Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Verordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013
CiteertitelVerordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Telecommunicatieverordening Ridderkerk 1999 en “De Algemene voorwaarden voor het verrichten van werkzaamheden in gemeentegrond (AVGR 1987)" worden ingetrokken.

Voor de kabels en leidingen die zijn aangelegd met toepassing van de telecommunicatie

Ridderkerk 1999 en/of op basis van andere gelegaliseerde afspraken, zijn ook die verordening

en afspraken nog van toepassing.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Belemmeringenwet Privaatrecht, art. 1
  2. Telecommunicatiewet, art. 5.4 lid 4
  3. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-201301-01-2017Nieuwe regeling

28-11-2013

Gemeentejournaal, 12-12-2013

Gemeentestukken 2013-310

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013

De raad van de Gemeente Ridderkerk;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk d.d. 8 oktober 2013 en gelet op artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de Verordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Calamiteit:

    Een onverwachte gebeurtenis waarbij persoonlijk letsel of grote schade dreigt.

    Hieronder vallen rampen en zware ongevallen, ernstige leveringsonderbrekingen (bijvoorbeeld: een ziekenhuis zonder stroom). Het gaat hierbij om situaties waarin mechanisch graven noodzakelijk is om genoemde dreiging weg te nemen.

  • b.

    Het college:

    Burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk

  • c.

    Gedoogplichtige:

    Degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of artikel 5.2, eerste lid Tw;

  • d.

    Groot Geprogrammeerd Werk;

    Werkzaamheden met een benodigde gezamenlijke tracé lengte die groter is dan 25 strekkende meter of werkzaamheden in een gesloten verharding en solo te plaatsen handholes

  • e.

    Handboek:

    Door het college vastgestelde nadere regels betreffende ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

  • f.

    (Huis)aansluiting:

    Het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • g.

    Instemming:

    Instemming van of namens het college om ‘klein geprogrammeerd werk’ uit te voeren

  • h.

    Kabels en leidingen:

    Kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk);

  • i.

    Marktconforme kosten:

    Kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • j.

    Klein Geprogrammeerd Werk:

    Werkzaamheden met een benodigde tracé lengte tot maximaal 25 strekkende meter die in aard of omvang zo beperkt zijn, dat een lichter meldregime toegepast kan worden, te beoordelen door de gemeente;

  • k.

    Netbeheerder:

    Rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een netwerk en in die hoedanigheid verantwoordelijk en aansprakelijk is voor alle werkzaamheden ten behoeve van de kabels en leidingen in zijn netwerk;

  • l.

    Netwerk:

    Samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en) voor het transport van nutsvoorzieningen (vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie) of signalen van een openbaar of niet openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in de Telecommunicatiewet, hierna ‘Tw’;

  • m.

    Niet-openbare kabels

    Kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare diensten en leidingen aan te bieden;

  • n.

    Openbare gronden:

    Openbare wegen en wateren voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht;

  • o.

    Vergunning:

    Schriftelijk besluit van het college op een aanvraag om werkzaamheden met betrekking tot kabels en leidingen te mogen uitvoeren.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, in stand houden en opruimen van openbare en niet-openbare kabels en leidingen in of op openbare gronden,

Artikel 3 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 2 Melding en vergunning

Artikel 4 Melding en Vergunning

  • 1.

    Het is verboden werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden voor het aanleggen, in stand houden of opruimen van kabels en leidingen, zonder of in afwijking van een vergunning, behalve als sprake is van een calamiteit.

  • 2.

    Bij Groot Geprogrammeerd Werk dient een vergunning aangevraagd te worden in het digitale meldsysteem van de gemeente. Start van de werkzaamheden dient minimaal 3 werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden gemeld te worden in het digitale meldsysteem.

  • 3.

    Bij Klein Geprogrammeerd Werk en Calamiteiten dienen de werkzaamheden gemeld te worden in het digitaal meldsysteem van de gemeente. Bij een dergelijke instemming is ook deze verordening van toepassing.

Artikel 5 Termijnen

  • 1.

