Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 228
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling. | 08-11-2013 Gemeenteblad, 28-11-2013 | 2013/049 |
De raad van de gemeente Waalwijk;
gelezen het voorstel over de belastingverordeningen 2014 van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;
gelet op de artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
”Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2014”
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a.dag: een periode van 24 uren, aanvangend om 00.00 uur, of een gedeelte
registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of
boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de
vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het
eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven
De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
a.voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond,
waarvan de aanwezigheid krachtens wettelijk voorschrift of anderszins moet worden
b.voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond,
waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;
c.wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond
A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;
d.naamborden en naamplaten aan de gevel, waarvan de grootste afmeting niet meer
bedraagt dan 0,5 (strekkende dan wel vierkante) meter en waarop niet méér vermeld
staat dan de naam van de bewoner en het uitgeoefende beroep of bedrijf;
beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
h.voorwerpen ten behoeve kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde. Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder dan € 5,00 bedraagt.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
1.De ‘Verordening Precariobelasting 2013’ van 13 december 2012, wordt ingetrokken met
ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum
2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van
De raad in zijn openbare vergadering van 7 november 2013 en aldus vastgesteld op8 november 2013.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK
De griffier, G.H. Kocken/ De voorzitter, drs. A.M.P. Kleijngeld