Organisatie | Ferwerderadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsdienst Fryslân |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsdienst Fryslân |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze gemeenschappelijke regeling is aangegaan met alle gemeenten in Fryslân.
Met ingang van 01-01-2007 (inwerkingtreding) zijn de volgende regelingen vervallen:
de gemeenschappelijke regeling Brandweer Fryslân;
de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Fryslân
Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 15-06-2006.
Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Gemeenteblad i.c. Sawn Stjerren Nijs.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | nieuwe regeling | 15-06-2006 Gemeenteblad i.c. Sawn Stjerren Nijs | 9/36.06 |
De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Achtkarspelen, Ameland, het Bildt, Boarnsterhim, Bolsward, Dantumadeel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Gaasterlân-Sleat, Harlingen, Heerenveen, Kollumerland c.a., Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Lemsterland, Littenseradiel, Menaldumadeel, Nijefurd, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Skarsterlân, Smallingerland, Sneek, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland, Weststellingwerf, Wûnseradiel en Wymbritseradiel, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
Hoofdstuk I ALGEMENE BEPALINGEN
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 Het openbaar lichaam
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Ingevolge artikel 8, lid 1, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is het openbaar lichaam een rechtspersoon. Hierdoor kan het openbaar lichaam zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer en bijvoorbeeld overeenkomsten aangaan. De Hulpverleningsdienst Fryslân treedt op als rechtsopvolger van Brandweer Fryslân en GGD Fryslân. Beide organisaties zullen als geheel opgaan in de Hulpverleningsdienst Fryslân.
Hoofdstuk II BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Ter behartiging van de in het eerste lid onder d. en e. genoemde belangen stemt het bestuur van het openbaar lichaam haar besluitvorming en de voorbereiding daarop in ieder geval af met het Regionaal College van de Politie Fryslân.
Artikel 10, lid 1 t/m 3, Wgr schrijft voor dat de gemeenschappelijke regeling het belang of de belangen waarvoor ze wordt aangegaan, vermeldt. Onder ‘belang’ wordt verstaan het beleidsterrein waarop wordt samengewerkt. Met het vastleggen van het belang of de belangen wordt het werkgebied van de gemeenschappelijke regeling afgebakend.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden
Ter verwezenlijking van de in artikel 3.2 genoemde afstemming heeft het openbaar lichaam de volgende taken en bevoegdheden:
het sluiten en uitvoeren van een convenant met het Regionaal College van de Politie Fryslân, andere overheden en derden over de samenwerking in het kader van de rampen- en crisisbeheersing.
De taken van de Hulpverleningsdienst zijn de activiteiten die het samenwerkingsverband ontplooit in het kader van het te behartigen belang of de te behartigen belangen. Aan het bestuur van het openbaar lichaam worden de taken en bevoegdheden opgedragen als genoemd in:
Artikelen 2, 3 en 3a van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (zie bijlage) | |
Artikel 4 van de Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (zie bijlage) |
Onderdeel 2.a. van dit artikel geeft de Hulpverleningsdienst de taak en bevoegdheid om met de politie afspraken te maken over het instandhouden en het beheer van een gemeenschappelijke meldkamer, deze afspraken neer te leggen in een overeenkomst en vervolgens hieraan uitvoering te geven.
In onderdeel 2.b. van dit artikel krijgt de Hulpverleningsdienst de taak en bevoegdheid overeenkomsten af te
sluiten met de regiopolitie, andere overheden en derden. Hierdoor kan de samenwerking met andere
overheden, en dan met name met de politie, nader worden ingevuld. Door middel van dit convenant wordt invulling gegeven aan de Veiligheidsregio, conform het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio’s.
Hoofdstuk IV HET ALGEMEEN BESTUUR.
Artikel 6 Samenstelling van het algemeen bestuur
De burgemeester kan bij afwezigheid worden vervangen door de loco-burgemeester.
