Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Peuter- en VVE-arrangementen |
Citeertitel | Subsidieverordening Peuter- en VVE-arrangementen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | subsidie |
Geen
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Enschede
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2013 | 16-06-2017 | . | 30-09-2013 Huis aan huis d.d. 4 december 2013 | Gemeentebladnr. 366 |
Verordening Peuter- en VVE-arrangementen
De raad van de gemeente Enschede;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Enschede;
overwegende dat het “Beleidskader samen op weg naar Kindcentra 0-13; Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Enschede” door ons is vastgesteld op 28 januari 2013 en in dit beleidskader de uitgangspunten voor deze verordening zijn opgenomen;
In deze verordening wordt verstaan onder:
ouderbijdragentabel: een door de gemeente opgesteld overzicht van de financiële bijdrage die ouders/verzorgers, die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, moeten betalen voor een gesubsidieerd peuter- of VVE-arrangement, waarbij de bijdrage wordt afgestemd op het gezamenlijk verzamelinkomen van het gezin.
Artikel 3 Doel en toepassingsbereik
Deze verordening is eveneens toegankelijk voor peuters uit Haaksbergen, Hengelo en Losser, mits de scho(o)l(en) voor primair onderwijs binnen het Kindcentrum waar deze peuters gebruik maken van het aanbod van peuter- en VVE-arrangementen, de meest nabij gelegen scho(o)l(en) voor primair onderwijs is/zijn ten opzichte van het woonadres van de ouder(s)/verzorger(s) van de peuter.
Artikel 4 Vereisten subsidieaanvrager
Aanvragen kunnen worden ingediend door een houder van een Kindcentrum 0-13, dat staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) en voldoet aan de vereisten uit de wet en de hier uit voortvloeiende regelgeving.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt verstrekt voor het realiseren van een peuter- en/of VVE-arrangement.
Artikel 7 Subsidie voor kindplaatsen peuter- en VVE-arrangementen
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de soort opvang, de mate waarin ouder(s) recht hebben op een eventuele kinderopvangtoeslag en de hoogte van het verzamelinkomen van de ouder(s)/verzorger(s). De subsidie bestaat uit een bedrag per bezette kindplaats voor:
Artikel 8 Bevoegdheden college
De houder beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst, binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan de gemeente. Het gaat daarbij onder meer om:
inkomensgegevens van de ouder(s) en, indien van toepassing, van de partner waarmee de ouderbijdrage wordt bepaald. De ouder en diens partner die tevens ouder is worden voor de toepassing van deze verordening geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben. Hiervoor wordt een IB60-verklaring afgegeven of een kopie van de definitieve aangifte van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar.
een plaatsingsovereenkomst van het Kindcentrum 0-13 dat de opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: de naam en adres van het Kindcentrum 0-13 waar de opvang plaatsvindt, de soort opvang, het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en (verwachte) einddatum van de opvang;
Artikel 11 Vaststelling van de subsidie
De houder dient binnen acht weken na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college en verstrekt hierbij een overzicht van het feitelijke aantal bezette kindplaatsen peuter- en/of VVE-arrangementen over het voorbije kalenderjaar, de wijze waarop de ouderbijdragentabel voor peuter- en VVE-arrangementen is toegepast en de overige gegevens die het college nodig heeft om de subsidie vast te stellen.
In afwijking van artikel 6 onder a geldt dat peuters die voor 1 augustus 2013 al deelnemen aan een VVE-traject in een kinderdagverblijf, en dat kinderverblijf maakt per 1 augustus 2013 geen deel uit van een Kindcentrum 0-13, mogen het lopende VVE-traject in dit kinderdagverblijf afmaken tot het moment dat de indicatiestelling eindigt (uiterlijk totdat de peuter naar de basisschool gaat) of tot het moment dat de locatie wordt opgenomen in een Kindcentrum 0-13.
In afwijking van artikel 8 lid 1 wordt de subsidie voor een peuter- en VVE-arrangement in de periode 1 augustus 2013 tot en met 31 december 2013 vastgesteld op basis van de op de teldatum 1 mei 2013 gerealiseerde en bezette kindplaatsen peuterspeelzaalwerk en kindplaatsen VVE door de Stichting Alifa en het werkelijk gemiddelde inkomen van de ouder(s) wiens/wier kind een kindplaats heeft bezet.
