Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Cuijk 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Cuijk 2013
CiteertitelVerordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Cuijk 2013.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
  2. Beleidsregels kwaliteit peuterspeelzalen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-2013nieuwe regeling

04-02-2013

Masdriehoek 12 februari 2013

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Cuijk 2013

De raad van de gemeente Cuijk

 

 

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2012

 

overwegende dat het gewenst is in aanvulling op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Beleidsregels kwaliteit peuterspeelzalen nadere eisen te stellen aan de inrichting van peuterspeelzalen

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de

 

Vverordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Cuijk 2013

 

 

 

besluit

 

 

 

Vast te stellen de navolgende

 

VERORDENING ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Cuijk 2013

 

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Beleidsregels kwaliteit peuterspeelzalen.

 

 

Artikel 2 Groepspeelruimte

  • 1.

    In een peuterspeelzaal is voor ieder kind minimaal 3,5 m² bruto oppervlakte aan groepsspeelruimte beschikbaar.

     

  • 2.

    Elke ruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

     

     

Artikel 3 Buitenspeelruimte

  • 1.

    De peuterspeelzaal beschikt over aangrenzende buitenspeelruimte.

     

  • 2.

    De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:

    a. voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar;

    b. een oppervlakte van minimaal 3 m² bruto oppervlakte speelruimte per aanwezig kind;

    c. ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen

     

Artikel 4 Aanwijzing toezichthouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels.

     

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen de directeur van de GGD aan als toezichthouder.

     

Artikel 5 Onderzoek door toezichthouder

  • 1.

    De toezichthouder onderzoekt na aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de instandhouding redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

     

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

     

  • 3.

    Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften.

     

Artikel 6 Vastleggen onderzoeksresultaten

  • 1.

    De toezichthouder legt zijn oordeel naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal vast in een inspectierapport

     

  • 2.

    Indien de toezichthouder oordeelt dat door de houder de bij of krachtens artikel 2 en 3 gegeven voorschriften niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeldt hij dat in het rapport

  • 3.

    Alvorens het rapport vast te stellen, stelt de toezichthouder de houder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de houder in een bijlage bij het rapport.

     

  • 4.

    De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de houder, die een afschrift daarvan zo spoedig mogelijk ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

     

  • 5.

    De toezichthouder maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na de vaststelling daarvan openbaar.

     

  • 6.

    De toezichthouder stelt burgemeester en wethouders in kennis van de vaststelling van het rapport.

     

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover van toepassing gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Cuijk 2013.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 4 februari 2013.

De raad voornoemd,

R.M. van der Weegen mr. W.A.G. Hillenaar

griffier voorzitter