Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechten markten 2014 |
Citeertitel | Verordening rechten markten 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2013-155 |
Geen
artikel 229, eerste lid, aanhef onderdeel a en b van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 31-12-2014 | Onbekend | 12-11-2013 Gemeenteblad 2013-155 | gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612L |
Verordening rechten markten 2014
De raad van de gemeente Rotterdam,
gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612L;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef onderdeel a en b van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van rechten markten 2014
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2 Aard van de heffing; belastbaar feit
Onder de naam 'rechten markten' worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit:
Voor de rechten bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is het heffingstijdvak gelijk aan een kalenderkwartaal, of een dag tenzij bij één van deze tijdvakken blijkt dat een korter tijdvak van toepassing is, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
Artikel 8 Termijnen van betaling
De in artikel 5, eerste lid, genoemde kennisgeving moet worden betaald:
in afwijking van de onderdelen a en b geldt, zolang de verschuldigde gevorderde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de gevorderde bedragen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er in maanden in het heffingstijdvak zitten. De eerste termijn vervalt één week na de dagtekening van de kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;
Artikel 9 Heffen naar tijdsbelang
Het te betalen bedrag wordt berekend aan de hand van de formule B= (K x D)/A waarin: B is het te betalen bedrag; K is het over een kwartaal verschuldigde bedrag; D is het aantal marktdagen waarop de staanplaats is ingenomen door de belastingplichtige of door een ander op grond van een vervangvergunning; A is het aantal marktdagen in een kwartaal.
3.Indien na het verzenden van de in artikel 5, eerste lid, genoemde
kennisgeving aannemelijk wordt gemaakt dat het belastbare feit zich
slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de
rechten markten in aanmerking genomen heffingstijdvak van een
kalenderkwartaal voordoet, heeft voorgedaan of zal voordoen, doordat:
heffingstijdvak door schriftelijke opzegging door de
belastingplichtige dan wel door de directeur is beëindigd;
c.de belastingplichtige aansluitend aan een aaneengesloten periode van ziekte van ten minste 10 weken de rechten van de ter beschikking gestelde marktplaats heeft opgezegd dan wel dat deze door de directeur is beëindigd naar aanleiding van bovengenoemde ziekte. En dat belastingplichtige de marktplaats evenmin door een derde op grond van een vervangvergunning of bedrijfsleidervergunning heeft laten innemen, dan wordt op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet teruggaaf verleend met inachtneming van het in de volgende leden gestelde.
4.Het terug te geven bedrag wordt berekend aan de hand van de formule
T is het terug te geven bedrag;
K is het over een kwartaal verschuldigde bedrag;
D is het aantal marktdagen waarop de staanplaats niet is ingenomen
door de belastingplichtige of door een ander op grond van een
A is het aantal marktdagen in een kwartaal.
5.Geen teruggaaf wordt verleend indien het te restitueren bedrag minder
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot heffing en invordering van de rechten markten.
De Verordening rechten markten 2013 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2014 hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014. Artikel 14 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechten markten 2014.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 12 november 2013.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 27 november 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)
Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten markten 2014
1.Staanplaatsen markten1.1 Voor de in dit hoofdstuk genoemde rechten markten is de maatstaf van heffing de oppervlakte die een staanplaats op grond van een van gemeentewege verleende vergunning mag innemen. 1.1.1 De oppervlakte wordt gesteld op het aantal volle vierkante meters van de grootste lengte en de grootste breedte van de staanplaats, met dien verstande dat met betrekking tot dagplaatsen op markten waar het standaardfront van een staanplaats vier meter onderscheidenlijk vijf meter telt de rechten naar een oppervlakte van ten minste 24 m² onderscheidenlijk 30 m² worden berekend. 1.2 De in dit hoofdstuk genoemde dagtarieven vinden toepassing ten aanzien van dagplaatsen en vaste plaatsen die ter beschikking worden gesteld. De in dit hoofdstuk genoemde kwartaaltarieven vinden toepassing ten aanzien van vaste plaatsen. 1.3 De standwerkplekken kennen een oppervlakte van 10 m2. Het tarief per m2 is gelijk aan het tarief per m2 voor een dagplaats.
Toelichting Verordening rechten markten 2014
De rechten markten zijn gebaseerd op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet. Deze rechten worden wel aangeduid als respectievelijk 'gebruiksretributies' en 'genotsretributies'. Bij de rechten is sprake van een individueel aanwijsbare prestatie van de gemeente.