Organisatie | Giessenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Giessenlanden 2014 (1e wijziging |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Giessenlanden 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 01-04-2014 | Wijziging van:Art. 3.2 toepassing eigen bijdrage.Art. 4.3 bedrag van het persoonsgebonden budget .Art 5.3 verhuis-en inrichtingskosten. Art. 5.4 woonvoorziening/-sanering. Art. 5.9 tegemoetkoming woonboot of woonwagen .Art. 6.2 financiële tegemoetkoming- individueel vervoer. Art 7 sportvoorziening.Art. 11 doorberekening “no-show-tarief”aan client | 05-11-2013 Het Kontakt, 21 november 2013 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn.
Hoofdstuk 2. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget . (artikel 3,5 en 6 van
de gemeentelijke verordening maatschappelijke ondersteuning)
Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording.
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.
Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:
Pgb wonen, vervoer en rolstoel
Het op aanvraag toe te kennen persoonsgebonden budget is gelijk aan het bedrag dat de kosten van de goedkoopste adequate voorziening kost zo als deze in natura door de gemeente zou zijn verstrekt. Dit bedrag is inclusief het “het eventueel op maat maken”aanpassen van de voorziening (blijkende uit de indicatie c.q. het programma van eisen) en tevens aangevuld met de kosten voor de instandhouding, zoals onderhoud, reparatie en verzekering.
Een Pgb voor voorzieningen voor kinderen wordt maandelijks verstrekt en is gelijk aan het bedrag van de maandelijkse door de gemeente te betalen bijdrage aan de leverancier indien de verstrekking in natura zou hebben plaatsgevonden.
Een Pgb moet gebruikt worden voor de aanschaf/realisering van de voorziening die is geïndiceerd.
De voorziening moet voldoen aan het bij de indicatie opgestelde programma van eisen en – als het een vervoersvoorziening betreft – voorzien van een GQ en/of CE markering.
Voor trapliften geldt eveneens een CE markering. Voor nadere specificatie hiervan zie toelichting.
Een met een Pgb aangeschafte woonvoorziening, vervoersvoorziening of rolstoelvoorziening wordt – bij ongewijzigde omstandigheden - geacht minimaal 7 jaar te voorzien in de opheffing van de beperking. , tenzij de leverancier van de gemeentelijke voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn aangeeft.
Een Pgb voor een (dure) voorziening van meer dan € 10.000,00 wordt in termijnen verstrekt waarbij in overleg met de aanvrager een schema wordt opgesteld. De betalingstermijnen worden in ieder geval beschikbaar gesteld in samenhang met de voortgang van de werkzaamheden.
Bij een Pgb voor hulp bij het huishouden vindt de uitbetaling plaats in vierwekelijkse termijnen. De eerste uitbetaling gaat in na ontvangst van een kopie van de door budgethouder en zorgverlener ondertekende overeenkomst, zoals van de SVB (Sociale Verzekeringsbank).
Bij de verantwoording van het Pgb voor hulp bij het huishouden wordt in ieder geval overgelegd:
overzichten van het door hulpverleners per maand gewerkte aantal uren (datum + tijd) of uren van loondoorbetaling bij ziekte en kwitanties van de uitbetaalde uren. Hiervoor dient het formulier te worden gebruikt welke is vastgesteld door de gemeente en wordt meegestuurd met de toekenningsbeschikking;
Per kalenderjaar hoeft de budgethouder van het toegekende Pgb een bedrag van maximaal € 272,00 (peildatum 2014, volgens de informatie van de SVB wordt het niet gewijzigd) niet te verantwoorden.
Dit verantwoordingsvrije bedrag is bestemd voor kosten die het (beheer van het) Pgb eventueel met zich kan meebrengen, zoals administratieve zaken, print- en/of kopieerkosten van betalingsbewijzen t.b.v. de verantwoording, het zoeken van een hulp (plaatsen van advertenties), cursussen, lidmaatschap patiëntenverenigingen, gratificatie voor de hulp en dergelijke.
Hoofdstuk 3. Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage. (artikel 7 van de
Artikel 2. Omvang van de eigen bijdragen en de eigen aandeel
Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt € 18,60 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 23.208,00 dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 15% per kalenderjaar bedraagt.
Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 18,60 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 16.257,00 dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 15% per kalenderjaar bedraagt.
Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 28.733,00 dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 15% per kalenderjaar bedraagt.
Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.676,00 dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 15% per kalenderjaar bedraagt.
