Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toetreding gemeente Oldenzaal tot en wijziging van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente |
Citeertitel | Toetreding gemeente Oldenzaal tot en wijziging van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | fiscaal |
Geen
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, hoofdstukken V en VIII
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | . | 24-06-2013 Huis aan huis d.d. 26 juni 2013 | gemeentebladnr. 365 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo en Losser;
- dat het huidige samenwerkingsverband GBT (gemeente Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo en Losser), bij de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken vorm is gegeven op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- dat de gemeente Oldenzaal als nieuwe deelnemer per 1 juli 2013 toetreedt,
- dat de colleges van burgemeester en wethouders van hun gemeenteraden daartoe de vereiste toestemmingen hebben verkregen;
- dat het voornemen bestaat om met ingang van 1 juli 2013 de samenwerking operationeel te hebben en de taken daadwerkelijk gezamenlijk te gaan uitvoeren;
- gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, hoofdstukken V en VIII;
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
dienstverleningsovereenkomst: een overeenkomst tussen deelnemer (opdrachtgever) en het GBT (opdrachtnemer) waarin de afspraken over het dienstverleningsniveau zijn vastgelegd. Hierin wordt onder andere het volgende beschreven: de diensten, het kwaliteitsniveau, de soorten belastingen en de rechten, de tarieven en de termijnen.
Hoofdstuk 3 Belangen, en bevoegdheden
Artikel 4 Te behartigen belangen
In het kader van deze gemeenschappelijke regeling worden de belangen van de deelnemers, elk voor zover het hun grondgebied en hun belangen betreft, behartigd op het gebied van:
Artikel 6 Omvang en samenstelling algemeen bestuur
Aan het hoofd van het GBT staat een algemeen bestuur, waarvan door elk van de Colleges van de deelnemers één lid wordt aangewezen. Van de deelnemende gemeente waar de voorzitter een bestuurlijke functie bekleedt wordt, in tegenstelling tot de overige deelnemers, een tweede algemeen bestuurslid aangewezen.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraden afloopt. De aftredende leden blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de raden der deelnemers de nieuwe wethouders hebben benoemd en de Colleges de nieuwe leden vervolgens hebben aangewezen.
De stemverhouding van de gezamenlijke bestuursleden per College is verdeeld naar rato van het aantal inwoners van de deelnemers, met dien verstande dat iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners 3 stemmen, iedere deelnemer met meer dan 50.000 inwoners 2 stemmen, en iedere deelnemer met minder dan 50.000 inwoners 1 stem heeft. De stemverhouding wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de actuele inwoneraantallen op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
Het algemeen bestuur streeft naar unanieme besluitvorming. Bij een afwijkend standpunt van meer dan één gemeente wordt de besluitvorming doorgeschoven naar de eerstvolgende bestuursvergadering. Staken de stemmen in de eerstvolgende algemeen bestuursvergadering, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Artikel 7 Vergaderingen van algemeen bestuur
Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo dikwijls als de voorzitter of een lid van het bestuur hier schriftelijk onder opgaaf van redenen om vragen. De artikelen 16, 17, 19, 20, 26 en 28 t/m 33 van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan niet is afgeweken, van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van het algemeen bestuur, met dien verstande dat de openbare kennisgeving op verzoek van de voorzitter door de deelnemers op de aldaar gebruikelijke wijze geschiedt. De voorzitter draagt er tevens zorg voor – bijzondere omstandigheden uitgezonderd – dat het tijdstip van de vergadering op de website van het GBT (www.gbtwente.nl) wordt bekend gemaakt.
1.Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.
Artikel 12 Specifieke taken van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
Artikel 13 Bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd tot:
uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelnemers;
Artikel 15 Aanwijzing voorzitter
3.Het algemeen bestuur kiest uit de in artikel 10 lid 2 bedoelde leden van het dagelijks bestuur een plaatsvervangend voorzitter, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.
1.Het GBT heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd een directeur die tevens secretaris van de gemeenschappelijke regeling is.
2.De directeur handelt in overeenstemming met de door het dagelijks bestuur vastgestelde instructie.
10.Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.
de ambtenaar van het GBT en de belastingdeurwaarder
1.Het GBT heeft een of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van het GBT en belastingdeurwaarders.
Artikel 19 Bevoegdheden heffingsambtenaar
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de inspecteur, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing van de deelnemers.
Artikel 20 Bevoegdheden invorderingsambtenaar
De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de ontvanger, respectievelijk ambtenaar belast met de invordering van de deelnemers.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de leden 1 en 2 neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 21 Bevoegdheden ambtenaar van het GBT
De ambtenaar van het GBT oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d van de Gemeentewet.
Hoofdstuk 9 Personeel en organisatie
Artikel 23 Ambtelijke organisatie
1.Het GBT heeft een ambtelijke organisatie met aan het hoofd een directeur.
2.Op de ambtelijke medewerkers is de EAR van de gemeente Enschede van toepassing zijn voor zover daarvan niet bij besluit van het algemeen bestuur wordt afgeweken.