In dit artikel is vastgelegd dat de burgemeesters van de deelnemende gemeenten tezamen het algemeen bestuur vormen. Hierdoor kent het algemeen bestuur van de Hulpverleningsdienst dezelfde samenstelling als het Regionaal College van de politie, waardoor de samenwerking en afstemming tussen beide organen betrekkelijk eenvoudig is. Bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester, treedt de loco-burgemeester namens zijn gemeente op als lid van het algemeen bestuur. Dit is op grond van de algemene waarnemingsregeling in artikel 77, eerste lid, Gemeentewet.
Het in het eerste lid genoemde reglement wordt aan de deelnemende gemeenten gezonden.
In artikel 22, eerste lid, Wgr is geregeld dat het algemeen bestuur voor zijn vergaderingen een reglement van orde vaststelt. In het reglement van orde kan worden bepaald dat de vergaderingen van het algemeen bestuur en de vergaderingen van het regionaal college gelijktijdig plaatsvinden.
Artikel 9 Vergaderingen algemeen bestuur
Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of - binnen een termijn van drie weken nadat het schriftelijk verzoek is gedaan - indien tenminste zeven leden dat onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen schriftelijk verzoeken.
Hoofdstuk V HET DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 10 Samenstelling dagelijks bestuur
Indien een lid van het dagelijks bestuur tussentijds aftreedt als lid van het dagelijks bestuur, voorziet het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk in de ontstane vacature in het dagelijks bestuur.
In gevolge artikel 12 Wgr is de voorzitter tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. Omdat de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter lid zijn van het dagelijks bestuur, geldt de regeling van de zittingsperiode in artikel 10 van deze regeling ook voor deze functionarissen. Een loco-burgemeester kan zijn burgemeester niet vervangen als lid van het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur kan een reglement van orde vaststellen voor zijn vergaderingen en overige werkzaamheden.
Artikel 13 Vergaderingen dagelijks bestuur
Op uitnodiging van het dagelijks bestuur kunnen overige adviseurs de vergadering bijwonen.
De voorzitter heeft in vergaderingen van het dagelijks bestuur een doorslaggevende stem als de stemmen staken bij zakelijke voorstellen (nadat eerst opnieuw is gestemd). Dit is op grond van artikel 59 Gemeentewet. Deze besluitvormingsregel voor het college van burgemeester en wethouders is ook van toepassing op het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam.
Het algemeen bestuur neemt geen besluiten over het uitvoeren van de taken en bevoegdheden welke bij of krachtens de Wet collectieve preventie volksgezondheid en de Infectieziektewet aan het openbaar lichaam zijn opgedragen, als bedoeld in artikel 4.a, alvorens advies te hebben ingewonnen van de adviescommissie Openbare Gezondheidszorg
In artikel 24 van de Wgr is bepaald dat het algemeen bestuur van het openbaar lichaam commissies van advies kan instellen. Het algemeen bestuur regelt de bevoegdheden en de samenstelling. In de adviescommissie Openbare Gezondheidszorg hebben de leden van de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten met de portefeuille Openbare Gezondheidszorg zitting.
Hoofdstuk IX INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN ONTSLAG
Het college van elke gemeente verstrekt aan het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter of de door deze organen aangewezen ambtenaren alle inlichtingen die deze organen of ambtenaren nodig achten voor de uitvoering van de in artikel 4 genoemde taken.
De artikelen 16 en 17 van de Wgr schrijven voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het verstrekken van informatie. Daarbij gaat het zowel om de informatieplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de informatieplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de (raden van de) de deelnemende gemeenten.
Artikel 19 Verantwoording en ontslag
Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan de raad van zijn/haar gemeente, voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid, op een wijze zoals dat in het artikel 8 benoemde reglement van orde is bepaald.
Artikel 16 van de Wgr schrijft voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het afleggen van verantwoording. Daarbij gaat het zowel om de verantwoordingsplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de verantwoordingsplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de (raden van de) de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk X DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 20 Organisatiestructuur
Het dagelijks bestuur regelt de inrichting van de ambtelijke organisatie en stelt hiertoe een organisatieverordening vast.