Artikel 3. Toepassing eigen bijdrage
De in artikel 2 vermelde eigen bijdrage wordt geheven bij het toekennen van hulp bij het huishouden. Ook bij een individuele vervoersvoorziening wordt een eigen bijdrage geheven, overeenkomstig het bepaalde in het volgende lid.
Bij de verstrekking van individuele vervoersvoorzieningen (in natura, of koopvoorzieningen of als persoonsgebonden budget) als een aangepaste fiets, een scootmobiel, een handbike of een gesloten buitenwagen wordt voor personen van 18 jaar of ouder een eigen bijdrage vastgesteld conform het bepaalde in dit artikellid. Deze eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd door het CAK.
Deze eigen bijdrage wordt in een tijdvak van 7 jaar opgelegd, gedurende maximaal 39 periodes van vier weken, bij de eerste aanvraag van een individuele vervoersvoorzieningen en bij vervanging van een bestaande individuele vervoersvoorziening.
Voorzieningen uit de categorieën 6, 10a/10c/10h, 11 en 12 (m.u.v. 12d) vallen onder de eigenbijdrageregeling (zie Bijlage 1).
De maximale eigen bijdrage per periode van 4 weken bedraagt € 33,90 (prijspeil 2014).
De eigen bijdrage gaat in op de eerste dag van de volledige periode, die volgt op de dag waarop de vervoersvoorziening is afgeleverd. Voor cliënten die op 31 december 2012 al in het bezit zijn van een aangepaste fiets, een scootmobiel of een handbike is de eigen bijdrage opgelegd vanaf periode 1-2013.
Hoofdstuk 4. Hulp bij het huishouden (artikel 10, 11 en 12 van de gemeentelijke
Artikel 4. Regels over gebruikelijke zorg, omvang van de hulp bij het huishouden en de
omvang van het persoonsgebonden budget voo r hulp bij het huishouden (HH)
4 .1 . Gebruikelijke zorg en indicatiestelling
Voor de toepassing van artikel 10 en 11 van de verordening worden het Protocol ‘Indicatiestelling voor Huishoudelijke Verzorging’ en het Protocol ‘Gebruikelijke zorg’, uitgave Centrum Indicatiestelling Zorg, april 2005 gehanteerd, waarbij de term ‘leefeenheid’, zoals genoemd onder 2.2. als volgt dient te worden gelezen: ‘leefeenheid: een eenheid bestaande uit gehuwde personen (verzekerden=AWBZ-term), die al dan niet tezamen met één of meer ongehuwde meerderjarige en/of minderjarige personen (verzekerden = AWBZ-term) duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde persoon (verzekerde = AWBZ-term) die met één of meer ongehuwde meerderjarige en/of minderjarige personen (verzekerden = AWBZ-term) duurzaam een huishouden voert. Onder gehuwde personen (verzekerden = AWBZ-term) worden ook begrepen de ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/of met kinderen samenwonen. Met deze definitie worden alle bewoners van één adres die samen een duurzaam huishouden voeren inbegrepen in het begrip leefeenheid. Een soortgelijke positie wordt ingenomen door mensen die omwille van hun zorgbehoefte op één adres ieder zelfstandig wonen. Denk hierbij aan woongemeenschappen van kloosterlingen, ouderen of gehandicapten. Ook hier is dus geen sprake van een leefeenheid’.
4 .2 . Niveaus hulp bij het huishouden.
De hulp bij het huishouden wordt onderverdeeld in 2 niveau’s, te weten HH1 en HH2.
Onder HH 1 wordt verstaan: huishoudelijke werkzaamheden.
De te verrichten werkzaamheden in dit niveau zijn:
Onder HH 2 wordt verstaan: huishoudelijke werkzaamheden met ondersteuning in de huishouding.
De te verrichten werkzaamheden in dit niveau zijn:
4 .4. Toekennen en berekenen Pgb.
Het Pgb wordt toegekend en berekend op basis van het aantal weken tot het eind van het kalenderjaar of zolang de toekenning geldt.
4.5 . Omvang zorg in natura (ZIN)
De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren.
Onder de in artikel 8 lid 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Giessenlanden genoemde vormen van hulp bij het huishouden, wordt onder c ‘een persoons-gebonden budget te besteden aan hulp bij het huishouden’ ook verstaan de vergoeding voor een alfahulp.
