Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevings-vergunning |
| | | |
Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | Het college van burgemeester en wethouders kan de bij aanvraag opgegeven aanleg- of bouwkosten ambtshalve aanpassen, indien de opgegeven kosten kennelijk niet overeenstemmen met de werkelijke kosten zoals genoemd in art 2.1.1.1 en 2.1.1.2. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.4 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg & voorleggen (bouw)plan | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om | | |
2.2.1 | advies inzake monumentale of cultuurhistorische uitvoeringsaspecten van een bouwplan | € | 150,00 |
2.2.2 | advies in hoeverre een bouwplan of gewijzigd gebruik past binnen het bestemmingsplan | € | 160,00 |
2.2.3. | advies in hoeverre er voor een bouwplan of gewijzigd gebruik een ontheffing van het bestemmingsplan mogelijk is (alleen mogelijk als vervolg op 2.2.2.) | € | 280,00 |
2.2.4. | advies of en hoe bouwplan of de ingebruikname daarvan voldoet aan de parkeernormen (alleen mogelijk als vervolg op 2.2.2. of 2.2.3) | € | 280,00 |
2.2.5 | eenmalig advies van of overleg met de Commissie voor Welstand en Monumenten | € | 350,00 |
2.2.6 | toetsing van een plan aan wet- en regelgeving, zoals Wabo, de daaruit volgende wet- en regelgeving, lokaal beleid en onderzoek naar de eventueel benodigde ontheffingen en vrijstellingen daarvan, met uitzondering van de toets aan het Bouwbesluit | € | 1.165,00 |
| | | |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen: | € | 0,00 |
| vermeerderd met: | | 3,75 % |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € | 102,00 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: | € | 7.500,00 |
| vermeerderd met: | | 3,00 % |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 20.000.000 bedragen: | € | 45.000,00 |
| vermeerderd met: | | 2,25 % |
| van de bouwkosten; | | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 20.000.000 of meer bedragen: | | 195.000 |
| vermeerderd met: | | 1,50 % |
| van de bouwkosten, met een maximum van | € | 650.000 |
2.3.1.1.5 | vervallen | | |
| | | |
| Extra welstandstoets | | |
2.3.1.2.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag, op initiatief van de aanvrager, wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | € | 295,00 |
2.3.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich na verlening van de omgevingsvergunning, op initiatief van de vergunninghouder, wijzigingen in het bouwplan voordoen en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is | € | 295,00 |
| | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € | 295,00 |
| | | |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.6.1 en 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit of sloopactiviteit: | | 15% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | |
| | | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | | |
2.3.1.5 | Niet van toepassing | | |
| | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 520,00 |
2.3.2.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, ter bescherming van de archeologische waarden, bedraagt het tarief: | € | 520,00 |
2.3.2.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, met betrekking op sloopwerkzaamheden, bedraagt het tarief: | € | 520,00 |
| | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij al dan niet sprake is van andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en al dan niet sprake is van een andere activiteit als bedoeld in de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het in deze titel bepaalde voor de overige activiteiten: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 295,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 525,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 7.660,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 525,00 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 525,00 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € | 525,00 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 525,00 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 525,00 |
| | | |
2.3.4 | Vervallen | | |
| | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.5.1 | voor inrichtingen met een oppervlak van 0 tot 500 m2: | € | 390,00 |
| vermeerderd per m2 met | € | 1,28 |
2.3.5.2 | voor inrichtingen met een oppervlak van 500 tot 2.000 m2: | € | 1.066,00 |
| vermeerderd per m2 met | € | 0,48 |
2.3.5.3 | voor inrichtingen met een oppervlak van 2.000 tot 5.000 m2: | € | 2.019,00 |
| vermeerderd per m2 met | € | 0,16 |
2.3.5.4 | voor inrichtingen met een oppervlak boven 5.000 m2: | € | 2.865,00 |
| vermeerderd per m2 met | € | 0,06 |
| | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 2009 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | | 1,30% |
| van de som van sloop- en bouwkosten, met een minimum van | € | 153,00 |
| en een maximum van | € | 153.000,00 |
2.3.6.1.2 | Niet van toepassing | | |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | 1,5% |