Artikel 22 De regionaal commandant brandweer
De regionaal commandant is belast met de uitvoering van de taken welke bij of krachtens de Brandweerwet 1985 aan het openbaar lichaam zijn opgedragen
De functie regionaal commandant brandweer is een wettelijk verplichte functie (artikel 4 brandweerwet 1985), wat onverlet laat dat het bestuur kan besluiten deze functie te combineren met de functies die genoemd zijn in de artikelen 21 en/of 23.
Artikel 23 De regionaal geneeskundig functionaris
De regionaal geneeskundig functionaris is belast met de uitvoering van de taken welke bij of krachtens de Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen aan het openbaar lichaam zijn opgedragen.
De functie regionaal geneeskundig functionaris is een wettelijk verplichte functie (artikel 4 wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen), wat onverlet laat dat het bestuur kan besluiten deze functie te combineren met de functies die genoemd zijn in de artikelen 21 en/of 22.
Hoofdstuk XI BIJSTAND, HULPVERLENING & OPERATIONELE LEIDING
Artikel 25 Bijstand en hulpverlening
Met inachtneming van de gegeven richtlijnen bepaalt de regionaal commandant brandweer indien om bijstand wordt gevraagd, welke gemeente deze moet verlenen, afhankelijk van de aard van de melding, de situatie van en in de bijstand verkrijgende gemeente, de situatie van en in de bijstand verlenende gemeente en de situatie in de omliggende gemeenten op het moment dat bijstand wordt gevraagd. Hij bepaalt tevens de omvang van de gevraagde bijstand.
Artikel 26 Operationele leiding
Het algemeen bestuur gaat niet over tot vaststelling als bedoeld in het eerste lid alvorens de colleges van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid te hebben gesteld hun oordeel te geven
Conform artikel 4, tweede lid van de brandweerwet 1985 bevat deze regelingbepalingen omtrent de feitelijke leiding over de brandweer bij het optreden in groter verband.
Hoofdstuk XII FINANCIËLE BEPALINGEN
Met inachtneming van de regels als bedoeld in lid 1 is het dagelijks bestuur bevoegd tot het aangaan van geldleningen en overeenkomsten in rekening-courant, al dan niet met een daaraan verbonden kredietfaciliteit. Het dagelijks bestuur doet het algemeen bestuur mededeling van aangegane overeenkomsten als bedoeld in dit lid.
Voor het betalen van rente en aflossing van aangegane geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden, alsmede voor de exploitatietekorten van het openbaar lichaam staan de deelnemende gemeenten volledig en onvoorwaardelijk garant.
Op grond van dit artikel stelt het algemeen bestuur bij verordening de uitgangspunten van de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen vast. Tevens stelt het algemeen bestuur bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en de inrichting van de financiële administratie.
Artikel 28 Begroting en meerjarenraming
Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks een ontwerpbegroting voor het volgend dienstjaar, alsmede een meerjarenraming voor tenminste drie op dat dienstjaar aansluitende jaren aan. De ramingen in de ontwerpbegroting en de meerjarenraming worden toegelicht. Zowel de ontwerpbegroting als de meerjarenraming worden zes weken voordat zij aan het algemeen bestuur worden aangeboden door het dagelijks bestuur toegezonden aan de raden.
Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt het nadelig saldo volgens de begroting over de gemeenten verdeeld naar verhouding van het inwonertal van de gemeenten op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de inwoneraantallen worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek terzake bekend gemaakte cijfers.
De betaling van de bijdragen, of voorschotten daarop, vindt plaats op de wijze en op het tijdstip door het algemeen bestuur te bepalen.
De artikelen 186 tot en met 213 van de (gedualiseerde) Gemeentewet zijn ook van toepassing verklaard op gemeenschappelijke regelingen. Deze artikelen hebben betrekking op de begroting, jaarrekening, administratie en de controle. Ook het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is van toepassing op gemeenschappelijke regelingen. Dit betekent onder andere dat de begroting die door het algemeen bestuur wordt vastgesteld moet worden opgezet op basis van een indeling in programma’s (programmabegroting). Het dagelijks bestuur stelt vervolgens op basis van de programmabegroting de productenraming vast.
