Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels inzake standplaatsen |
Citeertitel | Nadere regels inzake standplaatsen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening gemeente Raalte, art. 5.18
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2009 | nieuwe regeling | 15-12-2009 Weekblad voor Salland, 23-12-2009 | 0904437 |
Burgemeester en wethouders van de Gemeente Raalte,
overwegende dat in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening van Raalte is bepaald dat zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders geen standplaats mag worden ingenomen;
dat het college op grond van artikel 5.17, lid 3, bevoegd is om nadere regels vast te stellen ten behoeve van het uitgeven van standplaatsen als bedoeld in Hoofdstuk 5, afdeling 4, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Raalte;
Artikel 2. Aanwijzing van standplaatsen voor het voeren van detailhandel
1.Het college wijst de volgende plaatsen aan waarvoor een standplaatsvergunning kan worden afgegeven voor het voeren van detailhandel:
4 standplaatsen aan de Grote Markt in Raalte op donderdag;
4 standplaatsen aan de Grote Markt in Raalte op vrijdag;
4 standplaatsen op het Marktplein in Heino op de door de marktmeester aangewezen locatie op vrijdag;
2 standplaatsen in Raalte Noord op dinsdagmiddag;
Artikel 7. Gebruik van de vergunning
De vergunninghoudermoet steeds aanwezig zijn op de standplaats, behoudens ziekte of bijzondere omstandigheden.
Artikel 8. Het gebruik van de standplaats
Ten aanzien van het gebruik van elektriciteit en luidsprekers is het volgende bepaald:
Elektriciteit: de vergunninghouder is verplicht voor zover hij gebruik maakt van elektrische energie, deze te betrekken vanuit door het college beschikbaar gestelde middelen. De vergunninghouder is verplicht daarbij te voldoen aan nader door het college te stellen voorwaarden en door de Nutsbedrijven gestelde aansluitvoorschriften.
Artikel 9. Hygiëne en reiniging van de standplaats
De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan direct na het beëindigen van de activiteiten, doch voor het verlaten van de standplaats schoon wordt gemaakt, zulks ter beoordeling van het college, en alle afval meeneemt en op de juiste wijze voor verdere verwerking aanbiedt.
Artikel 10. Afwezigheid vergunninghouder
In geval van ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats in te nemen. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2009.
burgemeester en wethouders van Raalte,
de secretaris (wnd.), de burgemeester,
M.Rademaker P.A. Zoon
Sub a: Deze notitie beperkt zich tot plaatsen buiten de markt. Voor de markt gelden andere eisen en voorwaarden. De plaatsen op de markt worden geregeld in de artikelen 5.39, 5.40, 5.41, 5.46 en 5.47 van de Algemene Plaatselijke Verordening. Ten aanzien van deze artikelen zijn ook nadere regels opgesteld.
Sub b. tot en met j. spreken voor zich.
Artikel 2.aanwijzing van standplaatsen voor het voeren van detailhandel
Lid 1: Om te voorkomen dat de woensdagmarkt in Raalte haar aantrekkingskracht verliest is het wenselijk om op maandagen en dinsdagen in Raalte-centrum geen standplaatsen te vergunnen. Alleen op de donderdagen en de vrijdagen met een maximum van vier standplaatsen per dag kunnen standplaatsvergunningen worden verleend. In overleg met de omwonenden en de ondernemers is in Raalte Noord gekozen voor een beperkt aantal standplaatsen. Gekozen is voor vier standplaatsen om marktvorming buiten de markt te voorkomen. Voor Heino is gekozen voor 4 standplaatsen op de vrijdag gezien de plaatselijke omstandigheden en ter bescherming van de markt op maandag. Voor de buurtdorpen kunnen maximaal vier standplaatsen per werkdag worden verleend, met in achtneming van het gestelde in lid 2. De locaties zijn gekozen om de centrale ligging binnen een gebied waar economische activiteiten mogelijk zijn en waarbij de invloed op de parkeerdruk zoveel mogelijk wordt beperkt. De locaties voor standplaatsen worden zoveel mogelijk te geconsenteerd omdat wildgroei ongewenst wordt geacht.
