Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening subsidieplafonds 2014 (9.37)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidieplafonds 2014 (9.37)
CiteertitelVerordening subsidieplafond 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening
  2. Bijzondere subsidieverordening
  3. Gemeentewet
  4. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-201401-01-2015Nieuwe regeling

18-12-2013

Gemeenteblad, nr. 14173, 18-03-2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidieplafonds 2014 (9.37)

 

 

 

Onderwerp: Verordening subsidieplafonds 2014

 

Samenvatting

Deze verordening geeft aan welke subsidieplafonds er in 2014 gelden voor normsubsidies, structurele waarderingssubsidies en eenmalige subsidies

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

 

voorstel van het college van: 19 november 2013

 

wettelijke basis: bepalingen van Algemene subsidieverordening, de Bijzondere subsidieverordening, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

V e rordening subsidieplafond 2014

Definities

Artikel 1
  • 1.

    In deze verordening wordt onder normsubsidie verstaan de normsubsidie als bedoeld in artikel 1.1 van de Algemene subsidieverordening;

  • 2.

    In deze verordening wordt onder structurele waarderingssubsidie verstaan de structurele waarderingssubsidie als bedoeld in artikel 1.1 van de Algemene subsidieverordening;

  • 3.

    In deze verordening wordt onder eenmalige subsidie verstaan de eenmalige subsidie als bedoeld in artikel 1.1 van de Algemene subsidieverordening.

Bevoegdheid

Artikel 2

Voor het verstrekken van normsubsidies, structurele waarderingssubsidies en eenmalige subsidies geldt een subsidieplafond dat voorafgaand aan het tijdvak waarvoor het subsidieplafond geldt, wordt vastgesteld. Deze verordening heeft betrekking op het jaar 2014.

Subsidieplafond normsubsidies

Artikel 3  

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verlenen van normsubsidies voor activiteiten op de volgende terreinen is als volgt bepaald:

    • a.

      Amateurkunst: € 33.983,00;

    • b.

      Professionele kunst: € 4.471,00;

    • c.

      Cultuur: € 4.711,00;

    • d.

      Advisering en belangenbehartiging, samenlevingsopbouw € 5.160,00;

    • e.

      Kinder-, jeugd- en jongerenwerk: € 13.900,00;

    • f.

      Educatief werk en kunst en (volks-)cultuur: € 5.746,00;

    • g.

      Ouderenwerk, subsidie ouderenbonden en seniorenraad: € 9.590,00;

    • h.

      Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening: € 8.989,00;

    • i.

      Sport (jeugdsport): € 21.236,00;

    • j.

      Sport (gehandicaptensport): € 5.493,00;

    • k.

      Openbare orde en veiligheid: € 6.022,00;

    • l.

      Lokale omroep: € 13.470,00;

    • m.

      Vrijwilligerswerk € 4.070,00;

    • n.

      Wijkraden/platforms € 68.571,00;

    • o.

      Minderheden € 1.519,00;

    • p.

      Amateurkunst; voor leerlingen van de drie harmonieën uit de gemeente Haaksbergen die les volgen bij een muziekschool: € 15.300,00

  • 2.

    Voor de verdeling van het subsidieplafond geldt het bepaalde in de Bijzondere subsidieverordening, met dien verstande dat als het subsidieplafond is bereikt naar evenredigheid een lager subsidiebedrag wordt verstrekt aan de instelling met activiteiten op de terreinen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Subsidieplafond structurele waarderingssubsidies

Artikel 4
  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verlenen van structurele waarderingssubsidies voor activiteiten op de volgende terreinen is als volgt bepaald:

    • a.

      Verkeer en vervoer: € 408,00;

    • b.

      Sportieve en recreatieve evenementen: € 2.900,00;

    • c.

      Monumentenzorg: € 750,00;

    • d.

      Plattelandsontwikkeling: € 731,00.

  • 2.

    Voor de verdeling van het subsidieplafond geldt het bepaalde in de Bijzondere subsidieverordening, met dien verstande dat als het subsidieplafond is bereikt naar evenredigheid een lager subsidiebedrag wordt verstrekt aan de instelling met activiteiten op de terreinen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Subsidieplafond eenmalige subsidies

Artikel 5
  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verlenen van eenmalige subsidies voor activiteiten op de volgende terreinen is als volgt bepaald:

    • a.

      Amateurkunst, professionele kunst, kinder-, jeugd- en jongerenwerk, educatie: € 6.159,00;

    • b.

      Ouderen: € 2.144,00;

    • c.

      Minderheden: € 1.571,00;

    • d.

      Gezondheidszorg, kunstzinnige vorming, bibliotheekwerk, recreatie en toerisme, monumentenzorg, internationale contacten, belangenbehartiging, verkeer en vervoer, economische zaken, openbare orde en veiligheid, lokale omroep € 2.000,00;

    • e.

      Sport: € 2.265,00;

    • f.

      Cultuur en kunst € 5.426,00.

  • 2.

    Voor de verdeling van het subsidieplafond geldt dat een instelling die als eerste een subsidieaanvraag voor activiteiten op de terreinen, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, bij het gemeentebestuur indient als eerste voor subsidie in aanmerking komt, mits zij voldoet aan de Algemene subsidieverordening en de Bijzondere subsidieverordening.

  • 3.

    Wanneer op een zelfde tijdstip van meerdere instellingen met activiteiten op de terreinen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel een subsidieaanvraag wordt ontvangen en deze voldoen aan de Algemene subsidieverordening en de Bijzondere subsidieverordening, dan wordt als het subsidieplafond is bereikt naar evenredigheid een lager subsidiebedrag verstrekt aan deze instellingen.

Subsidieplafond projectsubsidie voor leefomgeving

Artikel 6  

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de projectsubsidie voor leefomgeving bedraagt

    € 20.000,00.

  • 2.

    Voor de verdeling van het subsidieplafond geldt dat een instelling die als eerste een subsidieaanvraag voor een project voor leefomgeving indient, als eerste voor subsidie in aanmerking komt, mits zij voldoet aan de Algemene subsidieverordening en de Bijzondere subsidieverordening.

  • 3.

    Wanneer op een zelfde tijdstip van meerdere instellingen aanvragen voor een projectsubsidie voor leefomgeving worden ontvangen en deze voldoen aan de Algemene subsidieverordening en de Bijzondere subsidieverordening, dan is als daarmee het subsidieplafond is bereikt, het volgende van toepassing:

    • a.

      de subsidie wordt verleend aan de instelling die in de voorafgaande kalenderjaren geen projectsubsidie voor leefomgeving heeft ontvangen;

    • b.

      wanneer de aanvragen afkomstig zijn van meerdere instellingen die in voorafgaande kalenderjaren geen projectsubsidie hebben ontvangen, dan wordt de subsidie verleend na een loting;

    • c.

      wanneer de aanvragen afkomstig zijn van meerdere instellingen die in voorafgaande jaren wel projectsubsidie hebben ontvangen, dan wordt de projectsubsidie verleend na een loting.

  • 4.

    Aanvragen die binnenkomen op het moment dat het subsidieplafond is bereikt, wijst het college af.

Inwerkingtreding

Artikel 7
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na ontvangst van het besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening wordt ingetrokken op 1 januari 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die betrekking hebben op 2014 en die voor 1 januari 2015 nog niet definitief zijn vastgesteld.

Citeertitel

Artikel 8

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening subsidieplafond 2014.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2013.

mr. G. Raaben dr. J.C. Gerritsen

griffier voorzitter