Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg 2012
CiteertitelVerordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Monumentenwet 1988

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-01-2012nieuwe regeling

19-12-2011

Cuijks weekblad 27 december 2011

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CUIJK

 

gezien het voorstel van het college van 8 november 2011

 

gelet op de artikelen 84,147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 15 Monumentenwet 1988;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg 2012

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1  

  • 1.

    Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK):

    Commissie die het college van burgemeester en wethouders op verzoek en uit eigen beweging kaderstellend adviseert op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in de breedste zin van het woord.

    De CRK geeft de kaders waarin advisering door de WM Advieskamer dient plaats te vinden

  • 2.

    Welstand/Monumenten (WM) Advieskamer:

    Commissie die het college van burgemeester en wethouders adviseert op het gebied van welstandsaspecten, monumentenaspecten, reclame-uitingen en overige aangelegenheden die betrekking hebben op het uiterlijk aanzien van de gemeente. De WM Advieskamer fungeert als

    welstandscommissie als bedoeld in de Woningwet en als monumentencommissie als bedoeld in de Monumentenwet 1988.

     

Hoofdstuk 2 Bevoegdheden en taakverdeling

Paragraaf 2.1 Bevoegdheden

Artikel 2.1.1 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK)

  • 1.

    De CRK adviseert het college van burgemeester en wethouders op verzoek en uit eigen beweging op het gebied van:

    a. ruimtelijke kwaliteitsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen, landschapsplannen, beeldkwaliteitplannen en andere relevante beleidsstukken;

    b. stedenbouwkundige, landschappelijke en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente;

    c. alle aangelegenheden die van belang (kunnen) zijn in relatie tot de (archeologische) monumentenzorg voor zover dit geen aanvragen om omgevingsvergunning betreft;

    d. het toekennen van straatnamen.

     

  • 2.

    De CRK bestaat uit tenminste 5 leden en maximaal 8 leden, exclusief voorzitter en secretaris.

    Leden zijn de deskundigen die gezamenlijk de volgende disciplines vertegenwoordigen: architectuur, landschapsarchitectuur, stedenbouw, cultuurhistorie, monumentenzorg en archeologie. Het is mogelijk dat één lid meerdere disciplines vertegenwoordigt.

     

  • 3.

    De CRK kan slechts adviezen uitbrengen indien minimaal één deskundige van iedere benodigde discipline aanwezig is, ter beoordeling door de voorzitter.

     

  • 4.

    De CRK vergadert eenmaal per acht weken of zo dikwijls als het college van burgemeester en wethouders dit nodig oordelen.

     

Artikel 2.1.2 WelstandMonumenten (WM) Advieskamer

  • 1.

    De WM Advieskamer fungeert als welstandscommissie als bedoeld in de Woningwet.

  • 2.

    De WM Advieskamer fungeert als monumentencommissie als bedoeld in de Monumentenwet 1988.

     

  • 3.

    De WM Advieskamer brengt welstandsadviezen uit op basis van de Welstandsnota.

  • 4.

    De WM Advieskamer brengt monumentenadviezen uit met inachtneming van de Monumentennota/monumentenbeleid.

     

  • 5.

    De WM Advieskamer bestaat uit de secretaris, twee deskundigen op het gebied van architectuur en (indien van toepassing; e.e.a. ter beoordeling door de secretaris) één of meerdere deskundige(n) op het gebied van cultuurhistorie, architectuurhistorie, monumentenzorg en/of archeologie.

     

  • 6.

    Eén van de vaste leden van WM Advieskamer, die tegelijkertijd de rol van voorzitter vervult, is ook lid van de CRK en neemt deel in de vergaderingen van de CRK.

     

  • 7.

    De WM Advieskamer kan slechts adviezen uitbrengen indien minimaal één deskundige van iedere benodigde discipline aanwezig is.

     

  • 8.

    Indien, in uitzonderlijke gevallen, geen toetsingskader aanwezig is of indien twijfel bestaat over het toe te passen toetsingskader, wordt het verzoek om advies voorgelegd aan de CRK teneinde de toetsingskaders te bepalen dan wel te verduidelijken, waarna het verzoek (opnieuw) ter advisering aan de CRK Advieskamer wordt aangeboden. De WM advieskamer kan in zo’n geval in verband met mogelijke termijnoverschrijding het college verzoeken de CRK bijeen te roepen.

