Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hellevoetsluis

Havenverordening Hellevoetsluis 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHellevoetsluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHavenverordening Hellevoetsluis 2013
CiteertitelHavenverordening Hellevoetsluis 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-201314-11-2013Nieuwe regeling.

31-10-2013

Groot-Hellevoet, 06-11-2013

31-10-13/07

Tekst van de regeling

Intitulé

Havenverordening Hellevoetsluis 2013

Nummer: 31-10-13/07

De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie wonen, werk en recreatie; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 2013, nummer: 31-10-13/07;

besluit:

de Havenverordening Hellevoetsluis 2001 in te trekken en vast te stellen de Havenverordening Hellevoetsluis 2013

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.1

    Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle openbare wateren in de havens: Heliushaven, Haaven, Groote Dok, Koopvaardijhaven, Tramhaven en het Kanaal door Voorne en de daarbij behorende glooiingen, wallen, dammen en kaden.

  • 1.2

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a)

      Haven; alle openbare wateren in de Heliushaven, de Haaven, het Groote Dok, de Koopvaardijhaven, de Tramhaven en het Kanaal door Voorne (tot aan de brug van het winkelcentrum) en de daarbij behorende glooiingen, wallen, dammen en kaden.

    • b

      Jachthaven; een haven waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen.

    • c)

      Havenmeester; de door burgemeester en wethouders als zodanig benoemde persoon, alsmede diens plaatsvervanger(s).

    • d)

      Exploitant; eigenaar, beheerder, rompbevrachter of ieder ander die zeggenschap heeft over het gebruik van het schip.

    • e)

      Schip; elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een drijvend werktuig, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting.

    • f)

      Schipper; degene die over een schip het gezag heeft of degene die hem vervangt of als zodanig optreedt of degene die het schip daadwerkelijk bestuurt.

    • g)

      Woonboot; een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning en dat een vaste verbinding heeft met de wal.

    • h)

      Pleziervaartuig; een vaartuig dat bestemd is voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding.

    • i)

      Beroepsvaartuig; alle soorten en klassen vaartuigen gebezigd in de beroeps- of bedrijfsvaart.

    • j)

      Vaarweg; het gedeelte van de haven, waar geen ligplaats mag worden ingenomen.

    • k)

      Vaste ligplaats; een ligplaats, welke krachtens een daartoe aangegane vergunning of overeenkomst gedurende de daarin bepaalde periode mag worden ingenomen.

    • l)

      Passantenligplaats; een ligplaats speciaal gereserveerd voor passanten/dagrecreanten dan wel een als zodanig door de havenmeester aangewezen ligplaats.

    • m)

      College; het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Vergunning, ontheffing en overeenkomst

  • 2.1

    Een vergunning, ontheffing of overeenkomst ingevolge deze verordening kan slechts schriftelijk verleend worden.

  • 2.2

    De houder van een vergunning, ontheffing of overeenkomst is verplicht op de eerste vordering van een met de zorg voor de naleving van deze verordening belaste ambtenaar, deze aan hem te tonen, ter inzage af te geven en desverlangd tegen bewijs van ontvangst af te staan.

Artikel 3 Openbare orde en veiligheid

  • 3.1

    Iedere schipper die zich met zijn vaartuig in de haven of havenmonding bevindt, is verplicht de aanwijzingen van de havenmeester of een andere daartoe bevoegde ambtenaar, ter handhaving van de openbare orde en veiligheid, op te volgen.

  • 3.2

    Het is verboden in de haven met een schip op zodanige wijze te varen of ligplaats in te nemen, dat de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden of de veiligheid op het water zonder noodzaak in gevaar wordt gebracht of schade wordt of kan worden veroorzaakt.

  • 3.3

    Het is verboden zich op of in het water van de haven zodanig te gedragen dat daardoor hinder of last wordt of kan worden veroorzaakt.

  • 3.4

    De schipper is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat zijn onbeheerd vaartuig niet in de vaarweg terecht kan komen.

  • 3.5

    De schipper is verplicht de aanwijzingen van burgemeester en wethouders, die gegeven worden in het belang van de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden, de veiligheid te water en alle overige aanwijzingen in verband met een goede orde stipt en onverwijld op te volgen.

Artikel 4 Normadressaat

  • 4.1

    Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de kapitein of de schipper verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 4.2

    Bij afwezigheid van een kapitein of een schipper, is de exploitant verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 5 Beroepsvaart

De schipper van een beroepsvaartuig is verplicht, op eerste aanwijzing van burgemeester en wethouders, de papieren te tonen waaruit blijkt dat zijn schip inderdaad wordt gebezigd voor de beroeps- of de bedrijfsvaart.