    Bij vergunningaanvragen voor werkzaamheden, waarbij de benodigde tracé lengte minimaal 25 strekkende meter of meer is, geldt een beslistermijn van acht weken. De termijn kan met hoogstens acht weken worden verlengd. Dit wordt aangegeven in het digitaal meldsysteem van de gemeente Ridderkerk.

  • 2.

    Voor Klein Geprogrammeerd Werk, waarbij de lengte van het tracé maximaal 25 meter mag zijn, wordt de beslissing binnen 3 werkdagen genomen.

  • 3.

    Indien de voorgenomen werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt de gemeente schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg met de andere gedoogplichtige(n). Het college ontvangt deze resultaten uiterlijk vier weken na de aanvraag. De beslistermijn gaat in op de datum dat het college deze resultaten heeft ontvangen.

  • 4.

    Een calamiteit moet direct worden gemeld en binnen 48 uur na de uitvoering gemotiveerd te worden. Daaruit moet blijken dat uitstel niet mogelijk was.

  • 5.

    Bij Klein Geprogrammeerd Werk als bedoeld in lid 2, kan het college bepalen dat de realisatie op een later tijdstip moet plaatsvinden op grond van belangen als genoemd in artikel 7 lid 1.

  • 6.

    Het college kan gebieden aanwijzen waar de uitzonderingsbepaling voor klein geprogrammeerd werk niet van toepassing is.

  • 7.

    Het college houdt de beslissing aan, als er bij de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

  • 8.

    De vergunning heeft een maximale geldigheid van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 9.

    Als de netbeheerder werkzaamheden wil uitvoeren binnen 5 jaar na voltooiing van groot onderhoud of herinrichting van diezelfde openbare gronden, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 6 Verstrekken van gegevens

  • 1.

    Voor een melding of vergunning als bedoeld in artikel 4 moet gebruik gemaakt worden van het digitale meldingssysteem bekend bij de netbeheerder en de gemeente. Gegevens die digitaal voorhanden (moeten) zijn, moeten ook in digitale vorm worden verstrekt.

  • 2.

    Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      een uittreksel van de inschrijving in het handelsregister bij de eerste melding per kalenderjaar;

    • b.

      een machtiging indien het een aanvraag betreft voor of namens een opdrachtgever;

    • c.

      NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, alsmede van de grondroerder (dan wel diens te machtigen uitvoerder);

    • d.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • e.

      een opgave van de belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        het gewenste tracé met duidelijke (digitale) tekeningen van de te verbinden locaties;

      • -

        de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek betreffende de beschikbare ruimte;

      • -

        situering van objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen van de verhardingen;

      • -

        maatregelen voor de bereikbaarheid van de aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        maatregelen voor bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

  • 3.

    Indien de voorgenomen werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken moet in het uitvoeringsplan ook zijn vermeld:

    • -

      een opgave van het aantal kabels dat direct dan wel niet direct in gebruik wordt genomen;

    • -

      de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4.

    Bij de melding van Klein Geprogrammeerd Werk als bedoeld in artikel 4 lid 2, moet worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en telefoonnummer van de uitvoerder en het bedrijf;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

    • d.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen over de te verstrekken gegevens en de wijze waarop die moeten worden verstrekt.

Artikel 7 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

  • 1.

    Het college kan aan werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      voorkomen of beperken van schade/overlast;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden en gebouwen;

    • e.

      de ondergrondse ordening;

    • f.

      bescherming van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • g.

      bescherming van groenvoorzieningen

    • h.

      bescherming van het grondwaterwingebied.

  • 2.

    De netbeheerder is verplicht om (mede)gebruik te maken van bestaande voorzieningen zoals mantelbuizen, kabelgoten en -geleidingen die door derden of door de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld.

  • 3.

    Het onderhoud moet het eerste jaar door de netbeheerder worden gedaan, waarna de gemeente onderhoud overneemt met een opleveringsopname. Aan herstel van bijzondere bestrating, zoals bijvoorbeeld sierbestrating, kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, en er geen medegebruik mogelijk is als bedoeld in lid 2, moet de netbeheerder een alternatief tracé kiezen. Voorafgaand aan de werkzaamheden aan het gewijzigde tracé moet de gemeente een akkoord geven.

