De raad van de gemeente Midden-Delfland;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21
oktober 2013, nr. 2013-09-06;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de
Gemeentewet
BESLUIT
Vast te stellen:
Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten
2014
(Verordening begrafenisrechten 2014)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats: de Algemene begraafplaats aan de Hofsingel 1 in
Maasland, de Oude algemene begraafplaats aan de Commandeurskade in
Maasland en de Algemene begraafplaats Dorppolderweg/Gaagweg in
Schipluiden;
- b.
eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan
een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend
tot:
- 1.
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urnen;
- 3.
het doen verstrooien van as;
- c.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een
ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van
lijken;
- d.
eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon
het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet
worden van asbussen met of zonder urnen;
- e.
algemene urnennis: een nis waarvoor aan een ieder gelegenheid wordt
geboden tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met
of zonder urnen;
- f.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
- g.
verstrooiingsplaats: een daartoe door het college aangewezen plaats
waarop as wordt verstrooid.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten
in verband met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Belastingjaar
- 1.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
- 2.
Met betrekking tot de rechten waarbij rechten voor een bepaalde periode
worden afgekocht is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor
wordt afgekocht.
Artikel 6 Wijze van heffing
De rechten worden geheven bij wege van aanslag.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de
jaarlijks verschuldigde rechten
- 1.
De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel,
zijn verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later
is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt,
zijn de rechten als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk
5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn
verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het
gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de
rechten betaald worden binnen 30 dagen na dagtekening van het
aanslagbiljet.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid
gestelde termijn.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Verordening begrafenisrechten 2013’ wordt ingetrokken met ingang van
de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing.
- 2.
De ‘Verordening begrafenisrechten 2013’ blijft van toepassing op de
belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2014 hebben voorgedaan.
- 3.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die
van de bekendmaking.
- 4.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
- 5.
Deze verordening wordt aangehaald als de ' Verordening begrafenisrechten
2014’.