Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasgouw

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Maasgouw 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasgouw
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Maasgouw 2014
CiteertitelVerordening hondenbelasting Maasgouw 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening hondenbelasting Maasgouw 2015.

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Maasgouw 2013.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-201301-01-2015nieuwe regeling

19-12-2013

Trompetter, 24-12-2013

R13.0756

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Maasgouw 2014

Raadsvergadering 19 December 2013

BESLUIT

Verordening hondenbelasting Maasgouw 2014

De raad van de gemeente Maasgouw,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:     

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Maasgouw 2014 (Verordening hondenbelasting Maasgouw 2014).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

Artikel 3 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden, inclusief aspirant-geleidehonden;

  • b.

    die door de 'Stichting Hulphond Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

  • f.

    door ambtenaren van politie en beveiligingsbeambten gehouden ter verrichting van opsporingsdiensten uit hoofde van hun beroep.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 44,28;

    • b.

      voor een tweede hond € 66,72;

    • c.

      voor iedere hond boven het aantal van twee € 88,80;

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 221,76 per kennel.

  • 3.

    Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Maasgouw 2013’ van 20 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening hondenbelasting Maasgouw 2014’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,

d.d. 19 december 2013.

De raad voornoemd;

De griffier,

De voorzitter,

S.B.J. Backus

S.H.M. Strous