Artikel 6 Ankeren

  • 6.1

    Het is verboden ankers of dreggen uit te zetten in de haven.

  • 6.2

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1, mits de ankers zijn voorzien van een boei, die aan een anker met een boeireep is verbonden.

Artikel 7 Koppelen, vastmaken en meren

  • 7.1.

    Het is de schipper verboden in de haven te varen met naast elkaar gekoppelde of vastgemaakte schepen.

  • 7.2

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1.

  • 7.3

    De schipper is verplicht ervoor te zorgen dat de touwen en trossen of draden van zijn vaartuig met de meergelegenheid zodanig zijn verbonden dat aan andere vaartuigen bij de doorvaart van bruggen of van de gebruikelijke vaarweg geen hinder kan worden veroorzaakt.

  • 7.4

    De schipper is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn vaartuig zolang het een ligplaats inneemt, deugdelijk is vastgemaakt.

  • 7.5

    Het vastmaken mag niet anders geschieden dan aan de daartoe bestemde middelen of aan vaartuigen welke aan zodanige middelen zijn vastgemaakt.

  • 7.6

    Waar geen remmingwerken aanwezig zijn, is de schipper verplicht door het aanbrengen van stootwillen of op een andere wijze ervoor zorg te dragen, dat ten gevolge van het meren van zijn vaartuig geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.

Artikel 8 Gevaarlijke lading

De schipper van een schip, waarvan de lading naar het oordeel van burgemeester en wethouders nadelig is voor de openbare gezondheid, gevaar oplevert voor de openbare veiligheid of overlast van ernstige aard veroorzaakt, is verplicht op eerste aanzegging van burgemeester en wethouders de haven met zijn schip onmiddellijk te verlaten.

Artikel 9 Vaarsnelheid

Het is verboden in de haven te varen met een hogere snelheid van 6 km (3.2 knopen) per uur. Deze maximum snelheid geldt niet ten aanzien van de voor politie- of hulpdienst in gebruik zijnde vaartuigen.

Artikel 10 Stoffen in het water

  • 10.1

    Onverminderd het bepaalde in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is het verboden afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm ook in de haven te brengen.

  • 10.2

    Het is verboden in de haven te dreggen, daarin naar voorwerpen te zoeken of daaruit voorwerpen te halen.

  • 10.3

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 2.

Artikel 11 Werkzaamheden

Het is verboden zonder vergunning van het college in de haven schepen te bouwen, te verbouwen, ingrijpende werkzaamheden uit te voeren of deze te slopen.

Artikel 12 Berging kade

Het is verboden zonder vergunning van het college een schip of goederen op een kade te plaatsen.

Artikel 13 Onbemande schepen en dergelijke

De havenmeester is bevoegd, niet of niet voldoende bemand zijnde schepen, onbeheerd drijvende balken, palen of andere voorwerpen te weren, ter verhalen of in bewaring te nemen voor rekening en risico van de schipper of de rechthebbende op deze voorwerpen.

Artikel 14 Palen, getimmerte en dergelijke in het water

Het is verboden zonder vergunning of overeenkomst van/met het college:

  • a)

    palen of getimmerten in de haven te plaatsen of geplaatst te hebben;

  • b)

    in, onder of over de haven kabels, kettingen, touwen of draden, voor zover niet dienende tot het meren of slepen van vaartuigen, te leggen of te hebben;

  • c)

    de haven op enigerlei wijze te overdekken dan wel daarop of daarboven een werkplaats of bergplaats te hebben

Artikel 15 Zwemmen

  • 15.1

    Het is verboden om in de haven te zwemmen.

  • 15.2

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1.

Artikel 16 Wedstrijden en festiviteiten

  • 16.1

    Het is verboden om in de havens sportwedstrijden, waterfeesten en dergelijke te houden.

  • 16.2

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1.

Artikel 17 Innemen van een ligplaats

  • 17.1

    De schipper die geen vaste ligplaats heeft, is verplicht zich bij aankomst in de haven te melden bij de havenmeester voor het aanwijzen van een ligplaats.

  • 17.2

    Het is verboden een ligplaats in te nemen buiten de in lid 1 aangegeven plaatsen.

  • 17.3

    Het is verboden zonder vergunning of overeenkomst met een vaartuig een vaste ligplaats in te nemen.

  • 17.4

    Het college is bevoegd nadere regelen en beperkingen te stellen omtrent het innemen van ligplaatsen.