In afwijking van artikel 9 lid 4 h mogen peuters, die tot 1 november 2012 in een voormalige Taalverbeterplanzaal van de Stichting Alifa zonder indicatiestelling hebben deelgenomen aan een VVE-traject, zonder indicatiestelling gebruik blijven maken van dit VVE-traject tot het moment dat zij naar de basisschool gaan.
Alle peuters die op 1 juli 2013 al gebruik maakten van het peuterspeelzaalwerk of het VVE-aanbod in Enschede en wiens ouder(s) /verzorger(s) niet woonachtig is/zijn in Enschede kunnen blijven deelnemen aan de gesubsidieerde peuter- of VVE-arrangementen tot het moment dat zij naar de basisschool gaan.
Artikel 13 Gevallen waarin deze verordening niet voorziet
Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.
Toelichting op de Verordening peuter- en VVE-arrangementen
De besturen voor het basisonderwijs in Enschede, de kinderopvangorganisaties, de stichting Alifa (peuterspeelzaalwerk) en de gemeente Enschede werken sinds 2010 aan de vorming van Kindcentra. Zij hebben elkaar gevonden in de overwegingen om Kindcentra 0-13 te gaan vormen en hiervoor een convenant gesloten. De stelsels van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang worden geharmoniseerd. Door deze beweging wordt het peuterspeelzaalwerk geïntegreerd in de kinderopvang.
Binnen het aanbod van Kindcentra 0-13 gaan de kinderopvangorganisaties per 1 augustus 2013 peuter- en VVE- arrangementen aanbieden. De educatieve waarde van de kinderopvang neemt daarmee toe, vanwege de centrale plaats die ze gaan innemen in de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen. De continuïteit voor de peuters wordt geborgd.
De gemeenteraad heeft het Beleidskader Samen op weg naar Kindcentra 0-13; Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Enschede vastgesteld op 28 januari 2013. In dit beleidskader zijn expliciet benoemd:
Basisonderwijs en kinderopvangorganisaties willen binnen de Kindcentra naar één doorlopende speel-ontwikkel- en leerlijn voor alle kinderen van nul tot dertien jaar. Hiermee wordt versnippering in de voorschoolse periode voorkomen.
De scholen voor primair onderwijs zijn en blijven verantwoordelijk voor de organisatie van de tussen- en buitenschoolse opvang. Tot nu toe geeft iedere school daar op een eigen manier uitvoering aan. Deze verordening is hierop niet van toepassing. Dit laatste geldt ook voor kinderopvang op basis van sociaal en/of medische indicatie (SMI).
In het beleidskader ‘Samen op weg naar Kindcentra 0-13’ heeft de Gemeenteraad ook een aantal uitgangspunten meegegeven voor de bepaling van de (hoogte van de) ouderbijdrage. Deze zijn:
De hoogte van de gemeentelijke subsidie per peuterarrangement per jaar is dusdanig, dat gezinsinkomens tot 70.000 euro per jaar grosso modo niet meer gaan betalen voor een peuterarrangement dan deze voor de harmonisatie (van de stelsels peuterspeelzaalwerk en kinderopvang) voor het peuterspeelzaalwerk betaalden.
Feitelijk subsidieert de gemeente (via de houders) vanaf 1 augustus 2013 de ouder(s)/verzorger(s) die ervoor kiezen hun kind(eren) deel te laten nemen aan een peuter- of VVE-arrangement. Voor de ouders die recht hebben op de kinderopvangtoeslag is die subsidie relatief laag, omdat de Belastingdienst een deel van de kosten voor haar rekening neemt middels de kinderopvangtoeslag. De ouder() die geen recht heeft/hebben op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst krijgen een hogere gemeentelijke subsidie.
De Gemeenteraad van Enschede heeft er in de beleidskader ‘Samen op weg naar Kindcentra 0-13’ voor gekozen de eigen bijdragesystematiek zo in te richten, dat de netto eigen bijdrage voor peuterarrangementen voor de ouder(s)/verzorger(s) die recht heeft/hebben op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst grosso modo gelijk is aan de netto eigen bijdrage voor ouder(s)/verzorger(s) die geen recht op deze toeslag heeft/hebben.
Voor de ouder(s)/verzorger(s) waarvan het kind tot de VVE-doelgroep behoort houden we de ouderbijdrage laag. Een kind behoort tot de VVE-doelgroep als uit indicatie blijkt dat het een (potentiële) ontwikkelingsachterstand heeft. Voor het derde en vierde dagdeel van het VVE-arrangement brengt de aanbieder dan geen tarief in rekening. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente.
