Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2013 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | subsidie, woningbouw, particulier. |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2016.
De uitvoeringsregeling subsidie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Noord-Holland 2012 wordt ingetrokken.
Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011, artikel 2.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | intrekking | 01-01-2016 Provinciaal blad, 2013, 148 | 181477-254653 | |
11-12-2013 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 26-11-2013 Provinciaal blad, 2013, 148 | 181477-254653 |
Subsidie kan worden verstrekt aan een stichting, een coöperatieve vereniging of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, waarvan de deelnemers of leden natuurlijke personen zijn die voor eigen bewoning minimaal drie woningen in de provincie Noord-Holland realiseren.
Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd is voltooid voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen.
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen beschikking omtrent subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
§ 4 aanvullende subsidie planontwikkeling
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 wordt de aanvraag niet in behandeling genomen indien de verstrekte lening is afgelost of opeisbaar is.
Haarlem, 26 november 2013.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
E.Post, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp. provinciesecretaris.
Toelichting bij Uitvoeringsregeling subsidie Collectieve Zelfbouw Noord-Holland 2013
De provincie stimuleert collectieve zelfbouw initiatieven. Van collectieve zelfbouw is sprake als een groep particulieren georganiseerd in een stichting, coöperatieve vereniging of vereniging, besluit om samen een bouwlocatie te verwerven om vervolgens naar eigen inzicht een woonproject van minimaal 3 woningen voor eigen gebruik te realiseren. Het collectief bepaalt zelf met welke partijen de doelstelling gerealiseerd wordt en treedt op als opdrachtgever. Het kan gaan om nieuwbouw of om de herontwikkeling van bestaande bouw.
Bij collectieve zelfbouw staat de woonconsument centraal, het draagt bij aan een betere afstemming van vraag en aanbod. De toekomstige bewoners verschijnen niet aan het einde van het proces als koper, maar aan het begin als opdrachtgever. Deze omkering zorgt voor keuzevrijheid om de eigen woonwensen te realiseren (Goed Wonen in Noord-Holland, Provinciale Woonvisie 2010-2020). De provincie vindt daarom zelfbouw kansrijk en biedt financiële ondersteuning omdat collectieve zelfbouw projecten in de initiatief- en planontwikkelingsfase kosten maken zonder dat deze door een hypotheek kunnen worden gefinancierd. De activiteiten die hiervoor in aanmerking komen, zijn (zie figuur 1):
Figuur 1: Planfasen, activiteiten en financiering
De subsidie in de initiatieffase wordt verstrekt voor de kosten voor procesbegeleiding en voor het opstellen van een projectplan. De subsidie in de vorm van een lening in de planontwikkelingsfase wordt verstrekt voor de kosten voor het opstellen van een Programma van Eisen, een Voorlopig en Definitief ontwerp en een bestek van de te realiseren woningen. Het resultaat na de planontwikkelingsfase is een definitief ontwerp en afspraken met de verschillende betrokken partijen op basis waarvan de bouw kan starten (realisatiefase). In deze toelichting worden enkele artikelen nader toegelicht.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
De subsidie wordt verstrekt aan een collectief van toekomstige bewoners die gezamenlijk grond verwerft voor een eigen bouwproject en gezamenlijk optreden als opdrachtgever. De woningen worden in groepsverband voor eigen gebruik gerealiseerd. Het collectief moet verenigd zijn in de vorm van een stichting, coöperatieve vereniging of vereniging. De vereniging moet volledige rechtsbevoegdheid hebben als bedoeld in artikel 2.27 van het Burgerlijk Wetboek, die tot doel heeft om een collectief zelfbouw project te realiseren. Consumentgericht bouwen door professionele verhuurders en projectontwikkelaars wordt niet gesubsidieerd. Deze partijen hebben commerciële belangen.
Paragraaf 2 Subsidie initiatieffase
De subsidie is gericht op het inschakelen van deskundige(n) voor het opstellen van een projectplan en voor procesbegeleiding. Voor het slagen van een collectief zelfbouw project is behalve het bouwproces ook een goed groepsproces noodzakelijk. Het verdient de voorkeur een onafhankelijke deskundige, die geen direct belang heeft, in te huren voor de werkzaamheden. De deskundige kan ook een woningbouwcorporatie zijn. Indien er sprake is van voldoende deskundigheid bij de leden van het collectief zelf, dan dient dit te worden aangetoond. Van belang is dat er sprake is van keuzevrijheid bij de deelnemers.
In het projectplan moet een indicatie van de stichtingskosten (optelsom grond- en bouwkosten) worden opgenomen. Hierbij dienen de grondkosten apart vermeld te worden. Dit omdat alleen projecten met stichtingskosten van gemiddeld € 215.000,- exclusief grondkosten, in aanmerking komen voor een subsidie in de vorm van een lening in de planontwikkelingsfase.