3.De ambtenaren en de directeur, alsmede het personeel werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht worden benoemd door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur stelt de bezoldiging vast.
4.Het GBT heeft ten behoeve van de medezeggenschap van de werknemers een ondernemingsraad op basis van de Wet op de ondernemingsraden.
Hoofdstuk 10 Begroting, rekening administratie en controle
Artikel 24 Vaststelling begroting
1.Het algemeen bestuur stelt jaarlijks vóór 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt de begroting vast.
Toezending ontwerp begroting aan deelnemers
2.Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp begroting acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de gemeenteraden van de deelnemers. De ontwerp begroting wordt gelijktijdig toegezonden aan de leden van het algemeen bestuur.
Ter inzage legging en verkrijgbaar stelling
3.De ontwerpbegroting wordt door de zorg van ieder der deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
4.De gemeenteraden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerp begroting aan het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de ontwerp begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Vastgestelde begroting versturen naar Gedeputeerde Staten
5.Het dagelijks bestuur zendt binnen twee weken na vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur, doch uiterlijk voor 15 juli de begroting aan gedeputeerde staten.
6.Het bepaalde in het tweede, derde, vierde en vijfde lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.
Uitzondering bij begrotingswijzigingen
7.Het bepaalde in het zesde lid is niet van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting waarbij in de bijdrage van de deelnemers geen wijziging wordt gebracht.
Artikel 25 Vaststelling berekeningswijze bijdrage deelnemers
1.De berekeningswijze van de bijdrage van de deelnemers wordt door het algemeen bestuur vastgesteld met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal stemmen.
2.In de begroting wordt aangegeven de door elke deelnemer voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft verschuldigde bijdrage.
1.Van de inkomsten en uitgaven van het GBT over het afgelopen jaar wordt vóór 1 mei door het dagelijks bestuur verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de jaarrekening met de daarbij behorende bescheiden.
2.Het dagelijks bestuur voegt bij de jaarrekening een controleverklaring en een verslag van bevindingen van de accountant.
3.Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarrekening over het afgelopen jaar en stelt haar vast vóór 1 juli volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.
Inzending aan gedeputeerde staten
4.Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft aan gedeputeerde staten.
5.Van de vaststelling van de jaarrekening doet het dagelijks bestuur mededeling aan de algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers.
6.De vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ten aanzien van het daarin verwoorde financieel beheer.
Artikel 27 Definitieve bijdrage
1.In de jaarrekening wordt de door elk van de deelnemers over het betreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen.
Verrekening definitieve bijdrage
2.Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 25 lid 1 bepaalde bedrag en de werkelijk verschuldigde bijdrage vindt plaats terstond na de in artikel 26, lid 5 bedoelde mededeling.
Artikel 28 Regels met betrekking tot administratie
1.Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van vermogenswaarden. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid verantwoording en controle wordt voldaan.
2.De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
3.Het GBT houdt de administratie van de opgelegde aanslagen en de ingevorderde belastingen gescheiden van de administratie voor de bedrijfsvoering van het GBT.
4.De ingevorderde belastingen worden beheerd op een uitsluitend daartoe bestemde rekening.
5.Het is het GBT niet toegestaan te ontvangen of ontvangen belastingen te verrekenen met de bijdragen van de deelnemers.
Overmakingstermijn belastingen
6.Ingevorderde belastingen worden periodiek overgemaakt naar de rekening van de betreffende deelnemer. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de periode.
7.Het dagelijks bestuur zendt periodiek aan de dagelijks besturen en colleges van de deelnemers een overzicht van de te heffen, geheven, in te vorderen en ingevorderde belastingen. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de periode
8.Het GBT verstrekt aan de deelnemers de informatie die deze opvragen om hun beleid te kunnen vormen ten aanzien van de in artikel 4 bedoelde onderwerpen.
Hoofdstuk 11 Toetreding en uittreding
Het college van een nieuw toetredende gemeente of het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling doet na instemming van de deelnemers zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na toetredingsdatum, de nodige benoemingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van deze regeling.
Na ontvangst van het in lid 5 vermelde schrijven wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van de gemeenschappelijk regeling besloten. Het liquidatieplan voorziet in de regeling van de personele gevolgen. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het algemeen bestuur en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend.
Hoofdstuk 13 Klachten en geschillen
Het samenwerkingsverband sluit, teneinde te voldoen aan de bepalingen in hoofdstuk 9, titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht, een overeenkomst met de Nationale ombudsman.
Mocht een voor partijen bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door het algemeen bestuur samengestelde geschillencommissie. Nadat advies is uitgebracht neemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een besluit.
Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente wordt belast met de inzending van deze regeling aan gedeputeerde staten.
Artikel 39 Naam van de regeling
De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente ”.
Artikel 40 Deelnemende gemeenten
De deelnemende gemeenten aan deze regeling zijn met ingang van 1 juli 2013: Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser en Oldenzaal.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo in de vergadering van
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne in de vergadering van
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede in de vergadering van
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen in de vergadering van
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo in de vergadering van
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser in de vergadering van
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal in de vergadering van