  • 5.

    De netbeheerder moet omwonenden, bedrijven en instellingen ter plaatse minimaal 3 dagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de voorgenomen werkzaamheden.

  • 6.

    Aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, en medegebruik van voorzieningen, moeten voldoen aan de regels in het Handboek.

  • 7.

    De netbeheerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden. De vergoeding is beperkt tot de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud. Voor het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding aan bestrating worden de tarieven van de VNG gehanteerd. Het vaststellen van de schadevergoedingen aan bermen en groenvoorziening wordt per geval bepaald. Hierbij worden twee tarieven gehanteerd: enerzijds gras en struweel (eenheidsprijs) en anderzijds bomen die binnen de invloedsfeer van de te leggen kabels en/of leidingen staan (maatwerk).

  • 8.

    Bij oplevering is de netbeheerder verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels en/of leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de nog niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De netbeheerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster aan de gemeente te verstrekken.

  • 9.

    Na gereedkomen van het werk dient de afwerking van het maaiveld minimaal dezelfde kwaliteit te hebben als voor de start van de werkzaamheden. Indien dit niet het geval is behoudt de gemeente zich het recht voor om herstelwerkzaamheden op kosten van de netbeheerder uit te voeren.

  • 10.

    De netbeheerder is leges verschuldigd conform de Legesverordening van de Gemeente Ridderkerk.

Artikel 8 Verleggingen

  • 1.

    Op verleggingen van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente Ridderkerk zijn de wettelijke regels van toepassing.

  • 2.

    De netbeheerder van een nutsvoorziening is verplicht zijn kabels en leidingen te verleggen, of andere noodzakelijke maatregelen te nemen, voor zover dit nodig is voor de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente.

  • 3.

    Het college en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de kabels en leidingen van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

  • 4.

    Na een aanwijzing tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan twaalf weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

  • 5.

    Als de netbeheerder een aanwijzing krijgt om maatregelen te nemen voor kabels en leidingen, vergoedt de gemeente (een deel van) de kosten conform de schriftelijk overeengekomen verlegschaderegeling tussen de gemeente en de netbeheerder.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 9 Eigendom

  • 1.

    Indien het eigendom, de exploitatie of het beheer van een netwerk, kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2.

    De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer verandert en draagt zorg voor overige vereiste kennisgevingen hieromtrent.

Artikel 10 Geldigheidsduur gedoogplicht kabels en leidingen

  • 1.

    De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden.

  • 2.

    De netbeheerder levert jaarlijks een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels, leidingen en ondersteuningswerken. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 11 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Indien het college of de aangewezen ambtenaar vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden.

  • 3.

    Bij grove nalatigheid of recidive kan het college strafrechtelijke handhaving in gang zetten.

  • 4.

    Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart of uitgevoerd, vervalt de vergunning, tenzij er tijdig een gegronde reden wordt medegedeeld, dit met in achtneming van de maximale geldigheidsduur van het instemmingsbesluit en ter beoordeling van het college.

  • 5.

    Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

    • a.

      Zonder vergunning als bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze verordening;

    • b.

      zonder voorafgaande melding, als bedoeld in artikel 4 lid 2 van deze verordening;

    • c.

      in strijd met het in de vergunning opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing, de wijze van uitvoering of andere van toepassing verklaarde voorschriften.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Telecommunicatieverordening Ridderkerk 1999 en “De Algemene voorwaarden voor het verrichten van werkzaamheden in gemeentegrond (AVGR 1987). De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013’.

 

Voor kabels en leidingen die zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening Ridderkerk 1999 en/of op basis van andere gelegaliseerde afspraken, zijn ook die verordening en afspraken nog van toepassing.

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Ridderkerk in zijn openbare vergadering van 28 november 2013.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

mr. J.G. van Straalen mw. A. Attema