| van de sloopkosten, met een minimum van | € | 153,00 |
| en een maximum van | € | 153.000,00 |
| | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 510,00 |
| | | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 520,00 |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 71,00 |
| | | |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 1 van de Bomenverordening Delft 2008 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 130,00 |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € | 520,00 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € | 116,00 |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
| Niet van toepassing | | |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
| Niet van toepassing | | |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 116,00 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 116,00 |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € | 116,00 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | € | 116,00 |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 295,00 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 295,00 |
| | | |
2.3.17 | Advies | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: | € | 295,00 |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € | 116,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € | 295,00 |
| | | |
2.3.19 | Cultuurhistorisch onderzoek | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het uitvoeren en/of beoordelen van eenvoudig cultuurhistorisch onderzoek (een quickscan) ten behoeve van activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- en dorpsgezichten: | € | 255,00 |
| | | |
Hoofdstuk 4 | Vermindering | | |
2.4.1 | Vervallen. | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: | | |
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | | 1% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | | 2% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | | 4% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
| | | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten of de activiteit planologisch strijdig gebruik | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag via het omgevingsloket wordt ingetrokken binnen 24 uur nadat deze digitaal is ingediend op www.omgevingsloket.nl | | 100% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de brief is verstuurd waarin staat dat de aanvraag volledig is en in behandeling is genomen | | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit de vergunning te verlenen of te weigeren is verzonden | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 of 2.3.8 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, of 2.3.7 waarbij de beschikking, onherroepelijk en zonder mogelijkheid van herziening van dit besluit, is vernietigd bij rechterlijke uitspraak, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | | |
| | | |
2.5.4 | Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten of de activiteit planologisch strijdig gebruik | | |
2.5.4.1 | Als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8 buiten behandeling wordt gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 75% |
| | | |
2.5.5 | Bedrag voor teruggaaf | | |
2.5.5.1 | Bij teruggaaf als bedoeld in 2.5.1 tot en met 2.5.4.1 blijft tenminste verschuldigd het minimumbedrag van | € | 130,00 |
| | | |
2.5.6 | Geen teruggaaf overige tarieven | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen die niet zijn genoemd in dit hoofdstuk wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
Hoofdstuk 6 | Intrekking omgevingsvergunning | | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | € | 127,00 |
| | | |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: de voor de oorspronkelijke bouwactiviteit geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in hoofdstuk 3 onder 2.3.1, met een minimum van: | € | 175,00 |
| | | |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | | |
2.8.1 | Onverminderd de kosten die krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) worden verhaald, bedraagt het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € | 1.193,00 |
2.8.2 | vervallen | | |
2.8.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek betreffende de gebruiksbepalingen volgens het functielimiteringssysteem | € | 175,00 |
| | | |
Hoofdstuk 9 | vervallen | | |
| | | |
Hoofdstuk 10 | In deze titel niet benoemde beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € | 525,00 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
| | | |
Hoofdstuk 1 | Horeca | | |
3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van | | |
3.1.1.1 | een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € | 767,00 |
3.1.1.2 | een wijziging in een reeds verleende vergunning als bedoeld in 3.1.1 | € | 179,00 |
3.1.1.3 | een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | € | 67,50 |
3.1.2 | een ontheffing of verlof als bedoeld in artikel 4 of 5 van de Drank- en horecaverordening | € | 68,50 |