  • 17.5

    Het is verboden met een vaartuig te meren:

    • a)

      op een plaats, waarvoor het college een meerverbod heeft vastgesteld betrekking hebbend op bepaalde ligplaatsen en bepaalde vaartuigen;

    • b)

      op een plaats, waarvoor het college heeft bepaald dat deze uitsluitend is bestemd voor nader aangeduide categorieën van vaartuigen, waartoe het meergelegenheid zoekende vaartuig niet behoort.

Artikel 18 Doorvaart bruggen en sluis

  • 18.1

    De brug over de Haaven (tussen de Haaven en het Groote Dok) en de brug over het Kanaal door Voorne (nabij de schutsluis) worden geopend en gesloten in opdracht van burgemeester en wethouders.

  • 18.2

    De doorgang door de schutsluis tussen het Kanaal door Voorne en de Koopvaardijhaven wordt verleend in opdracht van burgemeester en wethouders.

  • 18.3

    De schipper die met zijn vaartuig een brug of de sluis wil passeren, maakt dat tijdig duidelijk aan de havenmeester.

  • 18.4

    Het college stelt de tijden vast waarop de bruggen en de sluis zullen worden bediend.

  • 18.5

    In bijzondere omstandigheden kan de havenmeester afwijken van de ingevolge het vierde lid gestelde tijden.

Artikel 19 Woon- en nachtverblijf

  • 19.1

    Het is verboden een schip of vaartuig permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken. Permanent verblijf c.q. permanente bewoning en/of tijdelijke huisvesting is niet toegestaan.

  • 19.2

    Het college kan ontheffing verlenen of een overeenkomst aangaan voor het verbod in lid 1.

Artikel 20 Strafbepaling

  • 20.1

    Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting en niet-naleving van één of meer voorschriften aan een vergunning, ontheffing of overeenkomst verbonden, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 21 Naleving verordening

  • 21.1

    Met het toezicht op de naleving van het in deze verordening bepaalde, zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 22 Overgangsbepaling

  • 22.1

    De vergunningen en ontheffingen, die zijn verleend en de overeenkomsten die zijn aangegaan onder de werking van de Havenverordening Hellevoetsluis 2001 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning, ontheffing en overeenkomst krachtens deze verordening.

  • 22.2

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreden van deze verordening een vergunning of ontheffing is aangevraagd op grond van de verordening bedoeld in het eerste lid en daarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 23.1

    Deze havenverordening Hellevoetsluis treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking.

  • 23.2

    De havenverordening Hellevoetsluis 2001, wordt ingetrokken op het moment van het in werking treden.

  • 23.3

    De bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening, voor zover deze hetzelfde regelen als deze verordening, worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum.

  • 23.4

    Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Havenverordening Hellevoetsluis 2013’

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 31 oktober 2013.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

H.J. van der Wel. mr. F.D. van Heijningen.

TOELICHTING

Havenverordening Hellevoetsluis 2013

1.3 Vaartuig: elk tuig dat als vervoermiddel te water gebruikt kan worden, zoals baggerwerktuigen, kranen, bokken, elevators, alsmede woonschepen, glijboten, ponten, zeilschepen, motorschepen, sloepen, kano's, roeiboten, vlotten, windsurfplanken en andere drijvende zaken waarmee gevaren kan worden.

 

3.1 In eerste instantie is de havendienst verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de haven. Zo nodig kunnen BOA’s (Buitengewoon Opsporingsambtenaren) ingezet worden voor de openbare orde en veiligheid. Zij zijn hiertoe bevoegd.

 

15.2 Wanneer er een verzoek voor een ontheffing voor het zwemmen in de havens wordt ingediend, zal per geval bekeken worden wat de mogelijke risico’s zijn. Het bemonsteren van water kan hier deel van uit maken.

 

19.2 Dit artikel heeft betrekking op de vijf woonboten die gelegen zijn in het Kanaal door Voorne.

 

Aangezien permanente bewoning van vaartuigen in beginsel als niet wenselijk wordt aangemerkt zullen deze gevallen ook niet in aanmerking komen voor een ontheffing op grond van artikel 19.2. Wel is het mogelijk om bij het college van burgemeester en wethouders een persoonsgebonden gedoogbeschikking aan te vragen op grond van het ‘Beleidskader Permanente Bewoning van Vaartuigen in de gemeente Hellevoetsluis’.

 

De beschikking is persoonsgebonden, waarbij er ook een mogelijkheid is om samen te wonen met een partner en kinderen in te laten wonen. Ook bij een eventuele wisseling van partner bestaat deze mogelijkheid. Op basis van de wet Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) is het ook voor deze personen mogelijk om in te schrijven in de GBA.