Lid 2: Dit lid is opgenomen ter bescherming van de individuele belangen van de standplaatshouders en het vergroten van het assortiment voor de ingezetenen.
Lid 3: Gedurende het jaar worden diverse evenementen gehouden. Sommige van deze evenementen vinden plaats op de in lid 1 aangegeven plaatsen. Tijdens deze activiteiten kan er van de vergunning geen gebruik gemaakt worden. Uit zorgvuldigheidsoverweging dient de vergunninghouder daarover vroegtijdig te worden geïnformeerd. De vergunning is daarvoor een geschikt instrument.
Lid 4: Een uitzondering op het maximum stelsel dient ons inziens te worden gemaakt voor seizoensgebonden branches zoals: oliebollen, kerstbomen, plant- en perkgoed en ijs. Van geval tot geval zal voor deze branches, met afwijking van de in lid 1 genoemde plaatsen en dagen, mogelijkheden worden gecreëerd.
Artikel 3.Aanwijzing van standplaatsen voor het aanbieden van diensten
Er is voor gekozen de aanbieding van diensten en het voeren van detailhandel te scheiden. De detailhandel zal veelal gebruik maken van marktkramen, terwijl de dienstenaanbieders kiezen voor andere mogelijkheden, zoals de verzekeringsmaatschappijen kiezen voor mobiele kantoren en het graveren van autoruiten veelal gebeurd op parkeerplaatsen met partytenten. Deze vormen vragen over het algemeen meer ruimte dan een marktkraam. Ook kunnen deze bedrijven/personen meestal geen standplaats op de, op grond van artikel 2, lid 1, aangewezen locaties innemen. Een mobiel kantoor is toch al gauw veel te groot voor het innemen van een standplaats op de in artikel 2 lid 1 aangewezen standplaatsen. Dat geldt ook voor het graveren van ruiten. Naast de auto van de klant dient de nodige apparatuur aanwezig te zijn. Ook wordt het ongewenst geacht voor deze bedrijven/personen standplaatsvergunningen te verlenen op plaatsen waar een inrijverbod geldt (zoals bijvoorbeeld op de Grote Markt).
Lid 1: De locatie Klompenmakershof is gekozen vanwege de centrale ligging, de toegankelijkheid en de aanwezige parkeergelegenheid. Naast het innemen van de standplaatsen blijft er voldoende parkeergelegenheid over voor het winkelend publiek.
Lid 2: Er is een maximum van 2 per dag gesteld om de parkeerdruk niet te veel te belasten. Tevens wordt de vergunninghouder geïnformeerd over het feit dat, gedurende de week van de Stöppelhaene en de week van de voorjaarskermis, van de vergunning geen gebruik kan worden gemaakt.
Artikel 4.Ideële standplaatsen
Ideële aanvragers hebben geen doel om winst te maken. Van detailhandel en of het aanbieden van diensten is meestal geen sprake. Veelal gaat het om, landelijke of regionale acties, extra kracht bij te zetten. Het is uit maatschappelijk belang wenselijk mogelijkheden te creëren voor dit soort ideële acties. Daarnaast zetten verenigingen, zoals sportverenigingen wel eens een stand neer. Het doel van een dergelijke stand is wel eens in het kader van een actie geld ophalen voor hun vereniging, bijvoorbeeld door de verkoop van eieren of erwtensoep. Als zij zich houden aan de landelijk gestelde hygiëne-eisen die gelden ten aanzien van de bereiding en verkoop van voedsel, is dit niet bezwaarlijk.
Artikel 5. Toewijzen van standplaatsen
Lid 1, 2 en 3 zijn bedoeld om zo veel mogelijk te voorkomen dat er oneerlijke concurrentie ontstaat. In lid 1 hebben wij daarnaast ook willen bewerkstelligen dat alleen “kleine” ambulante handelaren in aanmerking kunnen komen voor een standplaats.