De gemeente stelt voor de subsidiëring van peuter- en/of VVE-arrangementen de maximumtarieven vast. De tarieven worden gedekt door de kinderopvangtoeslag (indien van toepassing), de eigen bijdrage van de ouder(s)/verzorger(s) en de gemeentelijke subsidie. Voor het vaststellen van de eigen bijdrage van de ouder(s)/verzorger(s) kan het college een ouderbijdragentabel vaststellen.
De begripsbepalingen in de artikelen 1.1 en 1.1a en 2.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitsregels peuterspeelzalen zijn van toepassing op deze verordening. Begrippen die niet in deze artikelen zijn gedefinieerd zijn omschreven en opgenomen in art 1.
Artikel 4 Vereisten subsidieaanvrager
De houder van een Kindcentrum 0-13 kan bij de gemeente subsidie aanvragen als bijdrage in de kosten voor een peuter- of VVE-arrangement gedurende een bepaalde periode.
De houder moet er voor zorgen dat (de inrichting van) de locatie en de opvang voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen en dat de locatie geregistreerd staat in het LRKP. De opvanglocatie waar VVE plaatsvindt moet ook voldoen ook aan de vereisten uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie.
Ouders kunnen hun kind aanmelden bij de opvangorganisatie. Het is dan aan de houder om de gegevens van de ouder(s)/verzorger(s) op te vragen (zie artikel 9 lid 4 over de aanvraag subsidie) en te beoordelen of de betreffende ouder aanspraak kan maken op een kinderopvangtoeslag.
Aan de hand van de bij de ouder(s)/verzorger(s) opgevraagde gegevens en de ouderbijdragentabel (indien van toepassing) bepaalt de houder in hoeverre de ouder(s)/verzorger(s) gebruik kan/kunnen maken van subsidie van de gemeente voor een peuter-of VVE-arrangement.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
De subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van peuter- en VVE-arrangementen om de toegankelijkheid voor alle peuters in Enschede te borgen. Doel daarvan is het peuter- en/of VVE-arrangement betaalbaar te houden voor de ouder(s)/ verzorger(s) van het kind dat daarvan gebruik maakt.
Artikel 8 Bevoegdheden college
Het college heeft de bevoegdheid om in aanvulling op deze verordening nadere regels te stellen aan ondermeer de uitvoering en kwaliteit van peuter- en VVE-arrangementen en de vorming van Kindcentra 0-13.
Het stellen van extra kwaliteitseisen aan peuter- en/of VVE-arrangementen is niet nieuw. In voorgaande jaren zijn deze ‘eisen’ als subsidievoorwaarden vermeld in de beschikkingen of in de bijlage “Uitvoering VVE Gemeente Enschede” bij de subsidiebeschikking.
Een aanvraag voor subsidie moet worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Deze aanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals genoemd in dit artikel.
Omdat de subsidie voor de duur van een kalenderjaar wordt verstrekt moet de subsidie elk jaar voorafgaand aan het kalenderjaar door de houder worden aangevraagd, met daarbij de door de gemeente gevraagde onderbouwing.
Het Consultatiebureau JGZ (Jeugdgezondheidszorg) van de GGD Regio Twente begeleidt alle kinderen in Twente bij hun groei, gezondheid en opvoeding. Zij is degene die de behoefte aan VVE bij het kind, op basis van door gemeente vastgestelde criteria, kan herkennen en middels indicatiestelling vastlegt.
Deze indicatiestelling vormt de grondslag voor de tegemoetkoming in de kosten voor VVE van de gemeente. Het kan dan gaan om een geldigheidsduur voor een beperkte termijn, maar ook om een geldigheidsduur voor onbepaalde tijd. In het indicatieadvies zal hierover een uitspraak moeten worden gedaan.
Artikelen 10 en 11 Verlening en vaststelling van de subsidie
De beschikking is een besluit in de zin van titel 4.1 van de Awb. Dit betekent dat tegen het besluit bezwaar kan worden gemaakt en beroep kan worden ingesteld.
Als onderdeel van het totaal aan afspraken rond de vorming van Kindcentra 0-13, tussen de stichting Alifa, de gemeente Enschede, de schoolbesturen voor openbaar, protestants en katholiek primair (speciaal) onderwijs en de kinderopvangorganisaties heeft de gemeente ingestemd met het bieden van een overgangsregeling voor de betreffende kinderopvangorganisaties door de teldatum 1 mei 2013 te betrekken bij de subsidieverstrekking voor de periode 1 augustus tot 31 december 2013.