Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2014 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel 2014 Marktgelden |
TARIEVENTABEL, zie de bijlage
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 27-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 | BW13.01324 | |
01-01-2015 | Intrekking | 16-12-2014 Gemeenteblad 23 december 2014 | BW14.00873 en BW14.00902 |
De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013;
gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid aanhef en onder a van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 201 4
Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De marktgelden worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het marktgeld wordt geheven door middel van dagnota’s en bij abonnementshouders per halfjaar via facturen, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
a. Restitutie van het betaalde abonnementsgeld wordt verleend indien het abonnement schrif- telijk en minimaal twee weken voor afloop van een lopende kalendermaand wordt opgezegd. b. Restitutie vindt alleen plaats over volle maanden dat de belastingplichtige zijn plaats niet heeft bezet, dan wel heeft kunnen bezetten. c. Restitutie wordt niet verleend voor afzonderlijke dagen van een kalendermaand.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.
De ‘Verordening marktgelden 2013’, vastgesteld bij besluit van 4 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.