Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Blaricum

Verordening winkeltijden Blaricum 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBlaricum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening winkeltijden Blaricum 2013
CiteertitelVerordening winkeltijden Blaricum 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening winkeltijden Blaricum, vastgesteld op 27 februari 1997. Artikel 13 bevat overgangsbepalingen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Winkeltijdenwet, art 3, lid 1 en 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-11-2013nieuwe regeling

12-11-2013

Hei en wei 22-11-2013

raadsbesluit 2013/48

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening winkeltijden Blaricum

Verordening winkeltijden Blaricum 2013

De raad van de gemeente Blaricum;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 3, eerste en derde lid, van de Winkeltijdenwet;

 

gezien het advies van burgemeester en wethouders;

 

besluit vast te stellen de Verordening winkeltijden Blaricum 2013:

 

Deel  

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag; winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet. wet: de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. Vrijstellingen gedurende bepaalde uren en/of periodes voor bepaalde branches of categorieën

1. Van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden zijn van 14.00 uur tot 18.00 uur de winkels vrijgesteld welke niet verder genoemd worden in de artikelen 3 tot en met 11 van deze verordening;

 

2. Van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden zijn van 8.00 uur tot 10.00 uur de winkels vrijgesteld die behoren tot de branche/categorie brood- en banketzaken;

 

3. Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden geldt gedurende de maand december een vrijstelling van 12.00 uur tot 18.00 uur voor de winkels zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening.

Artikel 3. Algemene vrijstellingen bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van:

a. musea; b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht; c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 4. (openstelling anders dan voor verkoop)

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van: a. winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom; b. winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

 

2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 5. (begraafplaatsen)

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 6. (culturele evenementen)

 

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 7. (sportcomplexen)

 

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 8. (bejaardenoorden)

 

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 9. (E.H. Communie)

 

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie. 2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 10. (Allerheiligen en Allerzielen)

 

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 11. (Ramadan)

 

1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 12. Toezicht

 

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 13. Intrekking oude verordening en vervallen ontheffingen

 

1. De Verordening winkeltijden Blaricum, vastgesteld op 27 februari 1997 wordt ingetrokken. 2. De bij of krachtens de Verordening winkeltijden Blaricum verleende en nog van kracht zijnde ontheffingen vervallen op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige Verordening winkeltijden Blaricum 2013.

 

3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening winkeltijden Blaricum maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

 

1. Deze verordening treedt in werking op ingang van de achtste dag na bekendmaking. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Blaricum 2013.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 november 2013

P.C.M. de Groot mevrouw J.N. de Zwart-Bloch

griffier voorzitter