     

  • 9.

    De WM Advieskamer vergadert eenmaal per twee weken of zo dikwijls als het college dit nodig oordeelt.

     

Artikel 2.1.3 Afdoening bij mandaat

  • 1.

    De advisering over een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor de Welstandsnota zogenaamde sneltoetscriteria kent is gemandateerd aan het college.

     

  • 2.

    De advisering over een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor de WM Advieskamer het advies “Akkoord, mits” heeft gegeven is, indien deze is gewijzigd conform het gegeven advies, gemandateerd aan het college.

     

  • 3.

    De advisering over een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor onder de op dat moment geldende welstandsnota een positief advies is gegeven is, indien de aanvraag een identiek (gespiegeld) bouwwerk betreft, gemandateerd aan het college.

     

  • 4.

    In elk geval van twijfel legt de behandelend ambtenaar de aanvraag om omgevingsvergunning voor aan de WM Advieskamer.

     

  • 5.

    De gemandateerde fungeert, in de gevallen als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, als welstandscommissie als bedoeld in de Welstandsnota.

     

Artikel 2.1.4 College van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om, na de commissie

gehoord te hebben, gemotiveerd van het gegeven advies af te wijken of andere belangen zwaarder te laten wegen dan het advies.

 

Paragraaf 2.2 Taakomschrijving

Artikel 2.2.1 Voorzitter

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een onafhankelijke voorzitter voor de CRK aan.  Voor de overige leden kan een vervanger worden benoemd die beschikt over vergelijkbare deskundigheid als het lid dat hij of zij vervangt.

     

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een van de leden van de CRK, die deskundig is op het gebied van architectuur, aan als voorzitter van de WM Advieskamer.

     

  • 3.

    Voor de voorzitters worden vervangers benoemd die bij afwezigheid invallen.

     

  • 4.

    De voorzitter van de CRK heeft geen stemrecht. De CRK beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Indien de beslissing tot stand is gekomen middels de stem van de voorzitter wordt in het advies de motivering van de voor- en tegenstanders benoemd alsmede de motivering van de stem van de voorzitter.

     

  • 5.

    De voorzitter van de CRK is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en de kwaliteit van de advisering.

     

  • 6.

    De voorzitter van de CRK bevordert integrale en eenduidige formulering van de adviezen van de CRK commissie.

     

  • 7.

    De voorzitter van de CRK draagt samen met de secretaris verantwoordelijkheid voor een goed gemotiveerd en een op relevante regelgeving gebaseerd advies.

     

  • 8.

    De voorzitter van de WM advieskamer draagt zorg voor de schriftelijke advisering

     

  • 9.

    De voorzitter van de CRK treedt bij het overleg met de gemeente (bestuurders en ambtenaren) namens de commissie naar buiten.

     

  • 10.

    De voorzitters zijn onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentelijk bestuur, de ambtelijke organisatie en van partijen die rechtstreeks belang hebben bij de te bespreken plannen.

     

  • 11.

    De voorzitters ontplooien geen activiteiten die invloed kunnen hebben op het onafhankelijk functioneren. De voorzitters aanvaarden géén opdrachten van de gemeente of derden over plannen die (mogelijkerwijs) geagendeerd kunnen worden voor advisering in de commissie.

     

     

Artikel 2.2.2 Secretaris

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een van haar ambtenaren aan als secretaris van de CRK en een als secretaris van de WM Advieskamer.

     

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een van haar ambtenaren aan als plaatsvervangend secretaris van de CRK en een als plaatsvervangend secretaris van de WM Advieskamer.

     

  • 3.

    De secretaris heeft geen stemrecht.

     

  • 4.

    De secretaris zorgt voor de verslaglegging van het door de voorzitter verwoorde formulering van de adviezen van de commissie

  • 5.

    De secretaris van de CRK is mede verantwoordelijk voor het functioneren en de kwaliteit van de advisering van de commissie.

     

  • 6.

    De secretaris van de CRK draagt samen met de voorzitter zorg voor een goed gemotiveerd en een op relevante regelgeving gebaseerd advies.

     

  • 7.