In het projectplan moet de planologisch juridische haalbaarheid worden aangetoond. Hierbij dient aangegeven te worden of de beoogde locatie past in het gemeentelijk ruimtelijk en woonbeleid (bestemmingsplan en gemeentelijke/regionale woonvisie en Regionaal Actieprogramma Wonen). De locatie moet ook passen binnen het ruimtelijk beleid, de provinciale ruimtelijke Structuurvisie, en de Woonvisie van de provincie Noord-Holland.
De economische haalbaarheid moet worden aangetoond aan de hand van een investeringsbegroting. Om de haalbaarheid inzichtelijk te maken is een reëel overzicht van de te maken kosten van belang. Kosten zijn o.a. : grondkosten (koopcontract grond toevoegen), kosten bouwrijp maken, kosten voor het ontwerp (architect, constructeur, installateur etc.) en advisering, eventuele kosten voor aansluiting nutsvoorzieningen, bouwkosten, aannemingsovereenkomst etc. Naast deze kosten dient de beoogde dekking te worden aangegeven.
Naar gelang de grootte van het project (wat betreft het aantal woningen en eventuele andere functies naast de woningen) dient er in het projectplan te worden ingegaan op de projectorganisatie (rollen en bevoegdheden), projectplanning en realisatietermijn en project- en risico beheersing (tijd, geld en kwaliteit).
Artikel 8 Formulieren bij de aanvraag
De vereniging of stichting moet een document toevoegen waaruit blijkt dat het betreffende college van B&W of de gemeenteraad bereid is om het project op de betreffende locatie mogelijk te maken. Het gaat erom dat de gemeente medewerking verleent. Uit het document moet blijken dat de betreffende locatie planologisch beschikbaar is voor woningbouw en dat de gemeente bereid is het project op die locatie mogelijk te maken.
De gemeente Amsterdam hanteert voor de kavels voor collectieve zelfbouw (bouwgroepkavels) een selectieprocedure. Wanneer er meer bouwgroepen een voorstel met onder andere een plan van aanpak en visie indienen, krijgt de groep met het meest realistische en meest duurzame voorstel een optie op de kavel. Als de bouwgroep wordt geselecteerd, krijgt deze van de gemeente een optie op het erfpachtrecht voor de kavel gegund. In Amsterdam kunnen uitsluitend de stichtingen of (coöperatieve) verenigingen met deze optie in aanmerking komen voor subsidie. Wanneer er geen selectieprocedure aan de orde is, moet dit uit de aanvraag blijken.
Paragraaf 3 Subsidie in de vorm van een lening planontwikkelingsfase
Voor de planontwikkelingsfase is er voor collectieve zelfbouw stichtingen/verenigingen een mogelijkheid om subsidie in de vorm van een lening aan te vragen. De subsidie in de vorm van een lening is voor 2 jaar. Bij de subsidieverstrekking sluit de provincie met de ontvangende vereniging of stichting een uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 16 Formulieren bij de aanvraag
Bij de aanvraag dient de vereniging of stichting te beschrijven op welke wijze zij de lening gaan aflossen. Wanneer gestart wordt met de realisatie van de woningen, kan de lening uit de hypotheek die ieder huishouden in het collectief afzonderlijk afsluit, worden gefinancierd. Aan het bestuur van de verenigingen/stichtingen is daarom het advies aan haar leden te vragen naar een intentieverklaring van een hypotheek van een bank (inclusief BKR toets). Tevens adviseert de provincie aan de collectieve zelfbouw besturen om met de leden/deelnemers een zogenaamde deelnemingsovereenkomst te sluiten. Hierin committeert de deelnemer zich aan het project en verklaart dat hij/zij akkoord gaat met de kosten voor de planontwikkeling. Een notaris kan hierbij adviseren.
Bij uitval van leden zal de stichting of vereniging zelf nieuwe leden moeten zoeken. Een corporatie of bijvoorbeeld een aannemer kan hierbij als achtervangpartij een rol spelen door het bouwinitiatief gedeeltelijk over te nemen als een of meer leden tijdens het proces afhaken. Zie verder ook de toelichting bij paragraaf 2 artikel 6 en 8.
De vereniging of stichting moet een overzicht van het aantal deelnemers toevoegen. Dit aantal dient voldoende te zijn voor het beoogde aantal te realiseren woningen. Indien dit niet het geval is, dient de vereniging/stichting aan te geven op welke wijze zij zorg dragen voor voldoende deelnemers in het project.
Artikel 20 Uitvoeringsovereenkomst
In de uitvoeringsovereenkomst worden afspraken gemaakt over: de looptijd, de opeisbaarheid en de aflossing van de lening. In deze overeenkomst verplicht de aanvrager zichzelf de aangegane lening terug te betalen aan de provincie.