Artikel 6.geldigheidsduur van de vergunning
Er is gekozen voor vergunning voor onbepaalde tijd. Voorheen was hier sprake van vergunningen voor één jaar. Gelet op het bepaalde in de dienstenrichtlijn is een dergelijke beperkte tijdsduur niet meer gewenst .
Artikel 7. Gebruik van de vergunning
Dit artikel hangt samen met artikel 5. Het is bedoeld zoveel mogelijk “oneerlijke” concurrentie te voorkomen. (onderverhuren van standplaatsen)
Artikel 8. Het gebruik van de standplaats
lid 1 lid sub a, b, e.: Gelet op de beschikbare ruimte is het niet wenselijk de afmetingen van de plaatsen kramen, wagens, etc. vrijelijk door de vergunninghouder te laten bepalen. Het vooraf bepalen van een algemene norm lijkt ook erg moeilijk zeker voor wat betreft verschillende maatvoeringen in bijvoorbeeld verkoopwagens. Toch is het wenselijk een bovengrens te stellen. Op deze manier wordt voorkomen dat vergunninghouders de standplaats naar eigen goeddunken uitbreiden. (in praktijk zijn groente- en fruithandelaren daartoe wel eens geneigd). In dit verband dient ook te worden bepaald dat motorvoertuigen die ingezet worden voor aan- en afvoer van waren alleen voor deze activiteit zich mogen bevinden op/nabij de standplaats en voor overige tijdstippen aangewezen zijn op reguliere parkeerplaatsen.
sub c: Dit lid is opgenomen vanuit veiligheidsoverweging.
sub d: Dit lid is opgenomen om het aanzicht van de standplaatsen niet te laten verloederen.
Lid 2 sub a.: Er dient bij het gebruik maken van elektriciteit, gebruik gemaakt te worden van de door het college beschikbaar gestelde middelen. Dit lid is opgenomen om te voorkomen dat er diverse kabels zich op de voor het publiek toegankelijke plaatsen bevinden wat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Tevens is dit lid opgenomen vanuit veiligheidsoogpunt. De beschikbaar gestelde middelen voldoen immers aan de daarvoor wettelijk gestelde eisen.
Sub b.: Om geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken kan het college in slechts zeer bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen voor het inwerking hebben van geluidsapparatuur. Tevens wordt het niet noodzakelijk geacht om middels geluidsapparatuur diensten en producten aan te prijzen. Voor het aanprijzen van producten en of diensten bestaan ook andere methodes.
Artikel 9. Hygiëne en reiniging van de standplaats
Artikel 10. Afwezigheid vergunninghouder
Dit artikel dient ter bescherming van de standplaatshouder. Daarnaast biedt het in samenhang met artikel 11 lid 2, wanneer niet voldaan wordt aan de in dit artikel gestelde eisen, het college de mogelijkheid een vergunning te laten vervallen.
Artikel 11. Beëindiging innemen standplaats
Er is expliciet gekozen dit artikel op te nemen in de notitie. In eerste instantie biedt het de vergunninghouder de mogelijkheid de vergunning in te trekken, tevens biedt het college de mogelijkheid de vergunning te laten vervallen. Wanneer gedurende een periode van 6 weken geen gebruik gemaakt wordt van een standplaatsvergunning kan het college, wanneer er niet aan de in artikel 10 gestelde eisen met betrekking tot afwezigheid, de vergunning laten vervallen. Dit biedt voor de ondernemingen/personen die voorkomen op de wachtlijst een stuk zekerheid.
Artikel 12. Intrekking vergunning en schorsing
Dit artikel biedt het college de mogelijkheid sanctie op te leggen. Daarnaast biedt het aan de eerst volgende op de wachtlijst een vorm van rechtszekerheid.