    De secretaris draagt zorg voor de ondertekening en (digitale) archivering van de, door de voorzitter ondertekende, vastgestelde verslagen.

     

  • 8.

    De secretaris draagt zorg voor de voorbereiding van de commissievergaderingen. Onder het voorbereiden wordt in ieder geval verstaan: opmaken van de agenda, verzamelen van alle relevante informatie, uitnodigen van benodigde deskundigen en eventuele lokale belangenorganisaties (bij CRK) en het gebruiksklaar maken van de (ict-)apparatuur en vergaderruimte.

     

  • 9.

    De secretaris draagt zorg voor de afhandeling van de commissievergaderingen. Onder het afhandelen wordt in ieder geval verstaan: uitwerking van de verslagen, publiceren van de verslagen op de gemeentelijke website, (digitale) archivering van de verslagen en terugkoppeling van de adviezen aan het college van burgemeester en wethouders.

     

Artikel 2.2.3 Leden

  • 1.

    De leden c.q. deskundigen van de CRK en WM Advieskamer worden benoemd door het college. De deskundige draagt vanuit zijn of haar vakkundigheid bij aan de advisering van de CRK en WM Advieskamer.

     

  • 2.

    De deskundige is onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentelijk bestuur, de ambtelijke organisatie en partijen bij rechtstreeks belang hebben bij de te bespreken plannen.

     

  • 3.

    De deskundige ontplooit geen activiteiten die invloed kunnen hebben op het onafhankelijk functioneren als lid. Indien een lid wél betrokken is bij een in de commissie te behandelen project, dan trekt hij zich in de vergadering terug als het betreffende plan in de commissie wordt

    behandeld.

     

Artikel 2.2.4Benoeming, zittingsduur en vergoeding
  • 1.

    Een ieder kan solliciteren op een vacante zetel. Selectie van leden van de commissie vindt plaats door de selectiecommissie met inachtneming van de in bijlage B beschreven functieprofielen. De leden van de commissie worden na voornoemde selectieprocedure op voordracht van de selectiecommissie door het college van burgemeester en wethouders benoemd.

     

  • 2.

    De leden van de commissie kunnen ten hoogste voor een termijn van 3 jaar worden benoemd. Zij kunnen tweemaal voor ten hoogste 3 jaar worden herbenoemd.

     

  • 3.

    Voor de leden van de commissie is met betrekking tot aftreding artikel 2.2.5 van toepassing

  • 4.

    De beloning van de leden van de commissie wordt door het college van burgemeester en wethouders jaarlijks vastgesteld.

     

Artikel 2.2.5 Aftreding

  • 1.

    Een lid van de commissie kan ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan het college van burgemeester en wethouders. Hij blijft zijn functie uitoefenen totdat in opvolging is voorzien, doch nooit langer dan een half jaar na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving door het college.

  • 2.

    Wanneer het college van burgemeester en wethouders blijkt dat een lid van de commissie zijn of haar taak niet of niet behoorlijk vervult, kunnen zij dit lid ontslaan als lid van de commissie.

     

  • 3.

    De leden van de CRK en de WM Advieskamer worden in de eerste termijn voor drie jaar benoemd. Het is van belang dat de leden enigszins gespreid aftreden. Op die wijze wordt de continuïteit in de commissies gewaarborgd. Daarom is het wenselijk dat de leden binnen de gestelde termijn het aftreden op elkaar afstemmen zodat een gehele vernieuwing van de commissie aan het einde van de termijn kan worden vermeden. De voorzitters dienen hierin een coördinerende rol op zich te nemen.

     

     

Hoofdstuk 3 Werkwijze

Artikel 3.1 Huishoudelijk reglement

Het college stelt een huishoudelijk reglement vast, waarin o.a. agendering, verslaglegging en de gang van zaken bij de vergadering is vastgelegd.

 

Artikel 3.2 Spreekrecht

  • 1.

    Degene die de vergadering bijwonen hebben, behoudens leden van de commissie en hetgeen bepaald in lid 6, geen spreekrecht.

     

  • 2.

    Desgewenst stelt de voorzitter belanghebbenden in de gelegenheid het voorgelegde toe te lichten.

  • 3.