Zowel de ontwerpbegroting als de meerjarenraming worden zes weken voordat zij aan het algemeen bestuur worden aangeboden door het dagelijks bestuur toegezonden aan de raden. De raden kunnen over de ontwerpbegroting en de meerjarenraming het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. De termijn waarop de begroting uiterlijk moet zijn vastgesteld door het algemeen bestuur (1 juli) stelt gemeenten in staat de uitgaven die gemoeid zijn met de Hulpverleningsdienst in de eigen begroting te verwerken. Het gaat immers om verplichte uitgaven. Artikel 34, tweede lid, Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat de begroting vóór 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt, aan Gedeputeerde Staten moet zijn toegezonden.
Artikel 29 Begrotingswijzigingen
Met betrekking tot het wijzigen van de begroting is het bepaalde in artikel 28 van overeenkomstige toepassing voorzover dit gevolgen heeft voor de in artikel 28, lid 7 genoemde gemeentelijke bijdrage.
Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks voor 1 juni de rekening over het afgelopen jaar, met alle bijbehorende bescheiden, ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan. Tevens wordt de rekening aan de raden aangeboden. Daarbij wordt eveneens aangeboden het verslag van bevindingen als bedoeld in artikel 213, lid 2, van de Gemeentewet.
Van de vaststelling door het algemeen bestuur doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de gemeenten. Tevens zendt het dagelijks bestuur de vastgestelde rekening met alle daarbij behorende stukken binnen twee weken na de vaststelling doch in ieder geval voor 15 juli aan gedeputeerde staten.
Artikel 31 Gemeentelijke bijdrage
Voor de vaststelling van de inwoneraantallen worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers.
De uitgaven ten behoeve van een gemeenschappelijke regeling zijn verplichte uitgaven voor gemeenten. Als blijkt dat een gemeente weigert de financiële bijdrage in haar begroting op te nemen of tot betaling daarvan over te gaan, kunnen Gedeputeerde Staten ingrijpen op grond van respectievelijk artikel 194 en 195 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk XIV TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Artikel 33 Toetreding en uittreding
Aan de toetreding kan door het algemeen bestuur voorwaarden worden verbonden.
Een gemeenschappelijke regeling dient een regeling te bevatten omtrent de toetreding en uittreding (artikel 9 Wgr). In het Besluit territoriale indeling brandweer- en GHOR-regio’s zijn de gemeenten aangewezen waarvan de colleges van burgemeester en wethouders een gemeenschappelijke regeling moeten treffen terzake van de regionale brandweer en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.
In deze regeling kunnen wijzigingen worden aangebracht bij gelijkluidend besluit van tenminste vierentwintig van de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten, zij het dat een wijziging van Hoofdstuk II en van dit artikel uitsluitend kan worden aangebracht bij gelijkluidend besluit van de bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten.
In geval van opheffing zijn de deelnemende gemeenten verplicht tot participatie in de volledige financiële gevolgen daarvan. Een batig saldo komt ten bate, een nadelig saldo komt ten laste van de deelnemende gemeenten. Dit batig dan wel nadelig saldo wordt naar verhouding van het aantal inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de regeling wordt opgeheven, vastgesteld. Voor de vaststelling van de inwoneraantallen worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek terzake bekend gemaakte cijfers.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering, gehouden op 15 juni 2006.
de griffier,
(C.J. Corsèl)
de voorzitter,
(mr. W. van den Berg)
COLLEGEBESLUIT
Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van B & W, gehouden op 23 mei 2006.
de gemeentesecretaris,
(mr. R.M. Kammer)
de voorzitter,
(mr. W. van den Berg)
Aldus vastgesteld op 23 mei 2006.
de Burgemeester,
(mr. W. van den Berg)