3.1.3.1 | een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als het horecabedrijf een coffeeshop is. | € | 895,00 |
3.1.3.2 | een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als aan het horecabedrijf een terras is verbonden en de vergunning voor onbepaalde tijd verleend kan worden | € | 199,00 |
3.1.3.3 | een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als aan het horecabedrijf een terras is verbonden en de vergunning voor bepaalde tijd verleend kan worden | € | 390,00 |
3.1.3.4 | een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft | € | 180,00 |
3.1.3.5 | een voorschrift als bedoeld in 2:28 a, derde lid van de Algemene plaatselijk verordening voor Delft | € | 479,00 |
3.1.3.6 | een ontheffing als bedoeld in artikel 2:28 b, eerste lid van de Algemene plaatselijk verordening voor Delft | € | 22,15 |
| | | |
Hoofdstuk 2 | Organiseren evenementen | | |
3.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement, indien het betreft: | | |
3.2.1 | een groot evenement als bedoeld in artikel 2:17, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft | € | 670,00 |
3.2.2 | een evenement als bedoeld in artikel 2:17, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft | € | 420,00 |
| | | |
Hoofdstuk 3 | Prostitutiebedrijven | | |
3.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft voor een periode van 12 maanden | € | 802,00 |
3.3.2 | Indien de vergunning wordt geweigerd, wordt een teruggaaf verleend van 50% op de op grond van 3.3.1 betaalde leges. | | |
| | | |
Hoofdstuk 4 | Splitsingsvergunning woonruimte | | |
3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 26 van de Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden | | |
3.4.1 | bij minder dan 6 te creëren woningen, appartementen of eenheden | € | 500,00 |
| vermeerderd per woning appartement of eenheid met | € | 25,00 |
3.4.2 | bij minder dan 11 te creëren woningen, appartementen of eenheden | € | 525,00 |
| vermeerderd per woning appartement of eenheid met | € | 20,00 |
3.4.3 | bij meer dan 10 te creëren woningen, appartementen of eenheden | € | 625,00 |
| vermeerderd per woning appartement of eenheid met | € | 10,00 |
| tot een maximum van | € | 5.000,00 |
3.4.4 | Vervallen | | |
3.4.5 | Vervallen | | |
| | | |
Hoofdstuk 5 | Brandbeveiligingsverordening | | |
3.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van | | |
3.5.1 | een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 3 van de Brandbeveiligingsverordening, | | |
| indien het een vergunning voor een maximale duur van 7 x 24 uur betreft voor een inrichting waar in totaal | | |
3.5.1.1 | a.maximaal 150 personen aanwezig zullen zijn | € | 170,00 |
3.5.1.2 | b.151 of meer, maar maximaal 250 personen aan- wezig zullen zijn | € | 255,00 |
3.5.1.3 | c.251 of meer, maar maximaal 1000 personen aan- wezig zullen zijn | € | 335,00 |
3.5.1.4 | d.meer dan 1000 personen aanwezig zullen zijn | € | 498,00 |
3.5.1.5 | indien het een vergunning voor een periode van meer dan 7 x 24 uur betreft | € | 582,00 |
3.5.2 | een ontheffing voor het roken of hebben van vuur als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Brandbeveiligingsverordening | € | 25,00 |
3.5.3 | een ontheffing voor het aanleggen, stoken of hebben van een vuur op grond van artikel 5.24, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft | € | 25,00 |
3.5.4 | een ontheffing om een bouwwerk in afwijking van de voorschriften van de gebruiksvergunning te gebruiken, | | |
| indien het een ontheffing voor de maximale duur van 7 x 24 uur betreft voor een gebouw waar in totaal | | |
3.5.4.1 | a.maximaal 150 personen aanwezig zullen zijn | € | 55,00 |
3.5.4.2 | b.151 of meer maar maximaal 250 personen aanwe- zig zullen zijn | € | 107,00 |
3.5.4.3 | c.251 of meer, maar maximaal 1000 personen aan- wezig zullen zijn | € | 171,00 |
3.5.4.4 | d.meer dan 1000 personen aanwezig zullen zijn | € | 215,00 |
3.5.4.5 | indien het een ontheffing voor een periode van meer dan 7 x 24 uur betreft | € | 325,00 |
3.5.5 | een ontheffing voor het bezigen van vuurwerk | | |
3.5.5.1 | uitsluitend te gebruiken door een deskundige met een vergunning van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat | € | 105,00 |
3.5.5.2 | dat voldoet aan de eisen van het Vuurwerkbesluit voor particulier gebruik | € | 25,00 |
| | | |
Hoofdstuk 6 | Reclamevergunningen | | |
3.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Reclameverordening: | | |
3.6.1 | vervallen | | |
3.6.2 | voor bewegwijzering als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening | € | 81,60 |
3.6.3 | voor spandoeken als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening | € | 81,60 |
3.6.4 | voor overige vergunning- of ontheffingplichtige feiten als bedoeld in deze verordening | € | 81,60 |
3.6.5 | Het tarief als bedoeld in dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag wordt ingediend nadat de voorziening is uitgevoerd of activiteit is gestart verhoogd met | | 50% |