De vaststelling van de hoogte van de kostprijs vindt plaats op basis van de vergoeding aan de hulp vermeerderd met bijkomende kosten voor bemiddeling, uitbetaling, verzekeringen, vervanging, etc. en bedraagt € 15,54 per uur (prijspeil 2014).
4. 7 . Overlijden geïndiceerde
In geval van overlijden van de geïndiceerde of opname van de geïndiceerde in een erkende (AWBZ) instelling ontvangt de leefeenheid gedurende een periode van maximaal 6 weken de toegekende zorguren.
Hoofdstuk 5. Woonvoorzieningen (artikelen 13, 15 en 21 van de gemeentelijke
5 .1. financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget
Het in artikel 21 van de van de gemeente Verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Giessenlanden genoemde afschrijvingsschema geldt alleen voor woningaanpassingen groter dan € 20.000,00 en luidt als volgt:
De afschrijvingstermijn bedraagt 10 jaar.
Voor aanvang van de werkzaamheden dient de woning getaxeerd te worden.
Nadat de woningaanpassing gereed is gemeld vindt er opnieuw een taxatie plaats.
Beide taxaties zijn op kosten van de gemeente en worden uitgevoerd door een onafhankelijke taxateur.
Aan de hand van beide taxaties wordt de meerwaarde van de woning bepaald. Dit bedrag is bepalend voor de toepassing van bovenstaand afschrijvingsschema en wordt aan de aanvrager meegedeeld.
5 .3. Verhuis- en inrichtingskosten
5 .4 W oonvoorziening/-sanering
Het bedrag bij urgente noodzaak voor vervanging vloerbedekking i.v.m. cara of continue rolstoelgebruik op grond van artikel 15 onder c van de gemeentelijke verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Giessenlanden bedraagt:
Indien een urgente noodzaak van vervanging van vloerbedekking is vastgesteld i.v.m. eerder niet aanwezige cara wordt uitsluitend een tegemoetkoming in de kosten gegeven van vervanging van de vloerbedekking in de slaapkamer. Bij een kind beneden 4 jaar kan ook een vergoeding voor vervanging van de vloerbedekking in de woonkamer worden gegeven
De leeftijd van de huidige vloerbedekking is van belang bij het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen onder a. en b.
(of € 82,76 per strekkende meter bij 4 meter breed);
·in de slaapkamer: € 15,52 per m²
(of € 62,05 per strekkende meter bij 4 meter breed).
De legkosten worden 100% vergoed.
2.Er wordt alleen een tegemoetkoming toegekend indien de vloerbedekking niet ouder is dan 8 jaar.
Vaststelling afschrijvingspercentage: Leeftijd vloerbedekkingVergoeding op basis van normbedrag 0 - 2 jaar oud 100% 2 - 4 jaar oud 75% 4 - 6 jaar oud 50% 6 - 8 jaar oud 25%
De vergoeding wordt pas uitbetaald als bewijsstukken van de gemaakte kosten worden ingediend.
5.6. Kosten t.b.v. onderhoud, keuring en reparatie
De werkelijke kosten van onderhoud, keuring en reparatie worden vergoed van een door de gemeente verstrekte woonvoorziening, tenzij in de beschikking anders is bepaald.
De vergoeding voor huurderving als genoemd in artikel 15 lid 2 van de van de gemeentelijke verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Giessenlanden, voor het beschikbaar houden van een aangepaste woning, bedraagt maximaal het bedrag van de kale huur van de woonruimte gedurende maximaal 6 maanden.
De werkelijke kosten van de goedkoopste adequate voorziening(en) ten behoeve van het bezoekbaar maken van één woonruimte (als genoemd in artikel 19 lid 2 tot en met 5 van de van de gemeentelijke verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Giessenlanden worden vergoed.
5.9 . Tegemoetkoming woonboot of woonwagen
Een financiële tegemoetkoming ingevolge artikel 13 lid 1 sub c en d van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Giessenlanden bij aanpassing van een woonboot of woonwagen vindt plaats als de vergunning voor stand- of ligplaats langer dan 5 jaar geldig is. Is de geldigheidsduur korter dan 5 jaar dan is de financiële tegemoetkoming maximaal € 1.386,13.
Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan € 45,00 bedragen wordt geen financiële tegemoetkoming of Pgb verleend.
