Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2013-141 |
Geen
artikel 231 van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2013 | 15-01-2015 | Onbekend | 19-11-2013 Gemeenteblad 2013-141 | gelezen het voorstel van de Concerndirecteur van het cluster Dienstverlening van 19 november 2013, kenmerk 1224915 |
Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de Concerndirecteur van het cluster Dienstverlening van 19 november 2013, kenmerk 1224915;
gelet op artikel 231 van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ);
Aanwijzingsbesluit met betrekking tot de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar).
Voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken wordt aangewezen: de directeur van de vakeenheid Belastingen, tevens genoemd de Directeur Gemeentebelastingen Rotterdam.
1.Voor de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, is voor elk van de in de middelste kolom van de tabel in lid 2 van dit aanwijzingsbesluit genoemde belastingen de in de rechter kolom genoemde functionaris aangewezen als heffings- en invorderingsambtenaar.
3.In gevallen waarin artikel 2, lid 2 van dit aanwijzingsbesluit niet voorziet, is de directeur Belastingen aangewezen.
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.