    Indien de aanvrager daarom heeft verzocht wordt deze door de secretaris voor de betreffende vergadering uitgenodigd.

     

  • 4.

    De commissieleden kunnen de spreker desgewenst na afloop van zijn betoog aanvullende vragen stellen. De voorzitter bepaalt de tijdsperiode die, wanneer de spreker hiertoe wenst over te gaan, voor beantwoording van de vragen beschikbaar is.

     

  • 5.

    De voorzitter kan een spreker die de hem toegemeten tijd overschrijdt, dan wel in zijn betoog zonder enig redelijk doel zaken aan de orde stelt, die de belangen van derden ernstig kunnen schaden, dan wel handelt in strijd met enige strafwettelijke bepaling, een en ander ter beoordeling van de voorzitter, na een voorafgaande waarschuwing het woord ontnemen.

     

  • 6.

    Lokale (belangen)organisaties, krijgen, indien zij voorafgaand aan de vergadering de voorzitter hierom verzoeken, spreekrecht toebedeelt. De leden 4 en 5 zijn onverkort van toepassing.

     

     

Artikel 3.3 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij lid 3 van toepassing is.

     

  • 2.

    De openbaarheid geldt, conform 12b, lid 2 van de Woningwet, zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

     

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders, al dan niet op verzoek van de aanvrager, een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.

     

     

Artikel 3.4 Termijn van adviseren

  • 1.

    De commissie brengt het verzochte advies uit binnen twee weken nadat de vergadering heeft plaatsgevonden.

     

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de commissie een langere termijn dan genoemd in lid 1 van dit artikel geven.

     

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg 2012”.

 

Artikel 4.2 Intrekking oude regelingen

 

De verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 2009 wordt ingetrokken.

De juridische status van de commissie Milieu en leefomgeving waartoe de raad heeft besloten, wordt geregeld op het moment dat deze commissie wordt ingesteld.

 

Artikel 4.3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van vier weken na bekendmaking.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 19 december 2011

De raad voornoemd,

R.M. van der Weegen mr. W.A.G. Hillenaar

griffier voorzitter

Functieprofielen

 

De voorzitter dient over de volgende competenties te beschikken:

- Heeft ervaring en affiniteit met lokale politiek, met bestuurlijke processen en met advieswerk in de ruimtelijke ordening en de gebouwde omgeving;

- Straalt een zekere mate van gezag uit in de praktijk van een vergadering en in het overleg met de gemeente;

- Beschikt over inzicht in de praktijk van bouwplanprocessen en in de geschiedenis en de traditie van de Nederlandse ruimtelijke ordening en bouwpraktijk;

- Is representatief en in staat door deskundigheid respect af te dwingen bij het gemeentebestuur;

- Is bereid zich te oriënteren in de gemeente Cuijk;

- Is in staat het vakinhoudelijk oordeel begrijpelijk samen te vatten en te verwoorden, als basis voor de schriftelijke uitwerking.

- Kan aannemelijk maken over voldoende tijd te beschikken om de functie te kunnen uitoefenen;

- Kan voldoen aan het genoemde in artikel 2.2.1. van de Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg.

 

De deskundige dient over de volgende competenties te beschikken:

- Beschikt aantoonbaar over deskundigheid en praktijkervaring op het genoemde vakgebied;

(bijv. de deskundige voor architectuur is een geregistreerd architect en heeft een eigen, actieve

beroepspraktijk)

- Heeft bij voorkeur ervaring met het beoordelen van ontwerpen;(bijv. onderwijssituaties of jury’s)

- Is een voorstander van welstandstoezicht en heeft daarover uitgesproken ideeën;

- Is in staat zich onpartijdig op te stellen, vervult zijn taak als commissielid niet met vooringenomenheid;

- Is bereid zich te oriënteren in de gemeente Grave;

- Baseert zich bij de beoordeling op relevante wet- en regelgeving;

- Is in staat zijn oordeel begrijpelijk te verwoorden met respect voor alle betrokkenen;

- Is representatief en is in staat door zijn kwaliteiten respect af te dwingen bij het gemeentebestuur;

- Kan aannemelijk maken over voldoende tijd te beschikken om de functie te kunnen uitoefenen;

- Kan voldoen aan het genoemde in artikel 2.2.3. van de Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg.