Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening Hondenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belasting |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2013 | 01-01-2015 | Onbekend | 11-11-2013 De Kennemer, 20-11-2013 | Raadsstuk 2013/04958 |
De raad van de gemeente Beverwijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2013, nummer 2013/04958;
gehoord het commissies Onderwijs, Sociale Zaken, Cultuur en Welzijn en Ruimte, Economie en Stadsbeheer d.d. 9 oktober 2012 en de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en Middelen d.d. 11 oktober 2012;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
de Verordening op de heffing en invordenng van hondenbelasting 2014 (Verordening hondenbelasting 2014)
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
die uitsluitend gehouden worden ten dienste van de politie en die waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een begeleider aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is debelasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog vollekalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaataanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslagbevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,- en minder is dan € 5000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maandlater.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.