Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. | ambtenaar: | degene op wie het algemeen ambtenarenreglement van
toepassing is; |
b. | volledige betrekking: | een betrekking waarvan de arbeidsduur gemiddeld 38 uur
per week bedraagt; |
c. | werkdag: | de krachtens artikel D 1 van het algemeen
ambtenarenreglement voor de betrekking van de ambtenaar
per dag vastgestelde -al of niet gelijke-
arbeidsperiode; |
d. | woongebied: | een door burgemeester en wethouders aan te wijzen gebied
aansluitend aan het grondgebied van de gemeente. |
Artikel 2
- 1.
De burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover het
belang van de dienst zulks toelaat, aan een ambtenaar op diens
aanvraag één of meer van de in de volgende artikelen omschreven
studiefaciliteiten toekennen, indien:
- a.
met de studie een gemeentelijk belang wordt gediend; en
- b.
de opleiding door de burgemeester en wethouders deugdelijk
wordt geoordeeld;
- c.
de opleiding is vermeld in het door burgemeester en
wethouders vast te stellen opleidingsplan.
- 2.
Een gemeentelijk belang wordt gediend door:
- a.
opleidingen aan een bestuursschool;
- b.
opleidingen, gericht op het terrein waarop de ambtenaar in
zijn huidige functie werkzaam is;
- c.
opleidingen, die niet direct betrekking hebben op de
tegenwoordige functie van de ambtenaar, maar gericht zijn op
een functie, waarvoor de ambtenaar op een later tijdstip in
aanmerking kan komen;
- d.
andere door de burgemeester en wethouders aan te wijzen
opleidingen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen van het opleidingsplan afwijken
ten gunste van nieuw in dienst tredende ambtenaren die reeds een
studie volgen die niet in het opleidingsplan is vermeld, of
ambtenaren die zich willen specialiseren in hun vakgebied of een
studie willen volgen voor een ander vakgebied.
Artikel 3
- 1.
Alvorens studiefaciliteiten te verlenen kunnen burgemeester en
wethouders -al dan niet op verzoek van de ambtenaar- een gericht
studieadvies inwinnen.
- 2.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in overleg
met de ambtenaar een psychologisch onderzoek doen instellen.
Artikel 4
- 1.
De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en
wet-houders bij de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid
van de normaal te achten duur van de studie.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde
termijn met één jaar verlengen, welke termijn in bijzondere gevallen
nogmaals kan worden verlengd.
- 3.
De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk
geval te zijn verstreken op de datum waarop het dienstverband van de
ambtenaar met de gemeente eindigt.
Artikel 5
Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen
inlichtin-gen van oordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet
voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie
binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen, zijn zij bevoegd
de verleende studiefaciliteiten -al dan niet tijdelijk- in te trekken.
Artikel 6
De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich
na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het
eerstvolgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag
daarvan aan burgemeester en wet-houders mede te delen, tenzij zulks op grond
van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.
Studiekosten
Artikel 7
- 1.
De door een ambtenaar met een volledige betrekking naar het oordeel
van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden
vergoed tot een percentage van 75.
- 2.
De ambtenaar die geen volledige betrekking vervult, ontvangt een, in
evenredigheid tot het aantal uren van een volledige betrekking
berekend, deel van de vergoeding zoals bedoeld in het vorige
lid.
Artikel 8
- 1.
Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar
schriftelijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten
bedragen zal terugbetalen, indien:
- a.
hij de hem ingevolge artikel 6 opgelegde verplichting niet
nakomt;
- b.
hij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt
voordat de in artikel 4 bedoelde termijn is verstreken
zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft
geleid;
- c.
de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5;
- d.
hij op eigen aanvraag of tengevolge van aan hemzelf te
wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het
einde van de studie, waarvoor vergoeding is toegekend of
binnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie
geldende diploma;
- e.
hij op eigen aanvraag of ten gevolge van aan hemzelf te
wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee
jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het door
hem -na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4-
afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft
geleid.
- 2.
De terugbetalingsverplichting op grond van het gestelde in lid 1
onder b van dit artikel, vervalt indien voortzetting van de studie
redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd.
- 3.
Geen terugbetaling op grond van het gestelde in lid 1, onder d en e,
behoeft te geschieden, indien de ambtenaar aansluitend aan zijn
ontslag een betrekking aanvaardt, waaraan het ambtenaarschap in de
zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet is verbonden. Indien op
de datum van ingang van het ontslag van de in lid 1, onder d en e,
bedoelde termijn van twee jaren, tenminste één jaar is verstreken
blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24 gedeelte
van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aan de termijn
van twee jaar ontbreekt.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar op zijn aanvraag,
geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op
hem rustende verplichting tot terugbetaling.
Verlof
Artikel 9
Onverminderd het bepaalde in artikel F 28, lid 1 van het algemeen
ambtenarenreglement, wordt voor het volgen van lessen, die in diensttijd
worden gegeven, verlof met behoud van bezoldiging verleend tot ten hoogste
één werkdag per week, gemiddeld over een jaar berekend.
Artikel 10
Aan de ambtenaar, die een opleiding volgt, waarvan de lessen niet of niet
geheel in diensttijd worden gegeven, kan studieverlof worden verleend van
minimaal een halve werkdag per vier weken tot maximaal een halve werkdag per
week. Daarbij wordt rekening gehouden met de aard van de opleiding en de
persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.
Artikel 11
Ter voorbereiding op een studie of een afgerond deel daarvan afsluitend
examen, kan aan de ambtenaar verlof worden verleend tot een maximum van vijf
halve werkdagen per gehele studie.
Slotbepalingen
Artikel 12
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere
regels stellen.
Artikel 13
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen, voorzover nodig in
afwijking van het in deze verordening bepaalde, in gevallen, waarin deze
verordening naar hun oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet.
Artikel 14
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening studiefaciliteiten
2002".
Artikel 15
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.