Voorzieningen waarvan het aannemelijk is te achten, dat de aanvrager, gezien zijn individuele situatie, ook zonder zijn beperking, hierover zou kunnen beschikken, worden als algemeen gebruikelijk beschouwd. Hierbij wordt uitgegaan van criteria, die op grond van jurisprudentie zijn geformuleerd. Deze criteria luiden als volgt:
Voor de hoogte van het voor de aanvrager relevante sociaal minimum verzamelinkomen (= 120% van het sociaal minimum) wordt verwezen naar de bedragen zoals opgenomen in artikel 2 van dit Besluit. Om te kunnen bepalen of de uitzondering, zoals genoemd onder 2, aan de orde is, vindt er een inkomenstoets plaats. Aanvrager dient hiervoor een IB-60 formulier van de Belastingdienst te overleggen van betrokkene zelf en de eventuele fiscale partner.
Dergelijke voorzieningen worden toch vergoed indien het (verzamel)inkomen lager is dan de volgende bedragen (gebaseerd op het Bijdragebesluit zorg 2014):
Wat in een concrete situatie als algemeen gebruikelijk is te beschouwen, hangt af van de geldende maatschappelijke normen op het moment van de aanvraag.
Voorbeelden van algemeen gebruikelijke voorzieningen (niet limitatief!):
Hoofdstuk 6. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel ( artikel 22 en 24 van de gemeentelijke verordening maatschappelijke ondersteuning)
De vervoerskosten voor een begeleider, die meereist met de cliënt op grond van een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer, komen voor rekening van de gemeente.
6 . 2 . F inanciële tegemoetkoming – individueel vervoer
Bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor (bruikleen) auto- en (rolstoel)taxikosten wordt uitgegaan van een gemeentelijke compensatieplicht van 2000 kmop jaarbasis.
6. 3 . B eëindiging vervoersvoorziening:
De vervoersvoorziening wordt gewijzigd dan wel beëindigd met ingang van de eerste van de maand, volgend op de maand waarin de omstandigheid zich heeft voorgedaan om de vergoeding te wijzigen dan wel te beëindigen.
Hoofdstuk 7. Verplaatsen in en rond de woning. (artikel 27 van de gemeentelijke
verordening maatschappelijke ondersteuning)
Hoofdstuk 8. Relatie tot de AWBZ, advisering, samenhangende afstemming en
Artikel 8. Aanvraagprocedure (artikel 30 van de gemeentelijke verordening
maatschappelijke ondersteuning)
De eerste aanvraag om een voorziening op grond van de verordening Wmo moet altijd op een door het college vastgesteld en uitgereikt formulier worden ingediend. Dit formulier moet volledig ingevuld en door aanvrager of diens gemachtigde ondertekend zijn en ingeleverd worden bij het daartoe aangewezen uitvoeringsorgaan.
Artikel 9. Verplicht advies (artikel 32 van de gemeentelijke verordening maatschappelijke
Het bedrag waarboven ingevolge artikel 32 lid 2 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning advies gevraagd moet worden bedraagt € 20.000,00.
Artikel 10. Reiskostenvergoeding keuring/selectie
Artikel 11. Doorberekening “no-show-tarief” aan cliënt
1.Als een cliënt niet op een gepland spreekuur- of huisbezoek kan komen, moet hij/zij zich
24 uur van tevoren afmelden. Als er geen tijdige afmelding is geweest en de cliënt komt niet op het spreekuur of is niet thuis tijdens het huisbezoek, dan zullen de onderstaande kosten door de gemeente bij de desbetreffende cliënt in rekening worden gebracht:
Artikel 12. Samenhangende afstemming (artikel 33 van de gemeentelijke verordening
maatschappelijke ondersteuning)
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 32 van de Gemeentelijke Verordening maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:
Het college betrekt deze bevindingen in de besluitvorming van het besluit.
Artikel 13. Indexering (artikel 38 van de gemeentelijke verordening maatschappelijke
De in dit besluit genoemde vergoedingen/normbedragen kunnen jaarlijks worden gewijzigd aan de hand van het (indexering) percentage zoals genoemd in de “mei - of septembercirculaire” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Uitzonderingen op het eerste lid vormen de bedragen voor de eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen zoals genoemd in de Algemene Maatregel van Bestuur, behorende bij de Wmo.
Deze bedragen kunnen jaarlijks worden gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinconsumptie (CBS).
Vergoedingen voor taxivervoer kunnen jaarlijks worden aangepast conform de afspraken die gemaakt zijn met de leveranciers.
Aldus vastgesteld in de vergadering
van burgemeester en wethouders van
Giessenlanden d.d. 5 november 2013
Burgemeester en wethouders van Giessenlanden,