Organisatie | Veendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 17-12-2012 De Veendammer, 2012, 18 december 2012 | Onbekend |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 255 van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene, die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente verplicht is tot de in de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer bedoelde dienstverlening.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt voor het achterlaten van grof huisvuil op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats van een
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
De op grond van artikel 7, eerste lid, verschuldigde belastingen moeten in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald in drie termijnen waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens drie maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagregels, of als het aanslagbiljet maar één aanslagregel bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,--, doch minder is dan € 5.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit:
a. het ledigen van beer– of zinkputten, septictanks en het verwijderen van de daaruit komende stoffen;
b. het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen, bouw- en sloopafval of groenafval op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats
Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 10, gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 15 Termijn van betaling
De reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving, de nota of andere schriftuur bedoeld in artikel 13
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, de nota of andere schriftuur, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving, de nota of andere schriftuur.
Bij de invordering van de heffing bedoeld in artikel 5, derde tot en met het zevende lid, en artikel 12, wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
Artikel 18 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
De Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012 van 19 december 2011, nummer 201117171a/EDV wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2012.