bepalingen. De totale kosten worden berekend op basis van de werkelijke verleggingskosten. Slechts de kosten van ontwerp en begeleiding, de kosten van uit- en inbedrijfstellen, de kosten van uitvoering en de materiaalkosten kunnen voor vergoeding in aanmerking komen .
Bijlage 1 behorende bij de Verlegregeling Arnhem